Handleiding EVOA handhaving

2009

Auteur(s): VROM-Inspectie
Instantie: VROM-Inspectie Bekijk Download

Sinds de inwerkingtreding van de “Regeling in-, uit- en doorvoer van gevaarlijke afvalstoffen” op 15 oktober 1988 zijn in Nederland regels gesteld aan de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen. Vanaf dat moment was zo’n overbrenging alleen toegestaan met toestemming van de betrokken overheden en na aanmelding. Op 6 mei 1994 is de “Verordening (EEG) 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap” van toepassing geworden. Deze wordt hierna kortweg aangeduid als “EVOA”. Als gevolg van internationale ontwikkelingen en het stroomlijnen van diverse regelingen heeft de EVOA een “update” gekregen. De nieuwe EVOA, Verordening (EG) 1013/2006, is op 12 juli 2006 gepubliceerd en is met ingang van 12 juli 2007 in werking getreden.
Op grond van het Europese beleid voor overbrenging van afvalstoffen blijft gelden, dat afvalstoffen voor verwijdering zoveel mogelijk in het land van herkomst of Europese Gemeenschap en in de dichtstbijzijnde verwerkingsinstallaties verwerkt moeten worden. Bovendien gelden de volgende uitgangspunten: preventie van afvalstoffen heeft de voorkeur boven de verwerking van afvalstoffen en recycling heeft de voorkeur boven de verwijdering. Deze beleidsuitgangspunten zijn opgenomen in de kaderrichtlijn afvalstoffen (2006/12/EG). In Nederland is dit verder uitgewerkt in het Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP). Wetgeving voor toezicht en controle op de overbrenging van afval is een instrument om het beleid te kunnen uitvoeren. De Europese Gemeenschap beschouwt de EVOA als een middel om op dit gebied tot harmonisatie van de regels te komen.
De EVOA is van toepassing op de grensoverschrijdende overbrenging van alle afvalstoffen, behalve op afvalstoffen die expliciet zijn uitgezonderd. Overbrengingen die binnen de eigen landsgrenzen van Europese lidstaten blijven, vallen niet onder de werkingssfeer van de EVOA. Uitvoer uit, invoer in en doorvoer van afvalstoffen van en naar landen behorend tot de Europese Gemeenschap en de overbrengingen van de afvalstoffen tussen lidstaten onderling moeten voldoen aan de regels van de EVOA. In de EVOA wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijkheid om afvalstoffen te verwijderen of te recyclen, ofwel nuttig toe te passen. Ook wordt onderscheid gemaakt naar landen, die zijn toegetreden tot het OESO-verdrag of het verdrag van Bazel landen. Overbrengingen vanuit of naar deze landen is in een aantal gevallen verboden. Ook voor EVA-landen geldt een apart regime.

Indien geen verbod geldt zijn er twee mogelijkheden. De eerste is dat voor de voorgenomen overbrengingen van afvalstoffen een kennisgeving moet worden gedaan aan de bevoegde autoriteit. Deze moet uiteindelijk samen met betrokken bevoegde autoriteiten beslissen of het voornemen mag worden uitgevoerd, en zo ja, onder welke voorwaarden. In Nederland is de Minister van VROM de bevoegde autoriteit. Indien een van de bevoegde autoriteiten gegronde bezwaren heeft tegen het voorgenomen afvaltransport, is de overbrenging niet toegestaan.
De tweede mogelijkheid geldt alleen voor groene-lijst-afvalstoffen. Dat zijn niet gevaarlijke afvalstoffen zoals papier, kunststof en metaalschroot. In bepaalde situaties is het voldoende wanneer de overbrenging vergezeld gaat van bepaalde informatie, vastgelegd in een voorgeschreven document (Bijlage VII genoemd).
De EVOA bevat niet alleen bepalingen die de overbrenging regelen, maar ook bepalingen die Nederland de mogelijkheid bieden de naleving van deze regels te controleren. Enkele daarvan zijn op nationaal niveau nader uitgewerkt in de Wet milieubeheer en de daarop gebaseerde ministeriële regeling. Overtreding van een aantal bepalingen uit de Wet milieubeheer is aangewezen als economisch delict in de Wet op de economische delicten. Hierdoor is bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving mogelijk.
Toezicht en controle op de EVOA in Nederland wordt uitgevoerd door de VROM Inspectie van het Ministerie van VROM in samenwerking met onder andere de politie, de Inspectie Verkeer en Waterstaat, de Algemene Inspectiedienst, de douane, gemeenten en provincies. Dit handboek is voor hen bedoeld als hulpmiddel bij de handhaving van de EVOA in de praktijk.

Instantie VROM-Inspectie
Auteur VROM-Inspectie
Soort instantie Overheid
Datum 2009
Publicatienr. VROM 9266
ISBN
Trefwoorden Afval(stof), Handhaving

Terug naar bibliotheek