Duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten door private sectoren

2013

Auteur(s): M.J.W. Smits, C.M. van der Heide
Instantie: Alterra Bekijk Download

Opzet van het onderzoek
Dit onderzoek is gericht op private sectoren die zich inspannen om ecosysteemdiensten duurzaam te benutten. Daarmee – zo is tenminste de veronderstelling – leveren zij een bijdrage aan het behoud van ecosysteemdiensten. Vervolgens worden de achterliggende motieven voor deze bijdrage geanalyseerd.
Op basis van literatuur en expert-judgement is een analysekader opgesteld met daarin een zevental basisfactoren waarmee de bijdragen van sectoren aan ecosysteemdiensten verklaard kunnen worden. Drie basisfactoren hangen samen met het bedrijfsniveau, te weten bedrijfskarakteristieken, afhankelijkheid van ecosysteemdiensten en economische mogelijkheden. Op maatschappelijke niveau zijn er ook drie basisfactoren te onderscheiden: kennisontwikkeling, maatschappelijke ontwikkelingen en institutionele ontwikkelingen. Tot slot kan de overheid invloed op de bijdragen van sectoren uitoefenen.
Aan de hand van het analysekader zijn vijf casestudies uitgewerkt, te weten: biologische landbouw, FSC-houtproductie, MSC-visserij, waterleidingbedrijven (en met name hun bezit van natuurgebieden), en de Rabobank. In deze casestudies staan Nederlandse bedrijven centraal. Er is geschat hoeveel zij bijdragen aan het in stand houden van ecosysteemdiensten, met name productiediensten en regulerende diensten, en waarom.
De biologische landbouw, FSC-houtproductie en MSC-visserij maken gebruik van certificering om de wijze van duurzame productie duidelijk te maken richting consument. Deze sectoren leveren productiediensten, respectievelijk voedsel, hout en vis. Met hun werkwijze streven zij ernaar de schade aan regulerende diensten te beperken. Ook waterleidingbedrijven leveren een productiedienst, namelijk drinkwater. Zij investeren in natuurgebieden, die gebruikt worden om de aanvoer en kwaliteit van drinkwater te garanderen. De Rabobank investeert in een samenwerkingsverband met het Wereld Natuur Fonds (WNF). Dit is niet zo zeer een directe bijdrage aan de instandhouding van ecosysteemdiensten, maar vermindert de kans op investeringen die (relatief veel) schade berokkenen aan ecosysteemdiensten.
Belangrijkste conclusies
Bedrijven investeren niet specifiek in behoud van ecosysteemdiensten, een enkele sector daargelaten – zoals de waterleidingbedrijven –. Het gaat de bedrijven niet zozeer om natuurbescherming (in de zin van: ecosysteemdiensten beheren) maar wel om het beperken van de schade die men, door het productieproces, toebrengt aan ecosysteemdiensten. Met andere woorden, bedrijven dragen veeleer bij aan duurzame bedrijfsprocessen, ketenverantwoordelijkheid, of ‘verantwoorde’ afzetmogelijkheden etc. Het resultaat kan echter zijn een duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten.
In dit onderzoek is nagegaan hoeveel private sectoren nu daadwerkelijk investeren in activiteiten die leiden tot duurzaam gebruik en behoud van ecosysteemdiensten. Concrete cijfers zijn in dit werkdocument te vinden (en op hoofdlijnen in de ‘Conclusies’ samengevat). Meer algemeen blijkt dat biologische landbouwproductie duurder is dan gangbare landbouwproductie, namelijk door hogere kosten (met name door extra benodigde arbeid) en lagere opbrengst. Bij FSC-hout en MSC-visserij zijn het vooral de administratieve lasten die zorgen voor hogere kosten. Met name voorlopers, die toch al grotendeels aan de regels voor certificering voldoen, doen hieraan mee. De waterleidingsector investeert voornamelijk in beheer van de natuurgebieden in hun bezit. Naast bedrijfskundige motieven (microbiologische filtering en zoetwaterbuffer voor slechte tijden) is behoudvan biodiversiteit hier een expliciete doelstelling. De Rabobank investeert niet zozeer in termen van geld, maar meer wat betreft commitment.
In Tabel S1 is kort samengevat hoe de verschillende economische sectoren bijdragen aan ecosysteemdiensten, wat ze daarvoor opofferen en de motieven die eraan ten grondslag liggen.
Vervolg
Het project loopt over meer jaren. In 2012 lag de focus op de bijdragen van private sectoren aan het in stand houden van ecosysteemdiensten, en is een eerste blik geworpen op de achterliggende motieven. In het vervolgonderzoek, in 2013, staat de verdere potentie voor meer financiering vanuit de markt centraal, worden de motieven verder uitgediept, en wordt nagegaan welke handelingsperspectieven de overheid heeft om deze financiering te stimuleren.

Instantie Alterra
Auteur M.J.W. Smits, C.M. van der Heide
Soort instantie Onderzoeksinstituut
Datum 2013
Publicatienr. WOt-werkdocument 342
ISBN
Trefwoorden Baten, Beleid, Ecosysteemdienst, Kosten, Natuur

Terug naar bibliotheek