Het milieu in Europa: Toestand en verkenningen 2015 – Samenvatting
2015
De Europese Unie speelt al bijna veertig jaar een toonaangevende rol op milieugebied. Dit rapport bevat een overzicht van vier decennia informatie over de implementatie van de goed gedefinieerde en ambitieuze EU-agenda. Het vertegenwoordigt maar een klein deel van de kennis die het Europees Milieu Agentschap (EMA) en het gelieerde Eionet-netwerk ter beschikking heeft.
De algemene bevindingen van de SOER2015 wijzen op successen bij het verminderen van de milieudruk. Dit zijn opmerkelijke resultaten, zeker gezien de sterk gewijzigde Europese en globale context in de voorbije decennia. Zonder een sterke beleidsagenda zou de aanzienlijke economische groei over deze periode een veel sterkere impact gehad hebben op ecosystemen en de menselijke gezondheid. De EU heeft aangetoond dat een doordacht, bindend beleid werkt en enorme voordelen oplevert.
In het 7de milieuactieprogramma, 'Goed leven, binnen de grenzen van onze planeet', formuleert de EU een aantrekkelijke toekomstvisie voor 2050: een samenleving met een laag koolstofgebruik, een groene kringloopeconomie en veerkrachtige ecosystemen
die de basis van het welzijn van de burgers vormen. Tegelijkertijd legt dit rapport, net als zijn voorganger uit 2010, de nadruk op de belangrijkste uitdagingen: niet-duurzame productie- en consumptiesystemen en hun vaak complexe en cumulatieve impact op ecosystemen en de menselijke gezondheid op de lange termijn. Europa is door de globalisering met de rest van de wereld verbonden door een tweerichtingsverkeer van mensen, financiën, materialen en ideeën.
Dit heeft ons talrijke voordelen opgeleverd, maar ook bezorgdheid over de milieueffecten van onze lineaire wegwerpeconomie, onze onhoudbare afhankelijkheid van talrijke natuurlijke hulpbronnen en onze ecologische voetafdruk die de capaciteit van onze planeet overstijgt. Maar ook de milieueffecten van ons handelen op armere landen en de ongelijke verdeling van socio-ecologische voordelen van economische globalisering. Het realiseren van de EU-visie voor 2050 is verre van vanzelfsprekend. Het idee gebonden te zijn aan planetaire grenzen is iets dat we moeilijk kunnen bevatten.
Het is echter duidelijk dat het transformeren van belangrijke systemen zoals transport, energie, huisvesting en voedselvoorziening aan de basis ligt van oplossingen op de lange termijn. We zullen manieren moeten vinden om deze systemen fundamenteel duurzaam te maken door ze koolstofvrij, hulpbronnenefficiënt en compatibel te maken met veerkrachtige ecosystemen. Ook is het belangrijk om de systemen opnieuw te ontwerpen die richting geven aan deze toeleveringssystemen en die duurzame verandering belemmeren. Het gaat hier om financiën, gezondheid, wetgeving en onderwijs.
De EU neemt een voortrekkersrol op zich met beleidsinitiatieven zoals het 7de milieuactieprogramma, het Klimaat- en Energiepakket voor 2030, de Europa 2020-strategie en het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie. Deze en andere beleidsinitiatieven hebben vergelijkbare doelstellingen en gaan op zoek naar verschillende manieren om de sociale, economische en milieubeweegredenen in evenwicht te brengen. Deze initiatieven op een intelligente manier uitvoeren en versterken kan de wetenschappelijke en technologische grenzen in Europa verleggen, banen creëren en het concurrentievermogen vergroten, terwijl een gezamenlijke aanpak van gemeenschappelijke problemen vanuit een economisch perspectief logisch is.
In de kennissector zoekt het EMA samen met haar partners een antwoord op bovenstaande problemen door een nieuwe kennisagenda op te stellen. Een kennisagenda die beleidsuitvoering koppelt aan een beter begrip van hoe de systemische langetermijndoelstellingen kunnen worden behaald. Deze agenda wordt bepaald door innovaties die de grenzen tussen disciplines doorbreken, die het delen en integratie van informatie vergemakkelijkt. Waarin tevens nieuwe indicatoren worden ontwikkeld die beleidsmakers de mogelijkheid biedt om economische, sociale en ecologische prestaties te vergelijken. Ten slotte zullen steeds vaker prognoses en andere methodes worden gebruikt om het traject naar 2050 uit te stippelen.
De mogelijkheden en de uitdagingen zijn beide groot. Ze vereisen gemeenschappelijke doelstellingen, verbintenissen, inspanningen, ethiek en investeringen. Vanaf 2015 resteert ons 35 jaar om ervoor te zorgen dat de kinderen die vandaag worden geboren in 2050 op een duurzame planeet leven. Dit mag een verre toekomst lijken, maar vele beslissingen die we vandaag maken, zullen uitmaken of we dit samenlevingsproject kunnen realiseren. Ik hoop dat de inhoud van SOER 2015 een steun zal zijn voor iedereen die op zoek is naar bewijzen, begrip en motivatie.