Reader Luchtkwaliteit en Gezondheid

19 maart 2012

Auteur(s): Bart Wester, Sef van den Elshout
Instantie: DCMR Milieudienst Rijnmond Bekijk Download

Luchtkwaliteit en gezondheid van S02 naar roet
Er zijn verschillende stoffen in de lucht die gezondheidseffecten kunnen veroorzaken. De effecten variëren in ernst (van irritatie, toename astmatische klachten e.d. tot sterfte) en in aard (toename hart- en vaatziekten, COPD, astma, kanker). Daarnaast zijn er korte termijn effecten als gevolg van veranderingen in blootstelling door schommelingen in de dagelijkse concentraties of door incidenten als brand of smog. Bij langetermijneffecten gaat het om een langdurige blootstelling aan relatief lage concentraties die toch de levensverwachting in een populatie vermindert.
Behalve dat de effecten zeer uiteenlopend zijn, zijn ook de veroorzakers niet altijd eenvoudig vast te stellen. De meeste stoffen die verdacht worden van gezondheidseffecten komen gezamenlijk voor in mengsels in de lucht. Vaak zijn ze ook afkomstig uit dezelfde bronnen: verbrandingsprocessen zoals in de industrie, voor verwarming en in het verkeer. Hoewel de oorzakelijkheid tussen een bepaald gezondheidseffect en een bepaalde stof niet altijd duidelijk is, staat het effect van luchtverontreiniging, ook de hedendaagse historisch gezien Vrij bescheiden niveaus, niet ter discussie.

Hedendaagse uitdagingen
Op dit moment zijn in Nederland fijnstof, ozon, PAK en benzeen de belangrijkste luchtvervuilande stoffen. Belangrijk omdat ze gereguleerd zijn en omdat de gezondheidseffecten van de stoffen onomstreden zijn. Daarnaast is NO2 een gereguleerde stof die veel genoemd wordt. Voorheen werd gedacht dat NO2 ook gezondheidseffecten veroorzaakte, maar tegenwoordig denken we dat NO2 vooral een geschikte en gemakkelijk te meten indicator is voor andere luchtvervuiling die gevaarlijker is (verbrandingsaerosol). Daarnaast speelt NO (de verzamelde stikstofoxiden) een rol in de vorming van ozon (wel relevant) en vormt het een bedreiging voor het milieu3 (zure regen, vermesting). Behâlve dat we moeite hebben om de NO2-normen te halen is er dus ook om inhoudelijke redenen nog steeds veel aandacht voor NO2.
In het verleden speelde ook S02 een grote rol. Bij de grote smog in London van 1952 waarin enkele dagen 4000 mensen meer stierven dan normaal, werden naast roet ook hoge zwavel-zuurgehaltes gemeten. Inmiddels is S02 geen wezenlijk gezondheidsprobleem meer doordat we schonere brandstoffen hebben dan de kolen van een halve eeuw geleden en betere rook-gasreiniging in de industrie.

Stof/fijnstof
Van het bovengenoemde rijtje is, gelet op de concentratieniveaus, fijnstof de belangrijkste vorm van luchtvervuiling. Fijnstof is echter een onhandig containerbegrip. Het zijn zwevende deeltjes, meestal alleen gekarakteriseerd door de maximale diameter (10 pm, 2,5 pm). Maar de herkomst van het stof kan van alles zijn: van waarschijnlijk onschuldig zeezout of Saharazand, tot zware metalen, PAK4s en allerlei andere organische verbindingen, dioxines enz. Fijnstof is bovendien lastig te meten. Het meeste stof is hygroscopisch; water bepaalt dus een deel van de gemeten massa. Sommige deeltjes zijn bovendien vluchtig, waardoor onder overigens gelijke omstandigheden de gemeten concentratie op een warme en koude dag verschillend kan zijn,

Instantie DCMR Milieudienst Rijnmond
Auteur Bart Wester, Sef van den Elshout
Soort instantie Omgevingsdienst (RUD)
Datum 19 maart 2012
Publicatienr. 21351101
ISBN
Trefwoorden Emissie, Fijnstof, Gezondheid, Luchtkwaliteit, Milieu, Roet, Stikstofdioxide, Verkeer

Terug naar bibliotheek