Handreiking natuurvriendelijke oevers

2011

Auteur(s): Susan Sollie, Emiel Brouwer, Pim de Kwaadsteniet
Instantie: Stichting Toegepast onderzoek waterbeheer Bekijk Download

Natuurvriendelijke oevers, een sterk concept
In de afgelopen twintig jaar zijn er vele honderden kilometers natuurvriendelijke oevers aangelegd. In de komende jaren komen daar nog eens duizenden kilometers bij. Dat heeft veel te maken met de Kaderrichtlijn Water die een enorme impuls geeft aan het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Het wordt beschouwd als effectieve maatregel om het ecologisch functioneren van wateren te verbeteren. Andere motieven voor de aanleg zijn landschappelijke versterking, verbetering van landschapsecologische relaties, verbetering van de waterkwaliteit en verdediging van de oever.
Natuurvriendelijke oevers bieden kansen voor natuur. Zoveel is zeker. De grote vraag is of die kansen op dit ogenblik optimaal worden benut. Weten we daarvoor genoeg over natuurvriendelijke oevers en is die kennis ook toegankelijk voor de ontwerpers en beheerders ervan?

Wat biedt deze Handreiking?
Deze handreiking biedt waterbeheerders praktisch toepasbare kennis over de standplaatsfactoren van oevers en praktische instrumenten om het natuurrendement van natuurvriendelijke oevers te vergroten. De handreiking bestaat uit drie delen.
Deel A - Waarom werken met standplaatsen? - maakt het belang duidelijk van het werken met standplaatsfactoren bij natuurvriendelijke oevers. We leggen uit wat de term ‘standplaats’ precies inhoudt, welke standplaatsfactoren er te onderschei- den zijn bij de oevers van regionale wateren en hoe die zijn te typeren. Verder wordt aangegeven wat het belang is van inzicht in de standplaats voor het ont- werp en beheer van natuurvriendelijke oevers.
Deel B - Aan de slag: werken met de standplaatsbenadering - biedt de gebruiker vier praktische instrumenten waarmee de kennis van standplaatsen kan worden toege- past bij het aanpassen of ontwerpen van een natuurvriendelijke oever. Het betreft:
De Locatiesleutel, waarmee op basis van standplaatsen kansrijke locaties voor natuurvriendelijke oevers kunnen worden geïdentificeerd en geselecteerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een doelstelling voor biologische KRW-maatlatten en een doelstelling voor zuivering van het oppervlaktewater.
De Standplaatssleutel, waarmee de standplaats kan worden getypeerd. Hiermee wordt aangegeven wat de mogelijkheden zijn voor vegetatieontwikkeling (of standplaatsverandering) door middel van inrichting en beheer. De standplaats-sleutel wordt gebruikt voor het optimaliseren van het natuurrendement van aan te leggen of bestaande natuurvriendelijke oevers.

• De Beheerwijzer, die aanwijzingen voor beheer en onderhoud geeft als de inrichting of profielvorm van de oever al geschikt is voor de ontwikkeling van waardevolle natuur.
• De Zuiveringssleutel, waarmee de mogelijkheden kunnen worden verkend om de natuurvriendelijke oever (mede) in te zetten voor de zuivering van oppervlaktewater. Hiermee kan bepaald worden of de zuiverende werking van een natuurvriendelijke oever een significante bijdrage levert aan de waterkwaliteit.

In deel C - De verdieping - komt de onderbouwing van de genoemde sleutels aan de orde en wordt achtergrondinformatie geboden. Nadrukkelijk wordt ingegaan op de mogelijkheden om met behulp van standplaatsfactoren de score van KRW-maatlatten positief te beïnvloeden. De relatie tussen standplaatsfactoren en KRW- maatlatten wordt kwalitatief aangegeven. Verder worden de processen van de zuiverende werking van de oever in relatie tot de standplaats uitgebreid beschreven en gaan we in op de natuurvriendelijke oever in relatie tot de omgeving (inpassing in het landschap en landschapsecologische relaties).
Gelijktijdig met de totstandkoming van dit rapport is het project ‘Scoren met natuurvriendelijke oevers’ (KRW-Innovatieprogramma; trekker HDSR) uitgevoerd. In dat project zijn relaties gelegd tussen standplaatsfactoren en het functioneren van natuurvriendelijke oevers met oog op de KRW. Wij verwijzen naar dat project voor een wetenschappelijke onderbouwing van diverse relaties.

De focus
Deze handreiking richt zich op drie onderdelen: 1. standplaatsfactoren, 2. hun relatie met KRW-doelen en 3. overige natuurwaarden.
De mate waarin vegetatie zich vestigt en ontwikkelt (de bedekking, de soortensamenstelling en structuur van de vegetatie), is op elke plek sterk afhankelijk van de bodemsamenstelling, de waterkwaliteit en de hydrologie. Indirect hebben deze standplaatsfactoren hiermee ook grote invloed op de fauna, zowel aquatisch als (semi)terrestrisch. Verder bepalen bodemeigenschappen, vegetatie en mate van droogval in hoge mate de zuiverende werking of juist de mate van nalevering van natuurvriendelijke oevers. Het is dus essentieel om de standplaatsfactoren te kennen om concrete doelen voor de oever vast te stellen.
KRW-doelstellingen (effecten op realisatie van GET/GEP/MEP)
De standplaatsfactoren van de natuurvriendelijke oever bepalen (samen met de aangebrachte morfologie, de omgeving en het beheer) direct de vestiging en ontwikkeling van helofyten en macrofyten. Daarnaast heeft de natuurvriendelijke oever een indirecte uitstraling op andere kwaliteitselementen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het effect op de biologische kwaliteitselementen (macrofyten, macrofauna, fytoplankton en vissen) en het effect op de chemische kwaliteit (in het bijzonder nutriënten in verband met de zuiverende werking van de oever).
Niet-KRW-natuur
Ten slotte biedt een natuurvriendelijke oever een habitat voor vele plant- en diersoorten (die er voorheen nog niet konden overleven). De natuurwaarden die er daadwerkelijk komen, hangen mede samen met de standplaatsfactoren. Uiteraard speelt ook de omgeving (bereikbaarheid, aanwezigheid doelsoorten in nabijgele- gen gebieden, geschiktheid aangrenzende gebieden e.d.) hierbij een rol.
Omdat het hier om een zeer brede groep soorten gaat en omdat de relatie tussen natuurvriendelijke oevers en flora en fauna al in meerdere handboeken is beschreven, wordt hieraan in deze handreiking slechts beperkt aandacht besteed.

Instantie Stichting Toegepast onderzoek waterbeheer
Auteur Susan Sollie, Emiel Brouwer, Pim de Kwaadsteniet
Soort instantie Stichting
Datum 2011
Publicatienr. 2011-19
ISBN 978.90.5773.521.9
Trefwoorden Beheer, Fauna, Flora, Groenbeheer, Grondwater, Landbouw, Ontwerp, Technische eis, Waterbeheer, Waterschap

Terug naar bibliotheek