Bio als Basis Kader, kansen en keuzes voor een Biobased Economy Zeeland

2010

Auteur(s): Provincie Zeeland
Instantie: Provincie Zeeland Bekijk Download

Alle lichten staan op groen voor een verdere uitbouw van de Zeeuwse biobased economy tot dé leidende regio in Noordwest-Europa samen met West-Brabant en Oost-Vlaanderen.
De Provincie gaat de komende jaren samen met diverse partners de biobased economy in Zeeland en de buurregio’s verder uitbouwen. Hoofdreden hiervoor is dat biobased niet alleen bekeken wordt vanuit het oogpunt van het beter benutten van biomassa, maar dat er wordt gewerkt vanuit een integrale aanpak van duurzame energievoorziening, innovaties in procesindustrie en landbouw, concurrentiekracht en internationalisering.
Bioraffinage staat centraal in een biobased economy. Bioraffinage heeft tot doel om bio-massa volledig en hoogwaardig te benutten met behulp van duurzame processen. Biomassa kent drie hoofdtoepassingen: bio-energie, bio-brandstoffen en hoogwaardige bio-producten (voeding, chemie en gezondheid).
Juist nù zijn de uitgangspunten voor de verdere uitbouw van de biobased economy gunstig. Allereerst omdat de prijs van fossiele grondstoffen zal stijgen richting het record van 2008 ondanks de economische recessie. De verwachting is dat in 2015 de vraag naar biobrand-stoffen ten opzichte van 2009 zal verdubbelen. Ten tweede zal de wereldwijde markt van hoogwaardige bio-producten sterk groeien met 60% naar 88 miljard euro in 2012. Ten der- de, voor de (extra) stimulering van de transformatie naar een biobased economy zijn omvangrijke en ambitieuze Europese, nationale en provinciale programma’s beschikbaar.
De uitgangssituatie in Zeeland is gunstig. In de afgelopen jaren is door zowel de overheid als marktpartijen fors geïnvesteerd om een stevige basis te creëren in Zeeland. Biobase Europe, met locaties in Terneuzen en Gent, wordt één van de belangrijke onderzoeks- en opleidingscentra in Europa voor de bevordering van duurzame bioprocessen. Momenteel lopen er in Zeeland meer dan 30 projecten en pijplijninitiatieven waarbij zowel kleine, middelgrote als grote bedrijven uit de industrie en de landbouw betrokken zijn. Daarnaast is er een uitstekend vestigingsklimaat in Zeeland voor biobased economy bedrijven door de combinatie van beschikbare vestigingslocaties (o.a. Biopark Terneuzen), beschikbaarheid van goed opgeleid personeel, havenfaciliteiten voor de aanvoer van biomassa (Zeeland Seaports) en een gunstig agroklimaat (bodemkwaliteit, aanbod gewassen en onderzoek naar nieuwe gewassen en teelten).
De Provincie Zeeland speelt de komende vier jaar een belangrijke ondersteunende rol bij de verdere invulling van een gecoördineerde, collectieve, meerjarige inzet van overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. De rol van de provincie ligt op het gebied van regelgeving, een lobbyfunctie en co-financiering. De Provincie wil een bijdrage leveren aan de volgende zes speerpunten:

