Gladheidbestrijdingsplan gemeente Geldermalsen 2013 - 2017
2013
Voor u ligt een gladheidbestrijdingsplan, waarmee de gemeente in het winterseizoen 2013/2014 gladheid wil bestrijden. Het gladheidplan wordt gebruikt als kader bij de uitvoering van de gladheidbestrijding van 1 november tot 1 april van ieder kalenderjaar. Verkeersveiligheid, milieu aspecten en financiële belangen zijn in het voorliggende gladheidbestrijdingsplan meegewogen.
De belangrijkste doelstelling van het gladheidbestrijdingsplan is om het hoofd te kunnen bieden aan gevaarlijke winterse omstandigheden en het voorkomen van gladheid. Uiteraard enerzijds om de burger een zo veilig mogelijke weg aan te bieden en anderzijds om als wegbeheerder aan te tonen dat de gemeente gladheid wil voorkomen op een wijze die ook redelijkerwijs van de gemeente verwacht mag worden.
De lokale overheid is verantwoordelijk voor o.a. het ordentelijk beheer van wegen. Wegen moeten voldoen aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en mogen geen gevaar opleveren voor personen en/of zaken.
Het Nieuw Burgerlijk Wetboek (1993) bepaalt dat overheden zich aantoonbaar dienen te gedragen als een goed rentmeester. Daarnaast is in de Wegenwet opgenomen dat een wegbeheerder inspanningsverplichting heeft ten aanzien van het creëren van een veilige weg. Bij onvoldoende beheer en onderhoud van de weg is de kans op schade groter. Het claimen van geleden schade kan verstrekkende financiële gevolgen hebben voor de gemeente.
Het voorliggende gladheidplan dient tevens om te kunnen aantonen dat aan de wettelijke inspanningsverplichting die de gemeente heeft wordt voldaan. Per hoofdstuk is beschreven wat daarbij de uitgangspunten zijn.
Het gladheidbestrijdingsplan moet gezien worden als een beleidsdocument dat niet ieder jaar door het college behoeft te worden vastgesteld met uitzondering van wijzigingen in strooiroutes en beleid.
Naast het gladheidbestrijdingsplan is een uitvoeringsplan opgesteld waarin de operationele kant van de gladheidbestrijding is vastgelegd. Dit plan wordt ieder seizoen door het hoofd van de afdeling Ruimtelijk Beheer vastgesteld.