Luchtkwaliteit in de stad

2011

Auteur(s): Mirjam Swarte, Nils Nijdam, Barbara Brink,
Instantie: Rekenkamer Gemeente Den Haag Bekijk Download

De Rekenkamer Den Haag heeft, in nauwe samenwerking met de rekenkamers van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, onderzoek gedaan naar het gemeentelijke luchtkwaliteitsbeleid. Aanleiding voor het onderzoek zijn de gezondheidsrisico’s en het belang van gericht beleid op lokaal niveau.
De gemeente Den Haag heeft als algemene doelstelling van haar luchtkwaliteitsbeleid geformuleerd: ‘het waarborgen van de gezondheid van bewoners en bezoekers van de stad’.
De rekenkamer stelt vast dat de gemeente Den Haag als operationeel doel voor haar luchtkwaliteitsbeleid hanteert: ‘het voldoen aan de Europese maximum uitstootnormen voor stikstofdioxide en fijnstof’. Ook bij het voldoen aan deze normen is echter sprake van substantiële blootstelling aan stikstofdioxide en fijnstof binnen de gemeentegrenzen met negatieve consequenties voor de volksgezondheid.
De rekenkamer concludeert dat door de focus op het behalen van de Europese uitstootnormen (die tevens een belangrijke rol spelen bij verdere gebiedsontwikkeling) de algemene gezondheidsdoelstelling beperkt wordt ingevuld. Dit is overigens ook het geval in de andere drie steden van de G4. De rekenkamer vindt dat de gemeente Den Haag verder na zou moeten denken over welk gezondheidsniveau zij precies voor haar burgers wil waarborgen, welke uitstootnormen daar bij horen en welk beleid en financiële middelen zij daar voor in wil zetten.
De rekenkamer constateert verder dat in 2015 de luchtkwaliteit in de gemeente Den Haag wat betreft de stikstofdioxideconcentratie naar verwachting niet overal aan de Europese norm zal voldoen. Wat de precieze betekenis hiervan is voor de gezondheid van bewoners en bezoekers, is niet bekend. Wel is bekend dat, hoewel de gemeente wel aan de Europese norm voor fijnstof voldoet, bij bewoners en bezoekers toch gezondheidsschade kan optreden. Dit komt omdat fijnstof ook schadelijk is voor de gezondheid bij concentraties onder de Europese norm.
De rekenkamer beveelt de gemeente aan na te gaan welke aanvullende acties nodig zijn om in 2015 de Europese norm voor stikstofdioxide te halen en welke maatregelen wenselijk en mogelijk zijn om de concentratie fijnstof nog verder te laten dalen ten behoeve van de volksgezondheid.

De rekenkamer stelt vast dat het gemeentelijke luchtkwaliteitsbeleid omgeven is met een aantal belangrijke onzekerheden. Zo worden de (achtergrond)concentraties van stikstofdioxide en fijnstof in de stad voor een belangrijk deel bepaald door externe omstandigheden zoals de windrichting, temperatuur en de hoeveelheid neerslag, waarop het gemeentelijke beleid geen invloed heeft. Andere onzekere variabelen die wel een belangrijke invloed hebben op de luchtkwaliteit zijn beleidswijzigingen bij het Rijk en technologische ontwikkelingen. Tot slot bevat ook de gehanteerde rekentool die de uitstootcijfers berekent, een aantal belangrijke onzekerheden, zo constateren de rekenkamers van de G4.
De Rekenkamer Den Haag concludeert dat de gemeente in algemene zin de onzekerheden op het beleidsterrein wel benoemt, maar nalaat bij het presenteren van resultaten van het beleid aan te geven met welke onzekerheidsmarge deze omgeven zijn.
De rekenkamer beveelt de gemeente Den Haag dan ook aan explicieter aan te geven welke onzekerheden er zijn en wat de burger wel en niet van de gemeente mag verwachten als het gaat om verbetering van de luchtkwaliteit. Gelet op de beperkingen en onzekerheden van de modelmatige aanpak zou het beleid versterkt kunnen worden wanneer de gemeente explicieter dan nu de fysieke meetresultaten betrekt, bijvoorbeeld via een indicator voortschrijdend 5-jaarsgemiddelde stikstofdioxideconcentratie.
In lijn met eerdere constateringen van de rekenkamer op andere beleidsterreinen blijkt ook bij het luchtkwaliteitsbeleid dat na de beleidsvoorbereiding de aandacht voor de uitvoering van het beleid bij zowel de raad als het college verslapt. De informatie over de uitvoering biedt onvoldoende zicht op de mate waarin het Actieplan Luchtkwaliteit conform planning wordt uitgevoerd en resultaten worden behaald. Dit vormt een risico voor het tijdig realiseren van resultaten omdat controleren en bijsturen pas goed uitvoerbaar is wanneer bij de vaststelling van het beleid concrete doelen en heldere tijdpaden zijn vastgelegd. De rekenkamer beveelt aan een beleidsnota pas vast te stellen als deze voorzien is van een format voor de voortgangsrapportage en de raad zich ervan heeft verzekerd dat dit voldoende basis voor controle biedt.

Instantie Rekenkamer Gemeente Den Haag
Auteur Mirjam Swarte, Nils Nijdam, Barbara Brink,
Soort instantie Rekenkamer
Datum 2011
Publicatienr. Bestuurlijk rapport
ISBN
Trefwoorden Emissie, Fijnstof, Gemeente, Luchtkwaliteit, Onderzoek, Rekenkamer, Stikstofdioxide, Verkeer

Terug naar bibliotheek