Niet buiten de burger rekenen!
2016
In 2018 wordt de nieuwe Omgevingswet van kracht, die uitgaat van minder regels en van meer betrokkenheid van burgers bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. Het beschermen en benu en van de leefomgeving wordt daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, bedrijven en burgers. Om dat te realiseren, is samenwerking nodig. Hoe moet die samenwerking verlopen? Wie is wanneer aan zet? Welke belangen wegen mee of wegen het zwaarst? Om ervoor te zorgen dat alle economische, cultuurhistorische en maatschappelijke belangen worden meegewogen op een manier die tot consensus leidt, is een aantal randvoorwaarden noodzakelijk. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft zich op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gebogen over de vraag welke dat moeten zijn.
In dit essay gaan we in op informatievoorziening als randvoorwaarde voor een goede weging van nanciële, ruimtelijke en sociale belangen. Overheden hebben daarnaast ‘antennes’ nodig die aanvoelen wie er bij ruimtelijke plannen betrokken moeten worden, welke informatie en communicatie daarvoor nodig is, en welke belangen en waarderingen er spelen. Burgers en hun organisaties moeten op verschillende manieren kunnen participeren. Het scp onderzocht eerder ook vormen van participatie in de zorg, op de arbeidsmarkt en in het welzijn, alsook burgerparticipatie in democratische besluitvorming en vormen van cultuur-participatie. In dit essay worden uit een aantal van die inzichten lessen getrokken voor de reikwijdte van de participatieve samenleving bij het maken van afwegingen in het ruimtelijk domein.
Participeren gaat namelijk niet vanzelf, ook niet als het in een omgevingsvisie beschreven staat. Er wordt een steeds groter beroep op mensen gedaan om meer te werken, te zorgen en allerlei taken te combineren, en nu ook ten aanzien van de leefomgeving. Niet iedereen hee de tijd, kennis en middelen om dit te doen. Het realiseren van de benodigde randvoorwaarden voor goede informatie, heldere communicatie, passende
Inspraak en eventueel ondersteuning om een serieuze partner van de overheid te kunnen zijn, raakt de kern van wat steeds vaker de ‘systeemverantwoordelijkheid’ van de rijksoverheid wordt genoemd. Die modieuze term werkt echter verhullend. Het gaat er namelijk niet alleen om dat er een ‘systeem’ van informatievoorziening, inspraak en mogelijke betrokkenheid van burgers bestaat, maar ook dat dat systeem goed werkt. Dat betekent dat het rijk ervoor moet zorgen dat de ervaringen en belangen van alle betrokkenen bij de omgevingsvisie er daadwerkelijk toe doen.
Het beter beschermen en benu en van de leefomgeving gaat niet zonder serieuze betrokkenheid van burgers. Maar burgerparticipatie wordt pas écht gerealiseerd als de overheid zich omgekeerd ook meer responsief en participatief naar burgers toont.