Richtlijn geohydrologische isolatie van bestaande stortplaatsen
1997
In het Stortbesluit en de daarbij behorende richtlijnen is door doel- en middelvoorschriften weergegeven hoe de isolatie van een bestaande of nieuwe stortplaats dient te worden uitgevoerd. In een aantal gevallen kan hieraan niet worden voldaan en dienen vervangende maatregelen te worden getroffen, zoals geohydrologische isolatie' (Gi). In de bestaande richtlijnen zijn voor, afwijkende maatregelen of maat-regelen ter aanvulling van bestaande voorzieningen geen (middel-)voorschriften opgesteld. Gegeven de heterogeniteit van de Nederlandse bodem is dit ook niet eenvoudig. Bij het ontwerp kan mede daardoor meer dan één variant ontstaan. De huidige regelgeving bevat echter geen eenduidig eisenpakket én geen kader voor de vergelijking en afweging van verschillende varianten.
De onderhavige Richtlijn heeft tot doel om voor geohydrologische isolatie van bestaande stortplaatsen deze leemte op te vullen. Deze richtlijn beoogd te komen tot harmonisatie van het beleid van de verschillende bevoegde gezagen en is een instrument voor stortplaatsexploitanten bij het ontwerpen van een deugdelijk GI-ontwerp.
De Richtlijn Geohydrologische Isolatie is tot stand gekomen in opdracht van de Vereniging van Afvalverwerkers. Voor de Richtlijn Geohydrologische Isolatie heeft het Ministerie van VROM aan de Vereniging van Afvalverwerkers opdracht gegeven en de helft van de kosten bijgedragen.
Gekozen is voor een procedurerichtlijn in plaats van middelvoorschriften. De reden hiervoor is dat voor iedere stortplaats andere omstandigheden een rol spelen die van invloed zijn op het ontwerp van een GI-systeem. Dit betekent dat bij ieder ontwerp sprake is van maatwerk. Dit vraagt om een flexibele en op de situatie afgestemde aanpak. Een procedurerichtlijn is hiervoor beter geschikt dan middelvoorschriften. Bij een procedurerichtlijn ligt het accent op de wijze waarop het ontwerp tot stand komt. Van belang hierbij is dat vastgelegd wordt welke eisen aan het proces gesteld worden.
Belangrijk onderdeel bij de totstandkoming van een GI-systeem is de afstemming met het bevoegd gezag ten aanzien van de uitgangspunten en randvoorwaarden. Om deze reden is de Richtlijn GI meer dan een technisch document maar is tevens een leidraad voor de te volgen procedures en de daarmee samenhangende beslis-momenten. De Richtlijn GI is vooral een instrument ter bevordering van de dialoog tussen de aanvrager en de verlener van de vergunning. Op deze wijze wordt ook ruimte gelaten voor voortschrijdend inzicht in de stand der techniek en ontwikkelingen in het bodembeschermingsbeleid.