Kansen voor de circulaire economie in Nederland

11 juni 2013

Auteur(s): Ton Bastein, Elsbeth Roelofs, Elmer Rietveld, Alwin Hoogendoorn
Instantie: TNO Bekijk Download

Dit rapport inventariseert de kansen en belemmeringen voor de volgende stappen naar een meer circulaire economie in Nederland en schetst handelingsperspectief voor met name de overheid hoe deze stappen te versnellen. Daarbij verstaan we onder het begrip ‘circulaire economie’ een economisch en industrieel systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het herstellend vermogen van natuurlijke hulpbronnen als uitgangpunt neemt en waarde vernietiging in het totale systeem minimaliseert en waarde creatie in iedere schakel van het systeem nastreeft.
In dit rapport worden de (economische) kansen zoveel mogelijk gekwantificeerd, waarbij effecten op werkgelegenheid en milieudruk aan bod komen. De studie richt zich nadrukkelijk op de gehele Nederlandse economie. De analyse start echter aan de hand van twee gedetailleerde case studies, namelijk: de benutting van reststromen uit biomassa en de circulaire economie die kan ontstaan t.b.v. producten uit de metaalelektro-sector. In het eerste geval betreft dit dus de recycling van 'biotische' componenten. En in het tweede geval gaat het om 'abiotische' componenten. Beide cases kennen hun specifieke uitdagingen en kansen. Doel van dit rapport is antwoord te geven op de volgende vragen:
- Welke kansen liggen er voor Nederland als de transitie richting een circulaire economie wordt versneld?
- Hoe kunnen de kansen benut worden en belemmeringen worden weggenomen en hoe kan de transitie worden vormgegeven?
- Wat is hierin de gewenste rol van de overheid?
Een toename van de circulaire economie voor technische producten in Nederland betekent in eerste instantie dat we streven naar een toename van onderhoud en reparatie, van intensief hergebruik en een verdere groei van recycling. Ook nu vinden deze activiteiten natuurlijk al plaats. Er is dus al sprake van een zekere mate van circulaire economie. Aan de hand van zeventien gedetailleerde productcategorieën uit de metalelektro laten we zien dat de huidige waarde van de circulaire economie voor deze producten 3,3 miljard euro bedraagt en dat 572 miljoen euro extra marktwaarde per jaar behaald kan worden door het benutten van een breed scala door stakeholders en experts aangegeven trends en kansen.
Met betrekking tot waardecreatie met biotische reststromen geldt als voordeel dat Nederland een dichtbevolkt land is, met een intensieve landbouwsector en grote agro- en foodindustrie. Er zijn dan ook belangrijke biotische reststromen beschikbaar. De 34 belangrijkste reststromen zijn geïdentificeerd: het gebruik van deze reststromen blijkt momenteel al een waarde te vertegenwoordigen van 3,5 miljard euro. Door inzet van nieuwe technologie kan op jaarbasis 1 miljard euro aan extra waarde worden gecreëerd t.b.v. de circulaire economie door inzet van bioraffinagetechnieken, het winnen van biogas en het intensiever scheiden van huishoudelijk afval, tegen een geschatte investering van 4 tot 8 miljard euro.
Na de detailanalyses omtrent een toenemende circulaire economie van producten uit de metalelektro sector en het gebruik voor biotische reststromen, kunnen we een schatting maken van de effecten van een toename in de circulaire economie voor heel Nederland: deze schatten we in op een totaal van 7,3 miljard euro. Hiermee zijn ongeveer 54.000 banen gemoeid. Daarnaast is er nog een aantal spin- off kansen voor de Nederlandse economie te benoemen, o.a. op het gebied van een sterkere kennispositie.
Om te komen tot een eerste schets van een zinvol en realistisch handelingsperspectief is een verkenning van de kansen en belemmeringen vanuit verschillende invalshoeken verkregen op basis van literatuurstudie, interviews en een workshop met stakeholders die zijn geselecteerd aan de hand van de onderzochte biotische en abiotische case studies. Daarbij is gekeken naar: kennisontwikkeling en kennisverspreiding, ondernemersactiviteiten, marktvorming en mobiliseren van middelen; beleid en wet- en regelgeving, en lobbyactiviteiten.
De uitdagende kansen en grote economische mogelijkheden die in dit document zijn geïdentificeerd worden mede mogelijk gemaakt door een actieve overheid, die een consistente, multidisciplinaire en goed onderbouwde langetermijnstrategie neerzet die leidt tot een Nederlandse Circulaire Economie. Concrete acties (en onderbouwende studies) zijn de volgende:
1. Creëer een heldere, interdepartementale, consistente strategie voor de circulaire economie
2. Een samenhangende onderwijs- en onderzoeksagenda voor de circulaire economie
3. Maak integrale afwegingen van voor- en nadelen van bestaande (afval)wet- en regelgeving
4. Verhoog kennis en bewustzijn van grondstofaspecten in de waardeketen
5. Draag zorg voor een blijvend en significant voordeel voor koplopers en anderen die hun nek uitsteken, bijvoorbeeld door ketenregie
6. Onderzoek de effectiviteit van een brede set aan fiscale en financiële prikkels om circulair gedrag te bevorderen
7. Bepaal de invloed van AVI’s (afvalverbrandingsinstallaties) op de levensvatbaarheid van circulaire business cases en neem daarop actie
8. De overheid als actieve en kundige ‘launching customer’
9. Gebruik het internationale speelveld om de circulaire economie vooruit te
helpen

