Baten van Water in Geld, Groen en Gevoel
2003
Deze leidraad voor integrale beleidsevaluaties, ook wel maatschappelijke kosten en baten analyse genoemd, is ontwikkeld in het project Baten van Water binnen Waterverkenningen (WVK) van Rijkswaterstaat (RWS). In het project is geprobeerd naar aanleiding van de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4) een antwoord te geven op de vraag hoe naast de kosten ook de baten van waterbeleid en waterbeheer beter in beeld kunnen worden gebracht. Bij instanties die zich bezig houden met de voorbereiding en implementatie van integraal waterbeleid bestaat steeds meer behoefte om de maatschappelijke kosten en baten van water beter in beeld te krijgen. Enerzijds als een middel om waterbeleid en waterbeheer te legitimeren en uitgaven nu en in de toekomst te verantwoorden, anderzijds voor het stellen van prioriteiten bij een gegeven financiële speelruimte.
Een veel voorkomend probleem bij het inzichtelijk maken van de maatschappelijke kosten en baten van integraal waterbeleid - en ook van andere beleidsmaatregelen - is het feit dat de kosten en baten zeer divers kunnen zijn. Kosten en baten zijn voorts niet altijd gemakkelijk te kwantificeren. Ze kunnen in sommige gevallen slechts benoemd of beschreven worden. Als ze wel kunnen worden gekwantificeerd, is een ander probleem dat ze vervolgens niet altijd gemakkelijk in één en dezelfde eenheid zijn uit te drukken, zoals geld, als basis voor onderlinge vergelijking en afweging.
Er bestaat dus niet alleen behoefte aan methoden om de maatschappelijke kosten en baten inzichtelijk te maken, maar ook aan methoden om ze zo goed mogelijk vergelijkbaar te maken waardoor alternatieve projecten en beleidsmaatregelen tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Met die methoden kunnen beleidsmakers en besluitvormers in staat worden gesteld om op basis van een inzichtelijke afweging van de maatschappelijke kosten en baten keuzes te maken.
In deze leidraad wordt, voortbouwend op de leidraad voor kosten-baten-analyse (KBA) ontwikkeld in het kader van het Onderzoeksprogramma Economische Effecten Infrastructuur (OEEI), gepoogd meer richtlijnen te ontwikkelen voor de afweging van in geld geprijsde en niet in geld geprijsde voor- en nadelen in een integrale evaluatie van maatschappelijke kosten en baten van waterprojecten. Water is immers in veel gevallen een publiek goed waarvoor geen marktprijs voorhanden is. De doelgroep van deze leidraad zijn deskundigen en specialisten in de waterwereld die op zoek zijn naar handvatten om de maatschappelijke kosten en baten van water en waterbeheer op een integrale manier te kunnen beoordelen en af te wegen. De leidraad probeert de verschillende stappen die hierbij gezet moeten worden zo duidelijk mogelijk weer te geven, met specifieke aandacht voor de verschillende grondslagen die bestaan voor de waardering van beleids- en projecteffecten.
Een integrale evaluatie is meer dan zomaar een toetsingskader dat de initiatiefnemers van een project op eigen gezag kunnen opzetten. De evaluatie moet op verantwoorde en overtuigende wijze inzicht geven in de voor- en nadelen die een project niet alleen voor de initiatiefnemers zelf, maar ook voor de maatschappij in bredere zin met zich mee brengt. Dit vereist aandacht voor de vakinhoudelijke regels die bij het bepalen en waarderen van effecten van toepassing zijn. Ook is aandacht nodig voor het verant- woorden van keuzen bij de opzet van de evaluatie. Die keuzen moeten worden gemaakt in wisselwerking met degenen die maatschappelijk met het project te maken hebben, zoals beleidsmakers, belangengroepen en burgers. Beide aandachtspunten, de vakinhoudelijke regels en het proces van wisselwerking, komen in deze leidraad aan de orde.
De leidraad is nadrukkelijk een eerste aanzet. De leidraad is niet compleet en kunnen dat ook niet zijn gezien de discussies over dit onderwerp, die al jarenlang spelen en naar verwachting de komende jaren zullen doorgaan. De leidraad is zoveel mogelijk gebaseerd op bestaande conventies, richtlijnen en leidraden ten aanzien van integrale beoordeling en afweging, aangevuld met eigen ervaringen in concrete voorbeeldstudies.
De bruikbaarheid van de leidraad moet bewezen worden in de praktijk. Om de leidraad actueel te houden zal de inhoud regelmatig moeten worden herzien op basis van voortschrijdende inzichten en afspraken tussen deskundigen.