Een slag in de lucht

2011

Auteur(s): Rekenkamer Rotterdam
Instantie: Rekenkamer Rotterdam Bekijk Download

Aanleiding
Luchtvervuiling bedreigt de gezondheid van burgers. Daarom heeft de Europese Unie normen gesteld ten aanzien van de luchtkwaliteit. Vanaf 2004 heeft de rechter regelmatig besloten dat bouwprojecten niet door kon gaan, omdat deze normen ter plaatse zouden worden overschreden. Daarom voeren gemeenten beleid om de luchtkwaliteit te verbeteren. Dit doen zijin meer en mindere mate op eigen initiatief (en ook) in het kader van het zogenoemde NationaalSamenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Dit is een samenwerkingsprogramma waarin de lokale, provinciale en regionale overheden en het rijk maatregelen hebben opgenomen om aan de normen van de Europese Unie voor de concentraties van fijn stof (PM 10) en stikstofdioxide (NO2) te voldoen. De Europese Unie heeft als norm gesteld dat de hoeveelheid PM 10 in 2011 onder de 32,5 μg/m3komt en de hoeveelheid NO2 in 2015 onder de 40 μg/m3. Op 1 augustus 2009 is het NSL in werking getreden.
In het NSL schrijft het rijk rekenmodellen voor om de luchtkwaliteit te berekenen, de zogenaamde saneringstoolen de jaarlijkse up-date daarvan, de monitoringstool. De saneringstool rekent uit hoe sterk de luchtvervuiling is als de nationale maatregelen in het NS L zijn uitgevoerd. Een plek waar de EU-normen voor luchtkwaliteit, zonder aanvullende maatregelen ten opzichte van het rijksbeleid, worden overschreden heet een knelpunt.
In de G4-steden zijn er diverse knelpunten. De gemeenten moeten maatregelen nemen om er voor te zorgen dat op deze knelpunten de EU-norm niet overschreden wordt. Dit is de zogenoemde gemeentelijke bijdrage aan het NSL.
De gemeente Rotterdam voerde overigens alvoor de komst van het NSL beleid om de luchtkwaliteit te verbeteren. In 2005 hebben het college en de raad de Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAL) vastgesteld. Daarin zijn verschillende soorten maatregelen opgenomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Met de komst van het NSL zijn de meeste maatregelen uit het RAL opgevoerd voor het NSL.
Het Rotterdamse luchtkwaliteitsbeleid wordt deels door het rijk en deels door de gemeente bekostigd. In de periode 2006-2009 was € 25 miljoen beschikbaar, waarvan € 5 miljoen rijksbijdrage en € 20 miljoen eigen middelen. Voor de periode 2010-2014 heeft het rijk voor Rotterdam € 33,4 miljoen gereserveerd. Hier staan geen eigen Rotterdamse middelen tegenover.

Doelstelling en onderzoeksvragen
De rekenkamer beoogt met dit onderzoek een oordeel te geven over de mate waarin de lokale aanpak luchtkwaliteit tot uitvoering is gekomen en beoogde resultaten zijn gerealiseerd. Door de gezamenlijke vergelijkende aanpak van het onderzoek in G4-verband (een benchmark) kan de rekenkamer goede en slechte praktijken onder de aandacht brengen. Op basis daarvan doet de rekenkamer aanbevelingen om het lokale beleid en de u itvoering van de maatregelen te verbeteren.

De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt:

In hoeverre komt de lokale aanpak luchtkwaliteit volgens planning tot uitvoering, leidt dit tot de beoogde resultaten en wat zijn daarbijde succes- en faalfactoren?

Instantie Rekenkamer Rotterdam
Auteur Rekenkamer Rotterdam
Soort instantie Rekenkamer
Datum 2011
Publicatienr.
ISBN 978-90-76655-00-0
Trefwoorden Emissie, Fijnstof, Gemeente, Luchtkwaliteit, Onderzoek, Rekenkamer, Verkeer

Terug naar bibliotheek