Energie en Klimaat in Zeeland

2012

Auteur(s): Provincie Zeeland
Instantie: Provincie Zeeland Bekijk Download

Er is een energietransitie gaande van fossiele brandstoffen en grondstoffen naar een meer hernieuwbare energiehuishouding. Dit wordt breed gedragen: door overheden op alle schaalniveaus en het bedrijfsleven. Ook het aantal burgerinitiatieven neemt toe. Zo worden er initiatieven opgezet om collectief zonnepanelen te kunnen inkopen of wordt er samengewerkt om wijken en dorpen CO2 neutraal te maken.
Zeeland kenmerkt zich door zon, wind, water en groene grondstoffen. Deze elementen bieden kansen voor hernieuwbare energie, maar ook voor schone, conventionele energie, door de aanwezigheid van koelwater, goede toegang vanuit zee voor aanlevering van grondstoffen en het aanwezige transportnetwerk. In deze kadernotitie wordt het onderwerp energie (conventioneel, nucleair en hernieuwbaar), op integrale wijze benaderd vanuit de economische perspectieven van het transitieproces. Daarom sluit deze kadernotitie nauw aan op de Economische agenda, zowel met betrekking tot de doelen als de werkwijze met business cases.
De kernvraag voor deze kadernotitie is:
'Hoe versterken we de energiesector in Zeeland op een manier die voor de Zeeuwse economie de beste kansen biedt en tegelijk de transactie naar een koolstofarme economie faciliteert. De rol die de Provincie Zeeland daarbij het beste past is direct daaraan gekoppeld.'

Evaluatie van het beleidsprogramma Op Volle Kracht 2008 – 2012 levert de volgende conclusies:
 De strategie heeft deels goed gewerkt. Er zijn veel innovatieve projecten uitgevoerd en er zijn me-
ters gemaakt met energiebesparingen in de bebouwde omgeving. Beide zaken waren mogelijk door een relatief hoge investering. Innovatie projecten vergen echter een lange adem en continue aan- dacht, terwijl de economische spin-off pas in de toekomst zal blijken.
 De uitgevoerde activiteiten waren divers van aard en vooral gericht op innovatieve onderwerpen. Door meer onderlinge samenhang aan te brengen kunnen de projecten elkaar meer versterken en is sprake van een effectiever programma.
 Belangrijke successen waren de productie van windenergie (gestegen naar meer dan 200 MW), het MMM-programma (economische impuls van €3 miljoen en reductie van CO2 emissie met 1400 ton per jaar) en de productie van groen gas (Lijnco in de Kanaalzone en Groene Poort bij Rilland)
Naast deze positieve bijdragen aan de Zeeuwse samenleving moeten ook enkele kanttekeningen geplaatst worden:
 De Provincie heeft geen grote directe invloed op investeringen van bedrijven en particulieren. Met een gerichte regie van de provincie kan veel bereikt worden. Dit zijn langdurige processen, waar capaciteit voor nodig is gedurende langere tijd. Voor dit soort acties zijn zowel capaciteit als financiën noodzakelijk.
 Energiebeleid is sterk gekoppeld aan economisch beleid. De transitie naar een koolstofarme economie gaat gepaard met grote investeringen en een hogere energieprijs, maar biedt ook grote kansen door te kiezen voor innovatieve oplossingen.
 Algemeen geformuleerde, kwantitatieve doelen zijn weinig zinvol, omdat de Provincie niet beschikt over de juiste middelen om de doelen te bereiken. Ook het meten van de voortgang is lastig, zo niet onmogelijk op de Zeeuwse schaal, zonder een substantiële investering in het monitoringsysteem (financieel en/of menskracht). Het lijkt zinvoller om de beleidsdoelstelling te richten op de rol die de Provincie kiest en waarop de Provincie aangesproken kan worden.
'De evaluatie leidt daarmee tot de conclusie dat het zinvol is om het onderwerp Energie en Klimaat op de provinciale agenda te houden met aanpassingen in de doelen, inhoud en rollen.'
In deze kadernotitie zijn drie beleidsopties uitgewerkt voor de discussie in Provinciale Staten (PS):
 Volgend Zeeland
Deze optie beperkt het beleid tot de onderwerpen die door wet- en regelgeving behoren tot de taken van de Provincie. Deze liggen voornamelijk op de gebieden vergunningverlening en ruimtelijke ordening. Concrete voorbeelden zijn de toepassing van nationale en Europese richtlijnen voor bedrijven en in de ruimtelijke planvorming ruimte bieden aan de (in ontwikkeling zijnde) structuurnota voor ontwikkeling van windmolens op land. Financieel kan deze optie tot een besparing leiden.
 Stuwend Zeeland
Deze optie neemt het collegeprogramma Stuwende Krachten als uitgangspunt. Het programma focust op een beperkt aantal onderwerpen, die voor de Zeeuwse economie de beste kansen biedt. Deze zullen op basis van een multi-criteria analyse gekozen worden, nadat de Staten de kaders hebben vastgesteld. De kosten worden gelimiteerd tot de middelen die het college in juni 2011 ter beschikking heeft gesteld voor deze programmaperiode; twee miljoen euro tot en met 2015
 Bloeiend Zeeland
In deze optie wordt de strategie van Op Volle Kracht in aangepaste vorm voortgezet. De aanpassingen hebben enerzijds betrekking op de beschikbare middelen en anderzijds het Bestuurlijk Profiel. Ook de leerervaringen van de eerste periode worden meegenomen in de uitwerking van het beleid. Opgemerkt moet worden dat deze optie meer middelen vraagt om succesvol uitgevoerd te kunnen worden.

In de beleidsopties wordt ook aandacht gegeven aan het Zeeuwse Bestuurlijk Profiel, zoals op 26 juni is vastgesteld in Provinciale Staten. De voorkeur van het college van Gedeputeerde Staten (GS) is daarom beleidsoptie 2:

'De positie van de Provincie als aandeelhouder van Delta staat nog ter discussie in Provinciale Staten. Deze kadernotitie gaat uit van het voorstel van GS van mei 2012.'

Instantie Provincie Zeeland
Auteur Provincie Zeeland
Soort instantie Provincie
Datum 2012
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Beleid, Duurzaam(heid), Energie, Klimaatbestendig, Klimaatverandering, Provinciaal

Terug naar bibliotheek