Overlast door houtrook; onderzoek naar het meten van fijn stof als hulpmiddel bij het beoordelen van klachten over houtstook

2015

Auteur(s): GGD Groningen
Instantie: GGD Groningen Bekijk Download

Houtrook in de woonomgeving veroorzaakt veel klachten. De stokers zijn het op veel locaties met de klagers niet eens over de ernst van het probleem. Over de beoordeling hebben ook overheden en rechters geen duidelijkheid. In de verkennende studie naar overlast van houtrook is onderzocht hoe bruikbaar eenvoudige en betaalbare op de markt verkrijgbare meetapparaten zijn in het geval van klachten over houtrook van buren. Daartoe zijn een Atal IAQ PM2.5 en een Dylos DC 1700 aangeschaft. Beide apparaten zijn bedoeld om de fractie PM2.5 in fijn stof te meten.
Het onderzoek bestond uit metingen van fijn stof (PM2.5), kortdurend (Atal) en gedurende een week (Dylos) in een open raam of onder een afdakje van het huis van klagers. De klagers hielden ook een logboek bij van de mate van overlast, zowel geurhinder als gezondheidsklachten. Ook hebben ze diverse vragenlijsten ingevuld.

Het onderzoek was gericht op de volgende vragen.
• Gaan hoge overlast-scores gepaard met hoge PM2.5-concentraties?
• Gaan hoge PM2.5-concentraties gepaard met hoge overlast-scores?
• Draagt het onderzochte gebruik van een Atal of Dylos PM2.5-meter bij aan een beter onderscheid tussen acceptabele en niet-acceptabele situaties?

Bij de onderzochte groep werd in het algemeen geen consistente samenhang gezien tussen de ervaren overlast en de fijn stof meetresultaten. In de individuele situatie met klachten over houtrook geeft een meting van PM2.5 gedurende een week met de Dylos geen informatie die meerwaarde heeft ten opzichte van een vragenlijst of logboek. Dit geldt ook voor een meting met een Atal IAQ PM2.5 tijdens een tevoren afgesproken huisbezoek. De metingen lijken nauwelijks een diagnostische, voorspellende waarde te hebben. In de gekozen opzet zijn de onderzochte meetapparaten niet zonder meer bruikbaar om te bepalen of een situatie waarover klachten bestaan wel of niet acceptabel is. Nader onderzoek in deze richting dient zich te richten op validatiewerk, want het lijkt erop dat de absolute waarden in het huidige onderzoek nog onvoldoende zeker zijn.

De met de Dylos gemeten en omgerekende concentraties PM2.5 zijn soms opvallend hoog met waarden tot ruim 300 μg/m3. Dit kan ten dele liggen aan de omrekenfactor die aan de hoge kant was bij vergelijking met een gekalibreerd meetapparaat van Lighthouse. De factor die Dylos opgeeft om de gemeten aantallen deeltjes om te rekenen in het gewicht van die deeltjes is niet onderbouwd en is onderwerp van een wetenschappelijk discussie. Als voortschrijdend 24-uursgemiddelde is de concentratie PM2.5 op sommige locaties regelmatig hoger dan de gezondheidkundige advieswaarde van de WHO. Ook al zijn de werkelijk concentraties wat lager dan de gemeten waarden, dan wijzen ze nog wel op een serieuze verontreiniging. Het is mogelijk dat de geconstateerde pieken afkomstig zijn van naburige houtkachels. De meetwaarden zijn wat hoger wanneer de windrichting gemeten op een KNMI-station zodanig is dat de woning van de klager benedenwinds ligt van de houtkachel waarover klachten bestaan.

Een nevenbevinding is de mate waarin veel mensen houtrook als een probleem ervaren. Verder blijkt dat velen vinden dat de overheid tekort schiet wanneer zij daar om hulp of maatregelen vragen. De juridische mogelijkheden die beschreven zijn in toolkit ‘Houtstook door particulieren, hoe voorkom je overlast’ bieden kennelijk geen oplossing.
Gezien de hoge pieken met mogelijk grote overschrijdingen van de WHO-advieswaarde die op sommige locaties zijn gemeten, is het raadzaam nader onderzoek te richten op dit aspect. Het meetapparaat van Dylos lijkt daartoe geschikt maar dan zijn bovendien metingen nodig met een goed geijkt apparaat om een correcte omrekenfactor te bepalen, die geschikt is om in dergelijke situaties de door de Dylos DC 1700 getelde aantallen deeltjes om te rekenen naar het gewicht van die deeltjes. Daarbij is het van belang na te gaan of het ter plaatse gelijktijdig meten van de windrichting en windsterkte bijdraagt aan het vaststellen van welke bron de PM2.5-overschrijding afkomstig is.
Verder is het te overwegen de regelgeving zodanig aan te scherpen dat gemakkelijker maatregelen opgelegd kunnen worden in situaties van ernstige overlast.

Instantie GGD Groningen
Auteur GGD Groningen
Soort instantie Geneeskundige hulpverleningsorganisatie
Datum 2015
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Fijnstof, Hout, Houtrook, Houtstook, Luchtkwaliteit, Meten, Stikstofdioxide

Terug naar bibliotheek