1 De mogelijkheid om (met nieuwe technieken) het bijstookpercentage van biomassa in de kolencentrale van EPZ te verhogen van 30% naar 40% en tevens een efficiënter gebruik van de biomassa te realiseren.
2 De realisatie van grootschalige biogas productiefaciliteit (gekoppeld aan Lamb Weston) met een capaciteit van 10 mln. m3 biogas (staat gelijk aan 6 mln. liter diesel).
3 Een bijproduct van biodieselproducenten is glycerol. Glycerol heeft de potentie uit te groeien tot een belangrijke grondstof voor de chemische industrie voor o.a. 'high performance' polymeermaterialen. De resultaten op lab-niveau zijn veelbelovend. Opschaling naar pilot-schaal binnen BioBase Europe is de volgende stap.
4 De uienteelt is in Zeeland van groot belang. Tijdens het uienbewerkingsproces komt een continue reststroom vrij. De reststroom bevat interessante componenten die interessant zijn voor hoogwaardiger (chemische) toepassingen (o.a. quercitine / natuurlijke kleurstof).
5 Zeeland is een logische locatie voor een field lab om diverse typen algen als basis te benutten voor bioraffinage, aangezien algen een aantal afvalstromen kunnen valoriseren die nu duur en moeilijk te verwerken zijn (bijv. nutriëntrijk afvalwater). Uiteenlopende Zeeuwse bedrijven hebben interesse getoond voor de teelt en toepassing van algen (o.a. schelpdieren op het land kweken, fosforterugwinning, algen als basis voor pigmen- ten, bioplastics en vetzuren).
6 De verwachting is dat de traditionele dierlijke eiwitten niet toereikend zijn om in de nabije toekomst aan de groeiende vraag naar eiwitten te voldoen. Vooral nevenstromen uit de plantenverwerkende industrie, maar ook uit schelpdieren, bevatten vaak nog substantiële eiwitfracties. Daarnaast biedt het Zeeuwse klimaat, in combinatie met de zeer vruchtbare landbouwgrond, een goede basis voor de teelt van plantaardige eiwitten die via bioraffinage ‘verwaard’ kunnen worden.
De keuze voor deze zes speerpunten (uit enkele tientallen projecten) is gebaseerd op het afwegingskader van de 6 P’s. Vertrekpunt van de 6 P’s is de combinatie van de elementen People, Planet en Profit, waarbij overheden en bedrijfsleven elk eigen rollen hebben en een gezamenlijke inzet moeten plegen in de vorm van Public-Private-Partnership. Een andere belangrijke afweging is geweest om voor speerpunten te kiezen in plaats van allerlei losse projecten. De reden hiervoor is dat projecten snel naar voren komen, maar ook snel weer kunnen verdwijnen. Dat heeft te maken met aanbod en prijs van biomassa (als grondstof) of met mee- of tegenvallers in innovatietrajecten. De zes speerpunten geven een richting aan voor de komende vier jaren vanuit Zeeuws perspectief. Het accent van de financiële bijdragen van de provincie ligt op die projecten die nog in een beginstadium verkeren (oftewel de projecten 3 t/m 6).
Voor een succesvolle biobased economy is het, zowel inhoudelijk als procesmatig, van cruciaal belang rekening te houden met twee elementen. Ten eerste is de marktomvang van Zeeland alleen te beperkt. De redenen hiervoor zijn een te beperkt aanbod van kennisinstellingen (alleen Hogeschool Zeeland) en een beperkt aantal bedrijven met substantiële R&D investeringen. Bovendien bieden de aangrenzende regio’s West-Brabant en Oost- Vlaanderen een ‘complementair pakket’ aan bedrijven, kennisinstellingen en projecten/ initiatieven. Door de opschaling ontstaat er ook een betere toegang tot fondsen op Rijks- en Europees niveau. Opschaling is dus wenselijk met de regio’s West-Brabant en Ghent Bio- energy Valley (Gent/Oost-Vlaanderen). Ten tweede bestaat de transitie van de huidige economie naar een innovatieve en groene economie uit drie programmalijnen. Naast Bio- based Economy zijn dit CO2-hergebruik/opslag en een duurzame procesindustrie. Om die transitie naar een innovatieve en groene economie te bewerkstelligen gaat de Provincie een totaalstrategie formuleren door biobased economy te koppelen aan de duurzame procesindustrie en CO2-hergebruik/opslag. Die totaalstrategie heeft de pakkende titel ‘ECO-3’ gekregen. De genoemde invalshoeken hebben namelijk nauwe relaties met elkaar. De zes speerpunten vanuit Biobased Economy vormen op korte termijn een belangrijke basis voor die totaalstrategie.
Voor die totaalstrategie heeft de provincie Zeeland een budget gereserveerd van 5 ton tot medio 2011. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat ook in de jaren daarna dergelijke budgetten worden gereserveerd. Maar nog belangrijker is dat een goede afstemming plaatsvindt over de uitvoering van beleid en projecten samen met de twee buurregio’s West- Brabant en Oost-Vlaanderen. Daartoe bestaat met BioBase Europe en de samenwerking tussen de ontwikkelingsmaatschappijen (Economische Impuls Zeeland, NV REWIN en POM Oost-Vlaanderen) al een goede basis. Een extra impuls kan ook uitgaan van het project Bioraffinage Innovatie Centrum in West-Brabant waarbij complementair aan BioBase Europe nieuwe onderzoeksprogramma’s rond vergisting en biopolymeren (bioplastics) worden opgezet.

Instantie Provincie Zeeland
Auteur Provincie Zeeland
Soort instantie Provincie
Datum 2010
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Biobased, Bio-energie, Duurzaam(heid), Energie, Provinciaal

Terug naar bibliotheek