Gemeentelijke duurzaamheid: hoe organiseer je dat?

18 maart 2014

Auteur(s): Prof. dr. Bastiaan C.J. Zoeteman, Joost Slabbekoorn BSc, Drs. John Dagevos, Prof. dr. Hans Mommaas
Instantie: Telos Bekijk Download

Duurzame ontwikkeling is als maatschappelijk ideaal en beleidsthema de afgelopen jaren serieus opgepakt door gemeentebesturen. Daartoe oorspronkelijk aangezet door ontwikkelingen in de mondiale (Verenigde Naties), Europese en landelijke politiek is het onderwerp momenteel voor gemeenten zeker niet alleen een kwestie van het uitvoeren van beleid uit Den Haag of Brussel. Lokale initiatieven met een sterke betrokkenheid van maatschappelijke organisaties hebben ook een belangrijke rol in gespeeld. Gemeenten kiezen hun eigen benaderingen en accenten die bij de eigen ontwikkelpaden passen. Dat duurzaamheid hoog scoorde bleek al bij een snelle analyse van de collegeakkoorden in 2010 door Van Ooijen en Vliegenthart.
Het aansturen van duurzame ontwikkeling in gemeenten is echter minder eenvoudig dan het in gang zetten van een concreet bouwprogramma of een sociaal project, zaken waar gemeenten al jarenlang ervaring mee hebben. Duurzaamheid vergt een andere instelling die alle Raads- en Collegeleden en ambtelijke medewerkers aangaat, evenals vele actoren in de samenleving. Het thema kan daarom niet alleen bij een programmamanager of omgevingsdienst worden belegd maar moet in de haarvaten van de organisatie gaan zitten. Verder is het verzamelen van sturingsinformatie over duurzaamheid een vak apart. Zo heeft Telos, TSC, Tilburg Universiteit al sinds 2000 benaderingen voor de monitoring van duurzaamheid ontwikkeld en toegepast (bijvoorbeeld de duurzaamheidsbalans, de PPP-scan, de duurzaamheidsbenchmark) waarbij als het ware een integrale foto van de duurzaamheid van een gemeente of provincie wordt gemaakt. Die duurzaamheidsfoto geeft aan of een gemeente hoog of laag scoort op integrale duurzaamheid en op beleidsthema’s binnen de drie pijlers (economisch, sociaal en ecologisch) van duurzaamheid. Bij dergelijke monitoring blijft altijd de vraag of een gemeente die hoog of laag scoort dit te danken heeft aan vooraf vastliggende min of meer gunstige omstandigheden of aan de inzet van burgers en bedrijven en het bestuur. Wat kan een gemeentebestuur aan de situatie veranderen en welke instrumenten staan daarvoor ter beschikking? Om inzicht in deze kant van duurzaamheid te verzamelen is de voorliggende rapportage over de bestuurlijk gehanteerde werkvormen rond duurzaamheid van gemeenten opgesteld.
Verwacht mag worden dat gemeenten waar het bestuur een grote inzet pleegt op het gebied van duurzaamheid ook meer voortgang boeken tijdens de coalitieperiode. Om dat plausibel te maken moet echter via integrale monitoring de situatie aan het begin en het einde van de bestuursperiode in beeld worden gebracht. De gegevens daarvoor ontbraken bij het uitvoeren van deze studie, zodat een dergelijk onderzoek zo mogelijk pas later zal kunnen worden uitgevoerd. Deze studie doet daarom geen uitspraak over de effectiviteit van de onderzochte werkvormen. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen de na de gemeenteraadsverkiezingen gevormde Colleges inspireren elementen van de hier geïnventariseerde werkvormen bij de eigen aanpak te gebruiken. Door de lokaal soms sterk wisselende opgaven en mogelijkheden is het verbeteren van de integrale aanpak van vraagstukken en kansen van gemeenten maatwerk en geen eenheidsworst.
In veel gemeenten zijn er nieuwe praktijken voor het oplossen voor duurzaamheids-vraagstukken gezocht en gevonden. Wie de websites van gemeenten en daarmee verwante informatie analyseert ziet dat in de afgelopen vier jaar in veel gemeenten nieuwe werkvormen zijn ontwikkeld ondanks de economische crisis en de budgettaire beperkingen. Het beeld dat uit zo’n analyse naar voren komt is dat het thema duurzaamheid volop leeft in gemeenten en vaak is verankerd in programma’s en afspraken die over de termijn van bestaande coalities heen gaan. Ook door volgende coalities zal, mede door verwachtingen en initiatieven in de samenleving van bedrijven en burgers, het zoeken naar nieuwe en werkbare benaderingen voor het verbeteren van de duurzaamheid voortgaan.

De benaderingen die bij de gemeenten zijn te vinden tonen dat er originele oplossingen en praktijken zijn ontwikkeld die door andere gemeenten kunnen worden gebruikt als inspiratie. Deze rapportage beoogt daartoe een handreiking te bieden. Na de gemeenteraadsverkiezingen en het vormen van nieuwe coalities kunnen hun afspraken daarna worden omgezet in uitvoeringsprogramma’s waarbij deze recent ontwikkelde duurzaamheidspraktijken en werkvormen hun diensten kunnen bewijzen.
Deze analyse van de bestuurlijke vormgeving van duurzaamheid is door Telos rond de jaarwisseling 2013-2014 gemaakt. De onderzochte groep van 35 gemeenten bestaat naast de 100.000+ gemeenten uit enkele kleinere gemeenten waaraan Telos recent onderzoek heeft gedaan. Voor het onderzoek stond een relatief korte periode ter beschikking zodat niet wordt gepretendeerd dat het gepresenteerde beeld in alle opzichten volledig is. Het gaat dan ook meer om de voorbeeldwerking die van het overzicht kan uitgaan dan om een complete weergave van alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren.

Instantie Telos
Auteur Prof. dr. Bastiaan C.J. Zoeteman, Joost Slabbekoorn BSc, Drs. John Dagevos, Prof. dr. Hans Mommaas
Soort instantie Onderzoeksbureau
Datum 18 maart 2014
Publicatienr. 14093
ISBN
Trefwoorden Draagvlak, Duurzaam(heid), Gemeente, Organisatie

Terug naar bibliotheek