Monitor Gebiedsagenda 2015, Noord-Holland, Utrecht, Flevoland
28 augustus 2015
De Gebiedsagenda is een gezamenlijk product van Rijk en regio, met als hoofddoel het behouden en versterken van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel – het economisch kerngebied van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Om deze ambitie te verwezenlijken zijn samenhangende inspanningen nodig. Rijk en regio staan voor de uitdaging om de schaarse ruimte in de Noordvleugel optimaal in te zetten
voor het creëren van de juiste vestigingsvoorwaarden voor bedrijven en talent. In de Gebiedsagenda zijn zes hoofdopgaven benoemd.
De Gebiedsagenda richt zich in hoofdzaak op de Noordvleugel: het economisch kerngebied van de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Binnen de Noordvleugel kan onderscheid worden gemaakt tussen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en het Utrechtse deel van de Noordvleugel (hierna ‘NV Utrecht’). Waar relevant worden verschillen tussen de MRA en NV Utrecht getoond.
De Monitor is bedoeld als instrument voor het volgen van de ontwikkeling van de Noordvleugel en als basis voor beleidsevaluaties. Per hoofdopgave zijn de huidige situatie en recente ontwikkeling van de Noordvleugel geschetst aan de hand van vier tot vijf sleutelindicatoren. Deze indicatoren zijn zo geselecteerd dat zij in één oogopslag inzicht bieden in (de bijdrage van de Gebiedsagenda aan) de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel. Ook de zeven gebiedsopgaven – de majeure integrale gebiedsontwikkelingen in de Noordvleugel – zijn in de Monitor beknopt beschreven. De keuze voor een compacte monitor brengt overigens met zich mee dat niet de gehele Gebiedsagenda erdoor is afgedekt.
Dit is de tweede editie van de Monitor, na de nulmeting van 2014. De monitor zal ook hierna periodiek verschijnen. De Monitor zoals die nu voorligt, is een instrument in ontwikkeling: volgende edities worden waar nodig aangevuld en aangescherpt. In vergelijking met de vorige monitor is meer aandacht besteed aan de samenhang tussen de hoofdopgaven onderling en de samenhang tussen de hoofdopgaven en de gebiedsopgaven. Tevens zijn enkele indicatoren toegevoegd om, meer nog dan vorig jaar, de internationale concurrentiepositie in beeld te brengen.
Voor deze publicatie is gebruik gemaakt van diverse databronnen. De belangrijkste zijn het CBS, het Compendium voor de Leefomgeving, LISA, het NFIA, NS, Rijkswaterstaat, RVO, Schiphol, en diverse andere (regionale) monitoren. Ook zijn data aangeleverd door provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht en diverse gemeenten in de Noordvleugel. De data die voor deze publicatie zijn gebruikt zijn te raadplegen in het Digitaal tabellenboek Monitor Gebiedsagenda.
De Monitor heeft de volgende opbouw:
▪ het ‘dashboard’ op de volgende pagina’s presenteert de kern van de huidige stand van zaken;
▪ vanaf pagina 8 is per hoofdopgave een beeld geschetst van de huidige situatie aan de hand van vier tot zes sleutelindicatoren;
▪ en vanaf pagina 24 zijn de gebiedsopgaven in iets meer detail beschreven.