Aanvulling kosten en effecten van beleidsmaatregelen

2008

Auteur(s): M.B.J. (Matthijs) Otten, B.E. (Bettina) Kampman
Instantie: CE Delft Bekijk Download

Inleiding
CE Delft heeft in juni 2008 het rapport ‘Kosten en effecten van beleidsmaat- regelen’ opgeleverd, in opdracht van de Algemene Rekenkamer. De Algemene Rekenkamer heeft de resultaten vervolgens verwerkt in conceptnota's van bevindingen van de deelstudies klimaat en luchtkwaliteit, voor hun onderzoek naar duurzame mobiliteit. Deze conceptnota’s zijn vervolgens door verschillende partijen gereviewd. Het onderdeel Subsidiering roetfilters (paragraaf 2.4.6) is op verzoek van VROM ook gereviewd door De heer R. Motshagen van Senter- Novem.
Het viel hem op dat de kosteneffectiviteit, de kosten per kilo vermeden PM10, hoger uitvielen dan waar SenterNovem van uit gaat. Na overleg met De heer Motshagen bleek dit verschil te zitten in het feit dat in de berekening van CE Delft rekening is gehouden met 2,5% extra brandstofverbruik door toepassing van het retrofit roetfilter (zowel SRP als SRV). Dit extra brandstofverbruik leidt tot extra kosten voor de consument, meer accijns en BTW-inkomsten voor de overheid en daarmee tot hogere eindgebruikers- en nationale kosten en lagere overheid- kosten per kg vermeden PM10.
De 2,5% extra brandstofverbruik is afgeleid uit de CO2-emissiefactoren zoals vastgesteld door TNO eind 2007 (H. Dekker, R. Smit en R. Verbeek, TNO 20071).
De heer Motshagen is het eens met de methode van berekenen maar kwam bij navraag bij TNO (bij de heer R. Verbeek) over het extraverbruik van roetfilters te weten dat TNO ondertussen van mening is dat de 2,5% meerverbruik een over- schatting is. De TNO waarde van 2,5% van eind 2007 was gebaseerd op een expert judgement, op basis van de hogere tegendruk die werd geconstateerd bij roetfilters.
In de tussentijd is uit nieuwe metingen gebleken dat de extra tegendruk soms wat lager is, o.a. doordat andere uitlaatcomponenten die tegendruk veroorzaken bij installatie van een roetfilter verdwijnen. De huidige ‘expert judgement’ van TNO op basis van zeer recente testen is dat het meerverbruik 0 tot 2,5% bedraagt. Door TNO wordt derhalve nu aangeraden te rekenen met een gemiddelde extra verbruik van 1,5%.
Hieronder zal worden ingegaan op de consequenties van dit lagere meerverbruik voor de kosteneffectiviteit van de SRP- en de SRV-regeling.

Instantie CE Delft
Auteur M.B.J. (Matthijs) Otten, B.E. (Bettina) Kampman
Soort instantie Adviesbureau
Datum 2008
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Emissie, Fijnstof, Gezondheid, Luchtkwaliteit, Onderzoek, Stikstof, Stikstofdioxide, Verkeer

Terug naar bibliotheek