Programmatisch handhaven in de context van de RUD

2013

Auteur(s): Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Instantie: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid Bekijk Download

De Regionale Uitvoeringdiensten houden toezicht op regels en voorschriften die de veiligheid en gezondheid van mensen en de kwaliteit van het leefmilieu beschermen. Deze regels hebben alleen hun maatschappelijk nut als ze ook worden nageleefd. Naleving is niet vanzelfsprekend. De handhavingstaak van de RUD’s is om vanuit
het bestuursrecht de naleving te bevorderen en daarmee de maatschappelijke doel­ stellingen van de regels te helpen realiseren. Daarin staan ze overigens niet alleen, ook andere partijen hebben een verantwoordelijkheid in het bevorderen van de naleving. De bestuursrechtelijke aanpak zal bijvoorbeeld gelijk op moeten gaan met de straf­ rechtelijke aanpak.
Om deze opgave effectief in te vullen, is samenwerking met veel verschillende partners noodzakelijk. Iedere organisatie heeft zo zijn eigen zorgen, taken en doelen; die sluiten nooit naadloos op elkaar aan. Samenwerking vergt daarom investering van alle betrok­ ken partijen, een investering die alleen tot stand komt als iedereen daar de meerwaarde van ziet. Het zichtbaar maken en realiseren van die meerwaarde is onderdeel van
de coördinerende taak van de RUD’s. In dit hoofdstuk bespreken we de visie op hand­ having tegen deze achtergrond.

Visie op gezamenlijke handhaving
Een duidelijke visie beschrijft de motieven waarop partijen willen samenwerken. Zonder een duidelijke gedeelde visie op de doelen en opzet van de samenwerking is het lastig ­ zo niet onmogelijk ­ de regierol goed in te vullen. Motieven om in RUD­verband samen te werken zouden bijvoorbeeld kunnen zijn:

1. Overtredingvanmilieuregelskantotgroteenonomkeerbareschadeleiden.Alsde samenwerking zich richt op die situaties waarvan de verschillende organisaties zien en erkennen dat de risico’s groot zijn, appelleert de samenwerking aan de verant­ woordelijkheid en beroepstrots van de handhavers en verantwoordelijkheid van de bestuurders. Samenwerking zou zich daarom in eerste instantie op deze situaties moeten richten.
2. Handhaving van de milieuregels is inmiddels zo ingewikkeld dat niemand dat meer alleen kan overzien of aanpakken. Hoe welwillend bestuurders ook zijn, ze hebben elkaar nodig om een strategie te bepalen. En hoe professioneel de medewerkers van de verschillende organisaties ook zijn op hun eigen terrein, alleen sámen hebben ze de kennis, slagkracht en instrumenten om het verschil te maken. Vooral bij complexe situaties en bovenregionale taken is samenwerking belangrijk.
3. Bij incidenten en calamiteiten komt te vaak naar voren dat de handhaving is tekort­ geschoten. De bestuurders en handhavers moeten kunnen laten zien dat zij alles
in het werk stellen om de handhavingstaak optimaal uit te voeren. Goede samen­ werking is daar onderdeel van.
Ook met een gedeelde visie blijft samenwerking een lastig proces. Binnen de pilots is naar voren gekomen dat samenwerking initiëren en onderling vertrouwen winnen het snelst gaat aan de hand van concrete uitdagingen of thema’s. Daar wordt de meer­ waarde van samenwerking, zoals die ook in de visie is geformuleerd, al snel concreet, en wordt de noodzaak sterker gevoeld. Het inrichten van de samenwerking met behulp van programmatisch handhaven doet precies dat: de inhoud en werkelijke bedreigingen vormen de agenda voor het invullen van concrete samenwerking. Zo wordt vermeden dat vooral in algemene termen over bevoegdheden en verantwoordelijkheden wordt gesproken. Een van de pilotdeelnemers verwoordde dat treffend: “Je voorkomt ‘witte knokkeldiscussies’ over wie nu precies waarvan is.”

Instantie Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Auteur Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Soort instantie Agentschap
Datum 2013
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Handhaving, Omgevingsdienst, Regionale UitvoeringsDienst (RUD), Samenwerking

Terug naar bibliotheek