Nederland 100% duurzame energie in 2030

2014

Auteur(s): Stichting Urgenda
Instantie: Stichting Urgenda Bekijk Download

Vraagstelling
Dit rapport, deze visie, deze agenda wil antwoord geven op de vraag: als we het willen, kunnen we dan binnen twintig jaar overschakelen op een volledige duurzame energie voorzie- ning? Is het technische mogelijk? Blijft ons energiesysteem dan minstens even betrouwbaar? Kunnen we die overgang betalen en leidt het tot een betaalbare energievoorziening in 2030? Zijn er onoverkomelijke obstakels, waardoor het niet kan binnen twintig jaar? Stel dat we de urgentie onderkennen en het echt willen, kan het dan, 100% duurzame energie in 2030?

Waarom - urgentie
Waarom zo’n haast, waarom binnen twintig jaar? We onderzoeken een transitie binnen twintig jaar, omdat broeikasgassen en vooral CO2 heel lang in het systeem van de aarde en in de atmosfeer blijven (honderden tot duizenden jaren) en slechts langzaam verdwijnen. Hoe langer we wachten, hoe meer de CO2 uitstoot uit het verleden optelt bij die van het heden en samen zo hoog worden, dat het leidt tot temperatuurstijgingen van meer dan 4 graden gemiddeld op aarde. Dit terwijl Nederland en meer dan 190 andere landen op basis van aanvaarde wetenschap hebben gesteld dat 2 graden temperatuurstijging al het maximum is. Daarboven leidt het met 50% kans tot gevaarlijke klimaatverandering. Wij vinden 50% kans al veel te hoog. Bovendien is 2 graden temperatuurstijging al hoger dan volgens veel wetenschappers verstandig is. Wij willen graag veel meer dan 50% kans dat het goed gaat. We willen niet gokken met de toekomst van de volgende generaties. Als we pas in 2050 serieus de CO2 uitstoot gaan ombuigen, dan zijn we zeker te laat. Veel wetenschappers die liever geen Russische roulette spelen, pleiten daarom voor een serieuze teruggang in CO2-uitstoot van 6% per jaar. Wij hebben dat vertaald in 100% duurzame energie in 2030: geen CO2-uitstoot veroorzaakt door het energiesysteem in 2030.

Aanpak
Onze visie is dat we binnen twintig jaar grote omslagen kunnen bewerkstelligen, als we er samen van overtuigd zijn dat het nodig is. Sommigen zijn daarvan overtuigd vanwege de hierboven beschreven urgentie. Anderen weten dat over twintig jaar ons aardgas op is en willen de omslag maken om niet te afhankelijk te worden van andere landen. Weer anderen willen overstappen op duurzame energie omdat het meer zekerheid geeft over de kostprijs van energie en weer anderen vinden het gewoon ‘leuk’ om zelf hun eigen energie op te wekken. Het maakt niet uit waarom mensen overstappen op duurzame energie, als het maar gebeurt.
Onze vraag aan het bedrijf Quintel Intelligence was: stel dat wij met vele anderen erin slagen om voldoende mensen enthousiast te maken om hun huis energieneutraal te maken en elektrisch te gaan rijden en minder vlees te eten, hoeveel energie kunnen we dan samen lokaal duurzaam opwekken en wat moeten we dan nog centraal duurzaam opwekken om tot een duurzame betaalbare energievoorziening te komen in 2030? Kan die energievoorziening betrouwbaar en betaalbaar blijven? Hoeveel energie moeten bedrijven besparen en kan dat? Het Energietransitiemodel (ETM) van Quintel werkt met getallen en aannamen die zijn aangeleverd door netwerkbedrijven, energiele- veranciers, Shell, GasTerra, Gasunie en allerlei andere marktpartijen. Het ETM neemt innova- ties zoals energieopslag, slimme netten (’smart grids’), nieuwe vormen van duurzame energie en allerlei energie-managementsystemen nog niet mee. Het is dus een conservatief model en op ons verzoek is daar waar er keuzes gemaakt moesten worden, steeds conservatief gekozen, om niet van onrealistisch optimisme te wor- den beschuldigd. Op basis van onze visie en de uitkomsten van het model hebben we met tien- tallen experts gesproken en het verhaal verder aangescherpt.

Visie
In dit rapport gaan we uit van zo’n 50% energiebesparing in twintig jaar over alle sectoren. Daarnaast is het onze visie dat we in die periode bijna alle bestaande gebouwen energieneutraal kunnen maken, dat mensen in Nederland vaker met deelauto’s en (nieuwe) vormen van OV gaan reizen en hun auto (als die er nog is) de komen- de twintig jaar vaak gaan inwisselen voor een elektrische auto. De tuinbouw en het bedrijfsle- ven gaan besparen en deels over op duurzame energie. Stel dat we vanuit die visie de rest van de benodigde energie duurzaam willen opwekken, kan dat?

Het kan, als je het wilt!
De conclusie is dat een geheel duurzame energievoorziening in 2030 mogelijk is. Er zijn geen technische belemmeringen. Het bouwen aan deze duurzame energievoorziening levert ook veel banen op: minimaal 150.000 banen die er nog niet waren. Een duurzame energievoorziening betekent ook dat we het heft in eigen handen nemen en niet afhankelijk worden van andere landen als ons goedkope aardgas op is over een jaar of twintig. We zullen wel moeten investeren. Er is een extra investering van 2 miljard per jaar in elektriciteitsnetten en een investering van 7 miljard per jaar in duurzame elektriciteit- en warmteproductie nodig.

Vijf keer anders:
de agenda voor Nederland tot 2030 Hiernaast volgt in hoofdlijnen wat we minimaal moeten doen om 100% duurzame energie in 2030 te kunnen halen. Met deze agenda is gerekend. Dit kunnen we betalen en de technieken zijn er. Daarnaast bevat dit rapport nog een reeks aan andere opties en innovaties. Als we die ook een kans geven, dan kan het allemaal nog veel sneller en goedkoper. Het rapport geeft de agenda voor Nederland en agenda’s voor Nederlandse inwoners. Als we samen al die stappen zetten, komen we heel ver.

1 Anders wonen: wonen zonder energierekening
• huishoudens en kantoren gaan energie besparen (resp. 35% en 60%)
• huizen energieneutraal binnen 20 jaar
2 Anders van A naar B: schoner, stiller en met minder energie:
• 75% van alle auto rijden elektrisch, 25% op biodiesel, bio-ethanol en bio-CNG
• 45% van het zwaarder vervoer rijdt elektrische en 45% op bio-CNG
• goederen vervoer 1,5%/jaar efficiënter
3 Anders eten: een meer plantaardige, regionale en seizoensgewonden keuken
• 20% energiebesparing in de land- en tuinbouwsector (vooral in de kassen)
• de resterende energievraag in kassen: 75% geothermie en WKO-installaties
4 Anders produceren: naar een circulair, bio-based industrie op duurzame energie:
• de industrie bespaart 2% energie per jaar
5 Anders energie opwekken: veel zon en wind
• 7200 MW wind op land, 16.800 MW wind op zee, 900 MW wind aan de kust
• 24.800 MW zonne-energie
• biomassa als back-up totdat er voldoende opslagmogelijkheden en smart grids zijn

Instantie Stichting Urgenda
Auteur Stichting Urgenda
Soort instantie Stichting
Datum 2014
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Duurzaam(heid), Duurzame energie, Energie, Klimaatneutraal, Klimaatverandering, Model

Terug naar bibliotheek