Richtlijnen Toegankelijkheid Indoor Sportaccommodaties

2014

Auteur(s): Stichting Onbeperkt Sportief
Instantie: Stichting Onbeperkt Sportief Bekijk Download

Dit is de derde druk van de Richtlijnen Toegankelijkheid Indoor Sportaccommodaties. Stichting Onbeperkt Sportief wil hiermee de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid (kortweg: BTB) van alle sportaccommodaties een impuls geven en de doelstelling meer mensen met een beperking sporten en bewegen versterken.
Deze Richtlijnen gaan over de fysieke toegankelijkheid van een sportaccommodatie. De sociale toegankelijkheid, aspecten zoals omgang met en adequate begeleiding van sporters met een beperking, zullen niet in deze Richtlijnen worden behandeld. De Richtlijnen hebben betrekking op sporters en bezoekers van een sportaccommodatie. Werknemers met een beperking in een sportaccommodatie hebben te maken met diverse andere wet- en regelgeving.
De Richtlijnen zijn ontwikkeld om als hulpmiddel en leidraad te dienen voor iedereen die
betrokken is bij de ontwikkeling, ontwerp, bouw, renovatie, aanpassing, inrichting en vormgeving van sportaccommodaties in alle fases van het bouwproces. Ze dienen als basis voor het
opstellen van een Programma van Eisen (PvE), maar ook voor het ontwerp en de inrichting van sportaccommodaties. Een verbijzondering voor specifieke doelgroepen zal in een PvE moeten worden uitgewerkt. Een voorziening voor de ene doelgroep kan in enkele gevallen strijdig zijn met de belangen van een andere. Ook het gebruik door grotere groepen sporters met een beperking (bijvoorbeeld in teamcompetities of tijdens evenementen) kan andere (grotere) aanpassingen vereisen. Deze Richtlijnen vormen een basis voor een PvE maar zijn door de diversiteit aan beperkingen en sporten niet volledig voor alle vormen van accommodatiegebruik. Het blijft belangrijk om vóór het opstellen van het PvE de doelgroepen te bepalen voor wie de accommodatie bedoeld is. De diverse verantwoordelijke sportbonden, maar ook Onbeperkt Sportief, zijn hierover altijd te raadplegen voor advies.

Bij ‘toegankelijkheid’ wordt er bij het ontwerp, de bouw en de inrichting van ruimten, met zoveel mogelijk verschillende mensen (wat betreft lichamelijke mogelijkheden en beperkingen) rekening gehouden. Een bijkomend voordeel is dat een toegankelijke accommodatie ook voor andere gebruikers aantrekkelijk is. Denk daarbij aan ouders met kinderwagens, leveranciers met steekwagentjes of ouderen met scootmobiel of rollator.
Zoals in alle sectoren is het kostenaspect veelal een belemmering. Echter, de gedachte dat integraal toegankelijk bouwen enorm kostenverhogend werkt is een misvatting. Als tenminste vanaf het begin de integrale toegankelijkheidseisen in het ontwerpproces worden gehanteerd. Op het moment dat een (sport)accommodatie achteraf nog toegankelijk gemaakt moet worden, kunnen de kosten inderdaad oplopen.

Samenhang
Onbeperkt Sportief heeft voor de sportsector Richtlijnen willen ontwikkelen die:
§ zijn afgestemd op de sportsector met haar enorme diversiteit aan gebouwtypen (onder
andere sporthallen, sportzalen, gymnastiekzalen, zwembaden, clubhuizen, fitnessruimten
en tennisbanen);
§ zo goed mogelijk zijn afgestemd op enerzijds de wensen van de afzonderlijke
belangenbehartigende gehandicaptenorganisaties en anderzijds de wensen van koepelorganisatie NOC*NSF ten aanzien van betaalbare en kwalitatief goede en veilige sportaccommodaties;
§ verstrekkender zijn dan het huidige Bouwbesluit;
§ duidelijkheid scheppen naar architecten, bouwers, verenigingen, gemeenten, scholen
en andere stakeholders, welke zaken worden geëist en welke zaken worden aanbevolen voor de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid (BTB) van sportgebouwen en -accommodaties;
§ koepelorganisaties als NOC*NSF, Onbeperkt Sportief en de afzonderlijke gehandicaptenorganisaties de mogelijkheid geven eenduidig te adviseren en te toetsen;
§ voor subsidieverstrekkers een toetsingskader kunnen bieden voor eventueel toe te kennen ondersteuning.
De Richtlijnen zijn, mede door een initiatief van de gemeente Rotterdam, ten opzichte van de vorige druk volledig herzien en waar nodig aangepast aan de geldende regelgeving. Ze zijn aanvullend aan het Bouwbesluit, het Handboek voor Toegankelijkheid en het Handboek Sportaccommodaties. In een aantal gevallen is gekozen voor een overlap van informatie om daarmee de bruikbaarheid van deze Richtlijnen te vergroten.
Bouwbesluit
Sinds 1992 geldt in Nederland één bouwvoorschrift, het Bouwbesluit. Hierin staan de toegankelijkheidseisen die voor alle gebouwen gelden. De toegankelijkheidseisen uit het Bouwbesluit zijn echter niet verstrekkend en niet speciaal gericht op sportaccommodaties. De in het Bouwbesluit benoemde toegankelijkheidssector betreft slechts dat gedeelte van het gebouw dat mede bestemd is voor gebruik door bezoekers en dus niet het gedeelte dat specifiek gebruikt wordt door sporters. Deze Richtlijnen zijn daarom een aanvulling op het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit is gewijzigd in 2003 en recenter in 2012. Deze nieuwe versies zijn echter eveneens niet ingegaan op de integrale toegankelijkheid van sportaccommodaties zoals Onbeperkt Sportief dat graag ziet.
Handboek voor de Toegankelijkheid
De ‘basiseisen’ en ‘aanbevelingen’ die in deze Richtlijnen worden genoemd zijn direct afgeleid van, en dus ook niet in strijd met, de richtlijnen die de CG Raad heeft opgesteld in haar Handboek voor Toegankelijkheid. Het Handboek voor Toegankelijkheid richt zich echter op alle gebouwtypen, terwijl deze Richtlijnen specifiek zijn toegesneden op sportgebouwen en -accommodaties.
Internationaal Toegankelijkheidssymbool (ITS)
Vanuit de bouwwereld bestaat behoefte aan duidelijke aansturing over wat de specifieke eisen
van toegankelijkheid in een concreet geval zijn, terwijl potentiële gebruikers van de gebouwde omgeving willen weten welke toegankelijke kwaliteit ze in een specifieke situatie zullen
aantreffen. Voor dit doel bestaat er een algemeen en onafhankelijk keurmerk: het Internationaal Toegankelijkheidssymbool (ITS). Het ITS wordt nationaal gebruikt om aan te geven dat een object bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar (BTB) is voor iedereen. Het uitgangspunt voor de toekenning van het ITS is dat ‘de bezoekers en/of gebruikers van een gebouw op een zo onafhankelijk en gelijkwaardig mogelijke wijze de (mede) voor hen bestemde voorzieningen van een gebouw kunnen bereiken en gebruiken’. Dit uitgangspunt komt overeen met dat van integrale toegankelijkheid, maar is inzake het ITS beperkt tot het voor het publiek bestemde deel van het gebouw. De criteria die voor de toekenning van het ITS gelden, zijn dan ook beperkt tot de eisen verbonden aan de voor publiek bestemde gebouwfuncties. Deze ITS-eisen komen geheel overeen met, en zijn een deelverzameling van, de eisen in deze Richtlijnen. Zie voor de lijst met ITS gebonden criteria bijlage B. Het ITS symbool is eigendom van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG Raad). Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de CG Raad en haar specifieke Projectbureau Toegankelijkheid.

