Handboek Social return

2013

Auteur(s): Mw. M.G. van Os, Mw. N.E. Evers
Instantie: Waterschap Rivierenland Bekijk Download

1. Inleiding
Senator Vlietstra (PvdA) diende op 23 oktober 2012 een motie in die de regering verzoekt gemeenten en provincies aan te moedigen vanuit hun beleid, conform het huidige Rijksbeleid, ten minste 5 procent langdurig werkelozen en/of arbeidsgehandicapten in te schakelen bij de uitvoering van werken en diensten. Deze motie werd aangenomen, maar minister Verhagen gaf in het debat aan dat hij social return niet zal verplichten, maar zal stimuleren. Social return is dus nog niet in de wet vastgelegd, maar decentrale overheden worden wel aangemoedigd hun beleid aan te passen.In het kader van deze motie inzake sociaal aanbesteden is bekeken of en op welke manier Social Return ingevoerd kan worden bij zoveel mogelijk aanbestedingen en inkoop vanuit Waterschap Rivierenland (WSRL)
Social return is het met aanbestedingen realiseren van sociale doelen met als doel om uitstroom naar werk te bevorderen voor mensen die zonder re-integratieondersteuning niet aan het werk komen.

1.1 De Participatiewet
Ondanks het feit dat de motie Social Return nog geen formeel karakter heeft, is de regering druk doende om een wet voor te bereiden. Het wetsvoorstel Werken naar vermogen (WWNV) is echter op 5 juni 2012 controversieel verklaard en zal vervangen worden door een nieuwe Participatiewet. Door de participatiewet zullen er voor werkgevers een aantal zaken veranderen. Op donderdag 11 april heeft bovendien het kabinet een sociaal akkoord met de sociale partners gepresenteerd, wat daar nog enkele benodigde aanpassingen aan toevoegt. Het akkoord betekent dat de Participatiewet, waarvan een concept voor advies bij de Raad van State ligt, zal worden aangepast en per 1 januari 2015 zal worden ingevoerd. Dit in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, waarin over 1 januari 2014 gesproken werd.
Onderstaand zijn enkele belangrijke maatregelen uit dit akkoord te vinden die van invloed zijn op het beleid en de procedures bij Waterschap Rivierenland:
- De stop op nieuwe instroom in de WSW is uitgesteld van 01-01’14 naar 01-01-‘15
- Arbeidsgehandicapten zullen vanaf de invoering zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers aan de
slag moeten omdat de instroom van sociale werkvoorziening wordt stopgezet.
- De veranderingen in de WAJONG worden eveneens met een jaar uitgesteld. WAJONG’ers
worden straks om de 5 jaar herkeurd.
- Er komen 35 regionale Werkbedrijven die mensen met een beperking (WAJONG en
WSW) aan werk helpen. Het werkbedrijf moet de schakel worden tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. Het Werkbedrijf bepaalt in samenspraak met de werkgever de loonwaarde en zorgt voor begeleiding op de
werkplek.
- Er komen 35 werkpleinen, waar mensen zonder beperking (WW en WWB) zich kunnen melden
- Het instrument loondispensatie is van tafel. Hiervoor in de plaats komt
loonkostensubsidie ter grootte van het verschil tussen loonwaarde en het wettelijke minimumloon. Is het CAO-loon hoger dan komt het verschil voor rekening van de werkgever.
- Voor de mensen die niet meer inzetbaar zijn bij een reguliere werkgever organiseert het Werkbedrijf beschut werk. De beloning is conform de CAO.
- Sociale partners willen dat de keuring en indicatie van werknemers door UWV en CIZ wordt uitgevoerd door 1 landelijke organisatie. Het kabinet wil dit nader bezien en hier ook de koepelorganisaties bij betrekken.
- De voorgestelde quotumregeling is voorlopig van tafel. Werkgevers stellen zich garant voor banen voor mensen met een beperking. In 2026 moeten er 125.000 extra banen zijn voor deze groep, waarvan 25.000 bij de overheid. Als er onvoldoende banen worden gecreëerd treedt een quotumregeling alsnog in werking met dezelfde aantallen. Deze afspraak wordt gemonitord en wettelijk vastgelegd. Meetmoment is in 2016. Dan moeten er 11.000 banen zijn gerealiseerd.
- Het kabinet wil de parlementaire behandeling van de benodigde wetgeving nog dit jaar afronden.
Al deze uitgangspunten vragen iets van het inkoop-en aanbestedingsbeleid en personeelsbeleid van WSRL. In het inkoop- en aanbestedingsbeleid van WSRL is het volgende opgenomen: WSRL streeft er naar om bij elke aanbesteding af te wegen welke sociale doelstellingen er verbonden kunnen worden en of het in afzonderlijke gevallen haalbaar is. Een toegestane vorm hiervan is het voorbehouden van opdrachten aan Sociale Werkbedrijven. Hiermee beperken we de marktwerking tot ondernemingen die voldoen aan de criteria gesteld aan een SW-onderneming.

1.2 Doel Social Return
Het doel van social return is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk of werkervaring te helpen. Een voorbeeld van een Social Returnafspraak is dat de Inschrijver voor de looptijd van het contract een bepaald aantal of percentage mensen met een uitkering in dienst neemt en/of stage- en (leer)werkplekken voor jongeren met een beperking creëert. Hiermee wordt verstaan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt:
- uitkeringsgerechtigden WWB, IOAW en IOAZ;
- inburgeraars (tot 2014);
- mensen met een (indicatie voor) een dienstverband in het kader van de WSW;
- uitkeringsgerechtigden UWV (Wajong, WAO/WIA, WAZ, WW) die binnen een half jaar
in aanmerking dreigen te komen voor een bijstandsuitkering;
- Leer- en stageplekken.

1.3 Wanneer is social return van toepassing?
Social return geldt bij aanbestedingen van WSRL voor diensten en werken boven de Europese drempelwaarde. Het gaat om opdrachten in de categorieën ‘diensten’ en ‘werken’, zoals aanbestedingen in de facilitaire sector, de bouw en de grond-, weg- en waterbouw. Om in aanmerking te komen voor deze aanbestedingen vraagt de WSRL een deel van de loonsom te besteden aan de inzet van mensen die zelfstandig minder snel aan een baan komen. Opdrachtnemer kan zelf bepalen in welke functies deze personen worden ingezet, zolang de nieuwe werknemers maar worden ingezet in het project waarvoor de aanbesteding geldt. Welk deel van de aanbesteding besteed moet worden aan social return wordt vermeld in de aanbesteding.
De hieronder genoemde aanbestedingsdrempels worden gehanteerd voor het toepassen van social return:
• Leveringen: geen social return, want geen personeelskosten
• Diensten: Social return (>5% personeelskosten) vanaf € 200.000,- (drempelwaarde voor
Europese aanbestedingen) en contract minimaal 6 maanden; 5% van personeelskosten
• Werken: Social return (>5% personeelskosten) vanaf € 1.500.000,- (nationale drempelwaarde
voor openbare aanbestedingen) en contract minimaal 6 maanden en tenminste 20% personeelskosten van de aanneemsom.
Indien geen social return tijdens de aanbestedingsprocedure wordt toegepast, dient dit gemotiveerd in het aanbestedingsdossier te zijn opgenomen.

Instantie Waterschap Rivierenland
Auteur Mw. M.G. van Os, Mw. N.E. Evers
Soort instantie Waterschap
Datum 2013
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Handleiding, Social return

Terug naar bibliotheek