Met ruimtelijk beleid naar een klimaatbestendig Vlaanderen

2012

Auteur(s): I. Coninx, K. Bomans, M. Dugernier, H. Goosen, G. Maas en C. Vervaet
Instantie: Alterra Bekijk Download

Klimaatverandering daagt onze samenleving uit. De veranderende klimaatomstandigheden beïnvloeden allerlei natuurlijke processen met maatschappelijke, ecologische en economische gevolgen als resultaat. Een aantal van deze gevolgen wordt maatschappelijk gezien niet wenselijk geacht. Daarom worden vanuit het klimaat- beleid maatregelen ontwikkeld om deze gevolgen te voorkomen of te matigen.
Klimaatbeleid kent doorgaans een tweedeling (Figuur 1), een mitigatiebeleidslijn, gericht op het beperken van de CO2-uitstoot. Men beoogt daarmee klimaatverandering te voorkomen, of in ieder geval te beperken. De adaptatiebeleidslijn, waarbij gesteld wordt dat een bepaalde mate van klimaatverandering een feit zal zijn. Adaptatiebeleid is gericht op het matigen van de gevolgen van de klimaatverandering. Deze twee luiken zijn ook onderdeel van het Vlaamse klimaatplan (Vlaams Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, 2012).
Verandering in het klimaat (temperatuur, neerslag, wind)
Verandering in natuurlijke processen
Blootstelling van ruimtegebruik
Kwetsbaarheid van ruimtegebruik
Klimaatgevolgen
Mitigatiebeleid Adaptatiebeleid Figuur 1
Beleidslijnen in het klimaatbeleid.
Wil men een klimaatbestendig Vlaanderen creëren en dus klimaatverandering en de effecten ervan matigen, dan spelen ruimtelijke ordening én ruimtegebruik een rol. Ten eerste is de manier waarop functies ruimtelijk geordend zijn ten opzichte van elkaar van invloed op de hoeveelheid CO2-uitstoot. Zo zal een uitgestrekte stad, met weinig publieke transportmogelijkheden en onaangename fietsfaciliteiten zoals dit bijvoorbeeld in Houston in de VS het geval is (Glaeser & Kahn, 2010), noodzaken dat de inwoners voor iedere verplaatsing gebruik- maken van de auto, met heel wat CO2 uitstoot tot gevolg. Maar ook is het, ten tweede, zo dat de aard van het ruimtegebruik en de ordening ervan bepaalt hoe ernstig de gevolgen van klimaatverandering kunnen zijn. Neem bijvoorbeeld de stad New York. Door de ligging in een delta en door de hoge bebouwingsgraad is deze stad erg kwetsbaar voor klimaatgevolgen veroorzaakt door bijvoorbeeld stormen, overstromingen en hitte- stress. Echter, de stad maakt hier en daar gebruik van groen, zoals Central Park, om hittestress in de zomer te matigen. Kortom, in beleid dat omgaat met klimaatverandering dienen ook ruimtelijke ordening én ruimte- gebruik gefaciliteerd te worden opdat klimaatveranderingen de gevolgen ervan milderen of in elk geval niet meer verergeren bijvoorbeeld door natuurgebieden verder te versnipperen of door bomen en parken uit de stad te verwijderen (Glaeser & Kahn, 2010).

De vraag die dan opkomt is hoe het ruimtelijk beleid ingezet kan worden om noodzakelijke en gewenste ruimtelijke veranderingen voor een klimaatbestendig Vlaanderen ook effectief teweeg te brengen. De zoektocht naar zo een ruimtelijke ordening en een ruimtelijk beleid is een proces met onzekerheden en onduidelijkheden. Meningen zijn erover verdeeld. Het vraagstuk toont zich als een ‘wicked problem’ (Rittel & Webber, 1973). Omgaan met klimaatverandering vraagt om grootschalige veranderingen, niet enkel in de ruimtelijke struc- turen, maar ook in de sociale, institutionele en economische structuren, kortom, het is een transitieproces (Rittel & Webber, 1973). Dit onderzoek beoogt voor het Departement RWO handelingsstrategieën te geven over welke rol zij zouden kunnen opnemen in dit transitieproces.

Instantie Alterra
Auteur I. Coninx, K. Bomans, M. Dugernier, H. Goosen, G. Maas en C. Vervaet
Soort instantie Onderzoeksinstituut
Datum 2012
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Beleid, Duurzaam(heid), Gebiedsontwikkeling, Klimaatadaptatie, Klimaatverandering, Ruimtelijke inrichting, Ruimtelijke ordening, Waterbeheer

Terug naar bibliotheek