Het beeld van een Nederlandse Circulaire Economie doet recht aan de stevige potentie van de transitie naar een circulaire economie. De samenhang en eensluidende communicatie overheidsbreed is van belang voor het welslagen. De maatschappij lijkt zeer bereid mee te bewegen, maar is ongetwijfeld gevoelig voor tegenstrijdige informatie en incentives. De samenleving zal in ieder geval gestimuleerd kunnen worden door een hoogwaardige communicatie over wat al bereikt is, en door het starten met de uitvoering van goed gekozen transitie- experimenten. Dat het hierboven gesuggereerde handelingsperspectief voor de overheid een sterk verkennend en studiekarakter heeft, hangt hiermee samen. Maatregelen rond fiscale maatregelen en wet- en regelgeving zijn complex en dienen met enige zekerheid het juiste effect te bewerkstelligen. De input van stakeholders is uitermate belangrijk geweest in deze studie om de richting van de gewenste transitie en de mate van belemmeringen te identificeren, een afgewogen oordeel bieden ze niet per definitie. Daarom draagt een kundige en analytische overheid bij aan een in alle opzichten duurzame verandering naar een circulaire economie.
Grondstof-efficiëntie en het uitrollen van de circulaire economie is bij uitstek een ambitie die op Europees niveau wordt omarmd. Toch blijkt uit de maatregelen die hier zijn gesuggereerd dat Nederland voor het merendeel ervan niet hoeft te wachten op afstemming op Europees niveau.
In dit rapport is meer dan eens aangestipt dat de transitie naar een circulaire economie gebaat is bij zowel initiatieven die (soms drastische) verbeteringen richting meer circulariteit teweegbrengen als radicale initiatieven die in engere zin een ideaal circulair economisch model nastreven (een economie waarbij circulariteit vanaf de ontwerpfase is meegenomen). Op basis van de hier gehanteerde methodes is moeilijk in te schatten wat de economische bijdrage zou kunnen gaan zijn van deze meer radicale innovaties en transities. Toch kan de overheid radicale (ontwerp-)innovaties met nadruk steunen door deze als koplopers te identificeren en daar drempels voor te helpen opruimen of als launching customer risicovolle en radicale initiatieven een goede start te geven.

Instantie TNO
Auteur Ton Bastein, Elsbeth Roelofs, Elmer Rietveld, Alwin Hoogendoorn
Soort instantie Onderzoeksinstituut
Datum 11 juni 2013
Publicatienr. TNO 2013 R10864
ISBN
Trefwoorden Afval(stof), Circulaire economie, Duurzaam(heid), Grondstof, Hergebruik, Milieu, Onderzoek

Terug naar bibliotheek