Een verkennende studie naar de rol van gemeenten bij het bevorderen van duurzame energie binnen de Nederlandse energievoorziening

2009

Auteur(s): J.P. Raven
Instantie: Auteur Bekijk Download

Deze scriptie is onderdeel van een bacheloropdracht voor de opleiding Bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Bij het CSTM van de Universiteit Twente wordt onderzoek verricht naar het duurzame energiebeleid van gemeenten. Wat gemeenten kunnen doen is bekend. Onbekend is echter nog welke activiteiten gemeenten in de praktijk ontplooien om duurzame energie te bevorderen. In aansluiting bij het lopende onderzoek van CSTM is mijn bachelor opdracht gericht op de vraag wat gemeenten in de praktijk doen om duurzame energie te bevorderen. Centraal daarbij staat het energietransitie proces in Nederland. Dit proces moet zorgen voor een omschakeling in de energievoorziening. Deze omschakeling houdt in dat duurzame energiebronnen gebruikt moeten gaan worden ter vervanging van de fossiele brandstoffen. Gemeenten hebben ook een taak bij deze energietransitie.
Uit theoretisch onderzoek komt naar voren dat gemeenten veel mogelijkheden hebben om duurzame energie lokaal te kunnen bevorderen. Uit het handelingsdomein van de gemeenten wordt aangetoond dat elke gemeente beschikt over specifieke taken, eigenschappen, instrumenten, samenwerkingsverbanden en ambities. Het is zaak voor elke gemeente om duurzame energie toepassingen op dit handelingsdomein af te stellen. Willen gemeenten een effectief duurzame energiebeleid ontwikkelen dan moeten ze daarnaast ook rekening houden met de nationale beleidsontwikkeling en ambities. Op deze manier kan een gemeente effectief gebruik maken van nationale ondersteuning in de vorm van subsidies en stimulerende wetgeving. Aan de hand van de gemeentelijke beleidscyclus wordt vervolgens geanalyseerd hoe Nederlandse gemeenten het duurzame beleid vorm geven en uitvoeren. Deze beleidscyclus bestaat uit zes stappen. Eerst moet het bevorderen van duurzame energie op de gemeentelijke agenda zien te komen. Dan moet aan het duurzame energiebeleid, door middel van beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling, vorm worden gegeven. Als deze stappen zijn genomen moet het beleid worden uitgevoerd om vervolgens geƫvalueerd te worden. Tot slot moet er een continue terugkoppeling plaatsvinden, zodat het duurzaam denken en het duurzaam handelen zich kan versterken binnen de gehele beleidscyclus.
Om te kijken hoe ver gemeenten in de praktijk zijn met het uitvoeren van het duurzame beleid zijn vier casestudies gedaan. Deze casestudies hebben plaatsgevonden bij de gemeente Berkelland, Hengelo, Utrecht en Leeuwarden.
Door middel van interviews is bij deze gemeenten onderzocht in hoeverre de beleidscyclus is afgestemd op het bevorderen van duurzame energie en in hoeverre het daarbij is gekomen tot uitvoering van duurzame energie ambities. Wat bij de verkregen empirie is opgevallen, is dat de gemeenten ondanks de vele mogelijkheden en ambities nog niet aan een uitvoerige implementatie zijn toegekomen. Dit is hoofdzakelijk aan twee oorzaken toe te schrijven. Ten eerste de onstabiele ondersteuning, in de vorm van subsidies, door het Rijk. Het gevolg daarvan is dat er geen financieel voordeel optreedt bij het bevorderen van duurzame energie, waardoor het draagvlak voor de relatief duurdere duurzame projecten gering blijft. Ten tweede, de concurrentie met andere publieke taken van de gemeente die vaak nog voorrang krijgen op de gemeentelijke agenda. Wil een gemeente komen tot een effectief duurzaam energiebeleid dat gericht is op de lange termijn, dan zal zij moeten proberen het draagvlak voor duurzame energie binnen haar gemeentelijke organisatie en haar gemeentegrenzen zien te vergroten.

Instantie Auteur
Auteur J.P. Raven
Soort instantie Auteur
Datum 2009
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Beleid, Duurzaam(heid), Energie, Gemeente, Onderzoek

Terug naar bibliotheek