Leidraad Storten 12: Model-vergunningvoorschriften
1993
De Leidraad Storten is in 1993 uitgegeven door het Ministerie van VROM. Het doel was om betrokkenen bij stortplaatsen achtergrondinformatie te geven over het ontwerp, beheer, exploitatie en nazorg van een stortplaats conform het toen nieuwe Stortbesluit bodembescherming. De Leidraad Storten bestaat uit 12 hoofdstukken + bijlagen die samen de Leidraad vormen. Alle hoofdstukken en de bijlagen van van de Leidraad Storten staan als losse bestanden (i.v.m. de omvang) op Publicspaceinfo.nl.
Hoofdstuk 12: Model-vergunningvoorschriften
Voor het oprichten en in werking hebben van een stortplaats is een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) noodzakelijk Aan deze vergunning, worden beperkingen en voorschriften verbonden die. nodig zijn ter bescherming van het milieu.
Voor een overzicht van de overige wettelijke regelingen die van toepassing zijn op een stortplaats wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de Leidraad Storten.
Bij de vergunningverleaing in het kader van de Wet milieubeheer kunnen de modelvoorschriften door het bevoegd gezag als raamwerk worden gebruikt. Het bevoegd gezag dient de modelvoorschriften nader te specificeren, waar het gaat om:
- specifieke gegevens betreffende de lokatie of de inrichting,
- het stellen van extra beperkingen of extra voorschriften;
- het stellen van aanvullende eisen tea aanzien van een bepaald compartiment of stortvak;
- etc.
De model-vergunningvoorschriften zijn zo veel, mogelijk als doelvoorschriften geformuleerd. Bij doelvoorschriften ligt het accent op de te bereiken doelen waarbij ruimte bestaat om de middelen waarmee die doelen moeten worden bereikt, zelf te bepalen. Bij de keuze voor doelvoorschriften spelen onder meer de uitvoerbaarheid voor bedrijven (technische kennis) en de handhaafbaarheid een rol In combinatie met het verbinden van doelvoorschriften, kan de mogelijkheid tot het stellen van nadere eisen zijn opgenomen Deze nadere eisen betreffen een nadere uitwerking en precisering van de vergunningvoorschriften binnen het kader van de verleende vergunning Op deze wijze kunnen besluitvormingsprocessen hij bedrijf en overheid op elkaar worden afgestemd.
Daarnaast wordt waar mogelijk, verwezen naar gangbare normen en richtlijnen (zoals NEN, CPR) om de vergunning meer flexibel te laten zijn en veelvuldige wijziging van de vergunning te voorkomen.
Omdat bepaalde voorzieningen zoals een stortbordes, al dan niet aanwezig kunnen zijn. is in de modelvoorschriften voor deze voorzieningen een gemarkeerd (*) voorschrift opgenomen wat wil zeggen dat dat voorschrift in de vergunning opgenomen kan worden indien de voorziening aanwezig is
of de situatie zich voordoet waarop dit voorschrift betrekking heeft
Indeling: Algemeen, Inrichten, Exploiteren en Afwerken
De indeling in gebruiksfasen die in de modelvoorschriften wordt gehanteerd sluit aan bij de indeling van de Leidraad Storten Voor de verklaring van deze indeling wordt naar de Leidraad Storten verwezen (hoofdstuk 1 Verantwoording) Met deze indeling worden de voorschriften gestructureerd. Indien ten aanzien van een activiteit een voorschrift is opgenomen onder een bepaalde fase wil dit met zeggen dat onder een andere fase geen relevante bepalingen staan.