Handreiking toegankelijkheid openbare ruimte Leiden

12 januari 2009

Auteur(s): Alex van Loon
Instantie: Adviesraad WMO Leiden Bekijk Download

Het is algemeen bekend dat de fysieke toegankelijkheid van de openbare ruimte voor voetgangers met een beperking een knelpunt vormt in vrijwel elke straat, wijk, dorp of stad. Ook in Leiden. Een praktijktoets met een rollator in de Lage Mors heeft langs één looproute over een lengte van bijna een kilometer meter tientallen knelpunten opgeleverd. Het betreft hier scheve tegels, vaste en losse obstakels, te smalle of te schuine stoep, te hoge stoepranden, stoepparkeren, gevaarlijke oversteeksituaties, het ontbreken van een voetpad, slechte toegankelijkheid bushalte enzovoort. Ook de Leidse raadsleden hebben via rondleidingen door het Platform Gehandicapten Leiden, kennis gemaakt met knelpunten in de Leidse binnenstad.

Er is een aantal goede redenen te geven waarom een goed toegankelijke openbare ruimte belangrijk is voor voetgangers met een beperking:
1. iedereenbehoorttotdedoelgroep:elkebewoner/burgerheeftinzijn/haarleven te maken met meerdere functiebeperkingen ten aanzien van lopen, te beginnen als kind, dit maakt in principe elke bewoner/burger tot doelgroep mensen met een functiebeperking;
2. eengoedtoegankelijkeopenbareruimtebevordertdatbewonerszichzelfstandig of met ondersteuning/begeleiding kunnen verplaatsen, hiermee wordt voorkomen dat men afhankelijk wordt van de sociale omgeving (mantelzorg, hulp huishouden), of van een kostbaar vervoerssysteem, of dat men zich helemaal niet verplaatst waardoor men in een sociaal isolement terechtkomt;
3. eengoedbegaanbareenveiligeopenbareruimtevoorkomtongevallenendenare gevolgen daarvan (letsel- en psychisch leed, mantelzorg, medische zorg, revalidatie, hulpmiddelen, thuiszorg en thuishulp);
4. eénvandeprestatieveldenvandeWMOis“Bevorderendeelname”(PV5): “bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en over het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem.”
5. gemeentenalswegbeheerderhebbendezorgplichtvoorhetingoedestaat verkeren van de wegen (artikel 16 de Wegenwet) en dat zij aansprakelijk kunnen worden gesteld indien sprake is van gevaar (BW6 artikel 174).

Voor het toegankelijk maken van de openbare ruimte dient de omgeving, niet de mens, te worden aangepast. Het volgende citaat van onze zuiderburen maakt dit duidelijk:
“Het zijn niet de functiebeperkingen of het anders zijn dat mensen belemmert bij een volwaardige deelname aan de maatschappij maar veeleer de onaangepaste omgeving en de mentaliteit.” [www.westkans.be]
In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) dat in 2006 is vastgesteld, neemt de voetganger beleidsmatig een belangrijke positie in, waarbij als doel wordt gesteld het lopen te bevorderen. In dit plan worden de knelpunten ten aanzien van een toegankelijke openbare ruimte onderschreven en is een maatregelenpakket opgesteld. Deze bestaat onder andere uit het verbeteren van de oversteekbaarheid van verkeersaders, het inventariseren en herinrichten van de voetgangersnetwerken, het aanpassen van de schoolomgeving, en het aanscherpen van het terrassen- en uitstallingenbeleid inclusief handhaving.
Voor wat betreft de toegankelijkheid van de openbare ruimte ontbreken nadere inrichtingseisen in de regelgeving omdat het zeer moeilijk is om algemene normen op te leggen voor alle verschillende openbare buitenruimten. Wel zijn er op dit gebied richtlijnen van CROW, het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Behalve algemene toegankelijkheidseisen ten aanzien van de openbare ruimte worden hier ook specifieke voorzieningen voor specifieke doelgroepen beschreven zoals blindegeleidestroken, bushalten en gehandicaptenparkeerplaatsen. CROW- richtlijnen hebben op zich geen wettelijke status maar kunnen in sommige gevallen wel een juridische status krijgen (jurisprudentie).
Om de toegankelijkheid van de openbare ruimte in Leiden te bevorderen zou de gemeente deze richtlijnen moeten hanteren bij de uitvoering, beheer en onderhoud van wegen en openbare ruimte. Daarbij zijn ook aspecten als APV, vergunningverlening, handhaving en voorlichting van belang. Deze handreiking is opgesteld om het belang van de toegankelijkheid te onderschrijven, de kennis en eisen aan de openbare ruimte voor mensen met een functiebeperking te ordenen en deze aan te laten sluiten bij de gemeentelijke organisatie en processen.

Leeswijzer
In het eerste hoofdstuk van deze handreiking wordt ingegaan op de kenmerken van de verschillende doelgroepen en de mobiliteitsbehoefte als voetganger. Vervolgens zijn de functionele eisen en technische eisen van een toegankelijke openbare ruimte opgesteld aan de hand van diverse richtlijnen die aansluiten bij de beperkingen van de voetganger. Deze eisen vormen tevens een praktisch toetsingskader (checklist). Speciale aandacht gaat uit naar het idee van integrale toegankelijkheid. Verder worden verschillende gebiedstypen onderscheiden met specifieke toegankelijkheidseisen en –niveaus, analoog aan het gemeentelijke beheermodel “Grip op Kwaliteit”. Om de toegankelijkheid binnen de gemeentelijke organisatie te implementeren wordt aangesloten bij de gemeentelijke werkprocessen die betrekking hebben op de openbare ruimte: nieuwe aanleg, reconstructie, beheer en onderhoud, vergunningverlening en handhaving. Zo kan geleidelijk de toegankelijkheid worden vormgegeven en de kwaliteit op peil gehouden zonder dat hiervoor direct een financiële impuls voor nodig is. Tenslotte wordt nog kort ingegaan op enkele aandachtpunten zoals pro-actief beleid, financiering, kennis en voorlichting.

Instantie Adviesraad WMO Leiden
Auteur Alex van Loon
Soort instantie Belangenorganisatie
Datum 12 januari 2009
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Bereikbaarheid, Gehandicapt, Gemeente, Handreiking, Ontwerp, Toegankelijkheid

Terug naar bibliotheek