Bodem in Zicht II
28 juni 2004
Aanleiding
In 2001 heeft de VROM-Inspectie een onderzoek uitgevoerd naar het toezicht op de uitvoering van bodem- saneringen in eigen beheer. De VROM-Inspectie heeft daarin de toezichtprestaties van 22 bevoegde gezagen over de jaren 1999 en 2000 beoordeeld1. Het bleek dat landelijk minder dan de helft van de saneringen (in 1999 43 % en in 2000 46 %) tijdens de uitvoering van de saneringswerkzaamheden werd bezocht door een toezichthouder van het bevoegd gezag. Bovendien was de kwaliteit van het toezicht bij ongeveer de helft van de wél bezochte saneringen onvoldoende. Deze resultaten waren voor de Minister van VROM aanleiding om een herhalingsonderzoek uit te laten voeren. Hiermee kan de voortgang in beeld gebracht worden. Daarnaast heeft de minister van VROM aan de Tweede Kamer de toezegging gedaan dat ook onderzoek zal worden verricht naar de feitelijke kwaliteit van bodemsaneringen. Dit was de aanleiding om in een parallel project saneringsresultaten bodemkundig te verifiëren.
Doel en afbakening van het onderzoek
Binnen dit project wordt onderscheid gemaakt in een onderdeel “Toezicht” en een onderdeel “Bodemkundig verificatieonderzoek”. Het onderdeel “Toezicht” van dit onderzoek heeft tot doel om een antwoord te geven op de vraag of de bevoegde gezagen Wbb in het jaar 2002 in kwantitatief en kwalitatief opzicht toereikend toezicht hebben gehouden bij de uitvoering van saneringen in eigen beheer.
Het onderdeel “Bodemkundig verificatieonderzoek” heeft tot doel om door middel van bodemkundig verificatie-onderzoek afwijkingen ten opzichte van het eerder vastgelegde saneringsresultaat en / of de saneringsdoelstelling vast te stellen.
In het onderdeel “Toezicht” staat het toezicht uitgevoerd door de bevoegde gezagen centraal. In het onderdeel “Verificatieonderzoek” staat de rol van de bodemadviseurs/opdrachtgevers en de toetsende taak van de bevoegde gezagen centraal.
Projectopzet: onderdeel Toezicht
Afbakening onderzoek toezicht
Het onderzoek binnen het onderdeel “Toezicht” richt zich op dezelfde 22 bevoegde gezagen die in de periode 1999-2000 zijn onderzocht. Er is gebruik gemaakt van dezelfde onderzoeksopzet. Het onderzoeksjaar was 2002. Relevante feiten uit 2003 zijn bij de beoordeling betrokken.