Klap Op De Vuurpijl

2005

Auteur(s): Eric Siegersma, Wouter Tuijnman, Bernd Jurriëns, Caroline Altena, Edwin van Bakel, Janne Christoffel, John Haazen, Henk Bal, Rob van Slijpe, Ron van Gaans, Ronald Viergever, Adri de Weijer
Instantie: VROM-Inspectie Bekijk Download

Aanleiding
Na de vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000 zijn grote veranderingen doorgevoerd in het beleid en de praktijk rond de Nederlandse vuurwerksector.
Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden. Hierbij is een overgangstermijn vastgelegd tot 1 maart 2004, zodat betrokken bedrijven de gelegenheid kregen om te voldoen aan het Vuurwerkbesluit, of hun activiteiten (deels) te staken. Op 16 januari 2004 is het Vuurwerkbesluit gewijzigd. Naast enkele inhoudelijke aanpassingen is daarbij een overgangstermijn tot 1 maart 2005 geïntroduceerd voor een deel van de bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag. Het volledig van kracht worden van deze nieuwe regelgeving en de veiligheidsrisico’s binnen deze branche zijn voor de VROM-Inspectie aanleiding geweest om een tweedelijns toezicht onderzoek uit te voeren.

Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om de handhaving en vergunningverlening bij het bevoegd gezag met betrekking tot opslagen met vuurwerk te toetsen en waar nodig te verbeteren. Daarbij is het uiteindelijke doel dat de vuurwerkbedrijven de voorschriften goed naleven en dat de opslag van vuurwerk dus veilig plaatsvindt. Verder heeft dit onderzoek beoogd een landelijk beeld te geven van de uitvoering en naleving van de voorschriften die gelden bij de opslag van vuurwerk.

Projectfasering
Dit onderzoek is verdeeld in drie fasen in verband met drie wettelijke termijnen uit het Vuurwerkbesluit. Deze drie fasen sloten aan bij drie verschillende doelgroepen van opslagbedrijven, te weten bedrijven voor de opslag van professioneel vuurwerk, bedrijven voor de opslag van vuurwerk ten behoeve van de verkoop aan consumenten en bedrijven voor de opslag van grote hoeveelheden consumentenvuurwerk.
1. De eerste fase (m.b.t. wettelijk termijn tot 1 maart 2004) had betrekking op de opslagen van professioneel vuurwerk. Hierbij is onderzocht of op 1 maart 2004 nog professioneel vuurwerk werd opgeslagen in Nederland.
2. De tweede fase (m.b.t. wettelijke termijn tot 1 november 2004) had betrekking op de naleving en handhaving van het Vuurwerkbesluit bij de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk eind 2004. Hierbij is beoogd een beeld te verkrijgen van de handhaving en naleving van eisen uit het Vuurwerkbesluit. Met name is gekeken naar de veiligheidsrelevante voorzieningen zoals de uitvoering en brandwerendheid van bouwconstructies, de sprinklerinstallatie en
3. andere risico-aspecten zoals de interne en externe veiligheidsafstanden, de verpakking van het vuurwerk en de aanwezigheid van brandbare of gevaarlijke stoffen.
In de derde fase (m.b.t. wettelijke termijn tot 1 maart 2005) is gekeken naar de vuurwerkopslagbedrijven onder provinciaal bevoegd gezag. Hierbij is in het bijzonder aandacht besteed aan de afstand tot (geprojecteerde) kwetsbare objecten. In die gevallen dat niet voldaan wordt aan de standaard externe veiligheidsafstanden is beoordeeld of de betrokken provincies op een juiste manier kleinere afstanden hebben vastgesteld, of handhavend hebben opgetreden.

Instantie VROM-Inspectie
Auteur Eric Siegersma, Wouter Tuijnman, Bernd Jurriëns, Caroline Altena, Edwin van Bakel, Janne Christoffel, John Haazen, Henk Bal, Rob van Slijpe, Ron van Gaans, Ronald Viergever, Adri de Weijer
Soort instantie Overheid
Datum 2005
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Handhaving, Opslag, Vergunning, Vuurwerk

Terug naar bibliotheek