NOC*NSF Handboek Sportaccommodaties
Het Handboek Sportaccommodaties is een naslagwerk voor iedereen die met planning, ontwerp, bouw, beheer, exploitatie en/of onderhoud van sportaccommodaties te maken heeft. Het Handboek Sportaccommodaties geeft zowel algemene sporttak overstijgende richtlijnen voor accommodaties aan als specifieke eisen per sporttak. Ook over een groot aantal verwante thema’s, zoals belastingen, subsidies en energie, is in het Handboek Sportaccommodaties informatie te vinden. Deze Richtlijnen voor toegankelijkheid maken onderdeel uit van deze NOC*NSF publicatie.

Opbouw
De opbouw van de Richtlijnen volgt het perspectief van de gebruiker van een sportaccommodatie: in hoofdstuk 3 wordt de bereikbaarheid belicht, vervolgens in hoofdstuk 4 de toegankelijkheid tot de sportaccommodatie en in hoofdstuk 5 en 6 de bruikbaarheid daarvan. Kortom, we volgen hier nu ook het ‘BTB’-principe.
Het niveau van toegankelijkheid is een arbitraire zaak. Sporters met een beperking vormen namelijk geen homogene groep. Voorzieningen in en rond sportaccommodaties zijn daarom afgestemd
op de collectieve en niet op de individuele behoeften. Onbeperkt Sportief heeft gemeend voor sportaccommodaties daarom een duidelijke (collectieve) ondergrens te moeten stellen voor de integrale toegankelijkheid. In deze Richtlijnen wordt dit de ‘basiseis’ genoemd. Bij de ‘basiseis’ is er tevens zoveel mogelijk rekening gehouden met enerzijds het principe van integrale toegankelijkheid, zodat iedereen kan sporten en anderzijds het realiseren van betaalbare sportgebouwen. Uiteraard wordt geadviseerd meer te doen dan slechts het realiseren van deze basis kwaliteitseisen. Daarom zijn er ook specifieke ‘aanbevelingen’ bij ieder onderwerp in deze Richtlijnen opgenomen.
Om verwarring hierover te voorkomen, volgt hieronder de definitie van beide:
‘Basiseisen’ eisen waaraan iedere sportaccommodatie dient te voldoen, zodat het gebouw
in principe toegesneden is op de collectieve behoefte. Deze basiseisen zijn zo opgesteld dat het gebouw bovendien relatief gemakkelijk toegankelijk te maken is (door middel van de aanbevelingen) voor gebruikers met een specifieke functiebeperking;
‘Aanbevelingen’ aanvullingen op de basiseisen die gebruikt kunnen worden om een sportaccommodatie toegankelijk te maken voor een groep gebruikers met een specifieke functiebeperking.
Daarnaast kan het nodig zijn om aanvullende vereisten in het PvE te formuleren wanneer grote groepen sporters met een beperking worden gefaciliteerd.
De basiseisen en aanbevelingen gelden voor de indoor sportaccommodaties en het tot de sportaccommodatie behorende buitenterrein, zoals de toegangswegen, parkeergebied, stallingsruimte voor fietsen, voetpaden, et cetera.

Instantie Stichting Onbeperkt Sportief
Auteur Stichting Onbeperkt Sportief
Soort instantie Stichting
Datum 2014
Publicatienr.
ISBN 978-94-6228-390-9
Trefwoorden Gehandicapt, Ontwerp, Richtlijn, Sporten

Terug naar bibliotheek