Natuur voor iedereen: participeren, investeren en profiteren

2010

Auteur(s): Kees Hendriks, Ilse Geijzendorffer, Astrid van Teeffelen, Tia Hermans, Cees Kwakernaak, Paul Opdam, Pier Vellinga
Instantie: Alterra Bekijk Download

Het huidige natuurbeleid, en met name het tot stand komen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), kan als een succes worden beschouwd.
Dit dossier is na aanvang door ieder nieuw kabinet onverkort overgenomen. Het wordt sterk gedreven door de collectieve zorg over het verlies van bijzondere soorten, unieke natuurgebieden
en karakteristieke landschappen. Bijzondere natuurgebieden worden beschermd tegen voortschrijdende verstedelijking, industrialisering en intensivering van de landbouw. De Ecologische Hoofdstructuur wordt scherp begrensd en economische activiteiten en menselijke invloeden worden beperkt. Aanzienlijke hoeveelheden publieke middelen zijn aangewend voor aankoop en beheer van deze gebieden. Het beleid wordt gekenmerkt door een sterke strategische sturing vanuit het ministerie van LNV.
Hoewel het beleid op veel plaatsen heeft geleid tot natuurbehoud en natuurherstel, is de achteruitgang van de biodiversiteit er echter geen halt mee toegeroepen1. Tegelijkertijd zijn er veranderende omstandigheden, zoals demografische en sociologische ontwikkelingen in de maatschappij, voortschrijdende inzichten in de wetenschap, ervaringen uit regionale projecten en verwachte effecten van klimaatverandering op de fysieke omgeving. Het is daarom de vraag of de huidige weg nog steeds de juiste is om adequaat te
kunnen reageren op de nieuwe uitdagingen die het gevolg zijn van deze veranderende omstandigheden.
In het Beleidsprogramma biodiversiteit 2008-20112 worden de knelpunten rondom biodiversiteit en ecosystemen onderkend. Er worden vijf inhoudelijke prioriteiten gepresenteerd in aanvulling op het reguliere beleid om de bedreigingen voor de natuur tegen te gaan. Deze richten zich op de relatie tussen biodiversiteit en handelsketens, financiering, ecosysteemdiensten, ecologische netwerken
en mariene ecosystemen. In verscheidene case studies wordt al gezocht hoe ecosysteemdiensten ingezet zouden kunnen worden, maar het ontbreekt aan een vervolgstap, waarin deze case studies zouden kunnen leiden tot een samenhangend nationaal beleid voor stad en land. Met dit essay willen we een bijdrage leveren aan de discussie over een mogelijk nationaal raamwerk voor ecosysteemdiensten, en hoe dit in de praktijk zou kunnen werken.
Toenemende roep om natuur voor mensen
De Nederlandse maatschappij toont over het algemeen een redelijke mate van betrokkenheid met de natuur, getuige de vele lidmaatschappen van natuurorganisaties. Ook is er een toenemende roep om natuur waarin je kunt wonen, werken, sporten en ontspannen. Particulieren denken steeds nadrukkelijker mee over beheer eninrichting van de groene ruimte, met name als er veranderingen in hun leefomgeving op stapel staan.
Waar professionals en beleidsmakers eigen definities hebben van wat natuur is, en wat
niet, ervaren veel mensen de natuur overal:
in natuurgebieden, op het platteland, in het stadspark, in de achtertuin... Vanuit de behoefte aan een aangename woonomgeving, stressreductie, of verkoeling in de zomer wordt in en rondom stedelijk gebied steeds meer de toegevoegde waarde van groen gezien. Het huidige natuurbeleid is vooral gericht op de EHS, Natura 2000 en het beschermen van zeldzame soorten. Het lijkt, qua wijze waarop natuur beleefd wordt door de bevolking, niet voldoende aan te sluiten bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. Er wordt ook onvoldoende toegankelijke en bruikbare natuur in de directe leefomgeving ervaren. Natuurbeleid lijkt te veel een ecologisch-beheerstechnisch verhaal te zijn geworden, ontwikkeld uit discussies tussen experts, dat onvoldoende herkenning geeft bij burgers. De moeizame realisatie van de EHS lijkt een symptoom van een afnemend draagvlak bij bepaalde groepen in de maatschappij, zoals boeren, gemeenten en bedrijven. Overheden lijken te lijden aan een verminderde doorzettingskracht. Bij het realiseren van de EHS ontstaat steeds meer discussie over het, al dan niet vrijwillig, afstaan van grond door de landbouw, terwijl tegelijkertijd het beoogde areaal agrarisch en particulier natuurbeheer achterblijft bij de doelstelling.

Nederland op slot?
Beschermde natuur is scherp afgebakend en er worden harde voorwaarden gesteld aan het omliggende landschap. Bescherming is noodzakelijk omdat veel ecosystemen en soorten slecht gedijen in intensief gebruikt landschap. De strikte, op scheiding van functies gerichte wetgeving blijkt echter ook een keerzijde te hebben, en leidt bijvoorbeeld tot polarisatie tussen economische activiteiten en natuurbehoud. Veel boeren en andere ondernemers voelen zich door regelgeving voor natuur beperkt in hun ondernemerschap. Vooral bij de aanwijzing van de Natura 2000-gebieden wordt vaak geroepen dat Nederland ‘op slot’ zit. Hierdoor brokkelt
het draagvlak voor het natuurbeleid verder af, en worden kansen voor het combineren van natuurwaarden met andere ruimtelijke opgaven niet benut. Natuur wordt in deze optiek beschouwd als een optie, een luxe product, in plaats van een cruciaal aspect voor de leefbaarheid.
Een belangrijk doel van het natuurbeleid is het behoud van nationale en mondiale biodiversiteit. Maar lukt dit ook? De afname van biodiversiteit is weliswaar verminderd, maar het is niet waarschijnlijk dat een volledig gerealiseerdeEHS de afname van biodiversiteit volledig zal stoppen. Onderzoek laat zien dat er meer nodig is dan aankoop van hectares3. Goed functionerende verbindingen tussen gebieden en een goede milieukwaliteit zijn essentieel. Door klimaatverandering zullen milieucondities veranderen en meer fluctueren en wordt het voor planten en dieren nog belangrijker om zich vrij tussen gebieden te kunnen verplaatsen.
Het reserveren van aanzienlijk meer ruimte voor natuur in reservaten lijkt echter, gezien de hoge ruimtedruk, een weinig succesvolle strategie. Maar wat dan wel? Het antwoord luidt: door het natuurbeleid te transformeren van een sectoraal beleid, vooral gericht op bescherming in reservaten, naar een meer integraal beleid waarbij natuur wordt beheerd als reservoir voor de samenleving in al zijn facetten. De relatie tussen mens en natuur moet worden omgedraaid: 7 van defensief naar participatief, van een natuur die als gebied wordt beschermd, afgeschermd eigenlijk, naar een natuur waarin en waarmee mensen kunnen ondernemen, en zo bijdragen aan een duurzame inrichting en beheer van de leefomgeving. Natuur is daarbij geen optie om vrij te kiezen, maar een cruciale voorwaarde voor het duurzaam functioneren van de leefomgeving. Ecosysteemdiensten staan hierbij centraal.

Instantie Alterra
Auteur Kees Hendriks, Ilse Geijzendorffer, Astrid van Teeffelen, Tia Hermans, Cees Kwakernaak, Paul Opdam, Pier Vellinga
Soort instantie Onderzoeksinstituut
Datum 2010
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Beleid, Ecosysteemdienst, Natuur, Participatie

Terug naar bibliotheek