Handhavingsdocument Vuurwerk 2008
2008
Achtergrond van de Aanwijzing handhaving vuurwerkregelgeving
In de praktijk is gebleken dat bij het OM en de opsporingsdiensten grote behoefte bestaat aan duidelijkheid omtrent de strekking van de vuurwerkregelgeving en de mogelijkheden om tegen overtredingen hiervan op te treden. Om in die behoefte te voorzien en tevens eenduidigheid van opsporing en vervolging te bevorderen, heeft het College van procureurs-generaal in 2002 de aan- wijzing Handhaving vuurwerkregelgeving vastgesteld, in relatie tot het Handhavingsdocument Vuurwerk 2002. De sindsdien aangebrachte wijzigingen in de vuurwerkregelgeving zijn voor het Landelijk Overleg Milieuhandhaving aanleiding geweest genoemd handhavingsdocument te actualiseren. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om ervaringen die met de hantering ervan zijn opgedaan, en nieuwe ontwikkelingen en inzichten erin te verwerken. Als gevolg hiervan zijn ook de onderdelen die deel uitmaken van de aanwijzing, gewijzigd.
Samenvatting
De aanwijzing bestaat uit de volgende onderdelen:
Opsporing
• Tegen welke overtredingen dient strafrechtelijk te worden opgetreden en waaruit dient dat optreden te bestaan: hoofdstuk 5.
• Hoe dient de opsporing van vuurwerkdelicten te worden uitgevoerd en welke bevoegdheden kunnen daarbij worden gebruikt: hoofdstuk 7.
• Internationale aspecten aan de opsporing van vuurwerkdelicten: hoofdstuk 8.
• Het benodigde bewijs in vuurwerkzaken met betrekking tot specifieke overtredingen: hoofdstuk 9.
Vervolging
• Op welke wijze dienen vuurwerkzaken te worden afgedaan: hoofdstuk 10, onder b, in samen- hang met de als bijlage B opgenomen Richtlijn voor strafvordering vuurwerkovertredingen.