Beleid voor ecosysteemdiensten

2013

Auteur(s): R.W. Verburg, M.J. Bogaardt, B. Harms, T. Selnes en W.J. Oliemans
Instantie: Wageningen UR Bekijk Download

Achtergrond, aanleiding en doel
De instandhouding en ontwikkeling van ecosysteemdiensten (ESD) is een belangrijk beleidsthema in Europa. In het kader van het Actieplan van de EU-biodiversiteitstrategie zijn binnen de EU recentelijk afspraken gemaakt om ecosysteemdiensten goed te borgen. Dit zal op termijn een verplichtend ka- rakter krijgen voor de lidstaten. Nog onduidelijk is hoe lidstaten hiermee omgaan, wat dit voor Nederland kan betekenen en wat de mogelijkheden zijn om ecosysteemdiensten in Nederland te borgen door beleid en stimuleringsprogramma’s. Voor de Nederlandse overheid is het daarom relevant te weten op welke wijze andere EU-lidstaten ESD in hun beleid opnemen, zodat Nederland hiervan kan leren.

Kennisvraag en onderzoeksvragen
De doelstelling van dit werkdocument is een inventarisatie en vergelijking van beleid te maken in enkele EU-lidstaten. Hiervoor is een inventarisatie uitgevoerd naar de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie van ecosysteemdiensten in nationaal beleid. Hierbij zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld:
• Wat zijn de plannen in de lidstaten over instandhouding en beheer van ESD?
• Zijn er stimuleringsprogramma’s en op welke ESD zijn deze gericht?
• Welke sectorale doelen worden gesteld en hoe wordt de relatie met ESD gelegd?
• Is men voor de beleidsuitvoering afhankelijk van andere partijen en hoe wordt deze afhankelijk-
heid uitgewerkt?
• Worden ESD doelen geformuleerd en worden deze gemeten in een monitoringsprogramma?
De antwoorden en inzichten op deze vragen worden vervolgens gebruikt om een beschrijving te maken wat de Nederlandse overheid uit omringende lidstaten mogelijk kan leren over de beleidsuitvoering van ESD.

Aanpak
Voor het onderzoek is een versimpeld analysekader ontwikkeld. Hierbij zijn de meest relevante aspecten van beleidsvorming, namelijk de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en –evaluatie, geconcretiseerd aan de hand van specifieke vragen. Met behulp van deze vragen is een inventarisatie uit- gevoerd van beleidsdocumenten op nationaal niveau in zes EU-lidstaten: Nederland, Duitsland, België (Vlaanderen), Verenigd Koninkrijk, Spanje en Denemarken. Vervolgens zijn interviews gehouden met verschillende experts, zoals vertegenwoordigers van onderzoeksinstellingen, beleidsmakers op nationaal overheidsniveau en beleidmakers van NGO’s op het gebied van ecosysteemdiensten. De resultaten uit zowel de documentenanalyse als de interviews zijn gebruikt voor een vergelijkende landenstudie, waarbij de overeenkomsten en verschillen in de beleidsvorming op nationaal niveau op een rij zijn gezet.

Resultaten
De achterliggende opvattingen over ecosysteemdiensten in de landen komen uit het ‘TEEB-denken’ om het biodiversiteitsbeleid verder te versterken. Bij de beleidsformuleringen van Spanje, Duitsland en in mindere mate ook in Vlaanderen is het denken in eerste instantie gericht op het ondersteunen van het ‘traditionele’ (sectoraal) biodiversiteitsbeleid. In alle landen wordt verwezen naar de verschillende diensten en functies die ecosystemen kunnen leveren, zoals deze in de Millennium Ecosystem Assessment (MEA) worden genoemd. In Duitsland wordt daarbij met nadruk gezocht naar regulerende diensten. De beleidsontwikkeling en uitvoering van ecosysteemdiensten zal naar verwachting echter niet in een nieuw beleidsveld plaatsvinden, maar opgenomen worden in bestaande beleidsdossiers. Dit beleidsveld verschilt echter per land. In alle landen, met uitzondering van Denemarken, lijken ecosysteemdiensten in het natuur- of biodiversiteitsbeleid te worden opgenomen, maar ook het (gemeenschappelijk) landbouwbeleid wordt in Spanje en Denemarken veelvuldig genoemd. In Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk is er daarnaast ook een koppeling met het milieubeleid. In Spanje zet men het concept ESD enerzijds in ter onderbouwing van het milieubeleid en anderzijds om een grotere (financiële) betrokkenheid van bedrijfsleven en burgers te stimuleren voor die ecosys- teemdiensten waar men baat van heeft. Naast de Millennium Assessment-resultaten – die worden ingezet voor bewustwording en een beter begrip van de relaties tussen ecosystemen en ecosys- teemdiensten – zet men vooral in op netwerken van ondernemers en NGO‘s in de regio’s en vrijwillige beheersovereenkomsten.

Instantie Wageningen UR
Auteur R.W. Verburg, M.J. Bogaardt, B. Harms, T. Selnes en W.J. Oliemans
Soort instantie Onderzoeksinstituut
Datum 2013
Publicatienr. WOt­-werkdocument 322
ISBN
Trefwoorden Beleid, Ecosysteemdienst, Europees

Terug naar bibliotheek