Shared space: veilig of onveilig?
2007
Een onderwerp dat de laatste jaren steeds opduikt op nationale en internationale conferenties over verkeer en openbare ruimte is Shared Space. Hans Monderman en het Keuninginstituut hebben er veel positieve aandacht mee gekregen. In grote krantenkoppen wordt het concept neergezet als 'Meer veiligheid door geen verkeersborden, geen stoplichten en geen strepen' (zie onder meer Sprangers, 2007 en Herngreen, 2004). Verkeer moet niet worden geregeld, maar worden overgelaten aan ieders beleefdheid, gezond verstand en sociale interactie. Zo'n idee past in een tijdgeest waarin de politiek nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid. Dat Monderman's idee aanslaat blijkt wel: hij is 'Innovator van het jaar 2006' en het heeft hem een ere-doctoraat opgeleverd.
In Nederland wordt er, zeker door verkeersveiligheidsexperts en belangenbehartigers van mensen met een handicap, in het algemeen met enige scepsis op gereageerd. Dat is niet onbegrijpelijk, want middels de wervende Shared Space promotiepresentaties, waarin een sterk beroep gedaan wordt op het gezond verstand, worden verkeerskundigen als ontwerpers afgeschilderd die doorgeslagen zijn in het regelen van het verkeer en het vasthouden aan de traditioneel gewenste uniformiteit. Volgens de bedenkers zou dit schijnveiligheid opleveren. Dat vinden de betrokken experts, beleidsmakers en uitvoerders natuurlijk niet leuk. Zouden ze het dan altijd bij het verkeerde eind gehad hebben? Zijn al die verkeerskundige elementen als trottoirs, fietspaden, zebra's, middengeleiders, drempels, kruispuntplateaus, belijning en verkeersborden ècht niet nodig?
De vragen die voorliggen zijn:
• waarin onderscheid het concept zich van het huidige verkeerskundige ontwerp
• wat zijn hiervan de gevolgen voor de verkeersveiligheid