Social Return bij het Rijk Inkooptechnische haalbaarheid

25 januari 2011

Auteur(s): Peter Brouwer Saskia Andriessen Ellen van Wijk
Instantie: TNO Bekijk Download

Social return
Social return is het maken van (al dan niet dwingende) afspraken met betrekking tot arbeids- en stageplaatsen bij aanbestedingen van diensten, werken en leveringen. Een social return afspraak is bijvoorbeeld dat de opdrachtnemer bij de uitvoering van de opdracht een bepaald aantal of percentage mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt inschakelt en/of stage- en (leer)werkplekken voor jongeren met een beperking creëert. Het uiteindelijke doel van social return is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk of werkervaring te helpen. In de praktijk wordt ook wel gesproken over contract compliance, social return on investment, sociaal aanbesteden, sociaal bestek, sociale paragraaf, de 5%-regeling of sociale criteria. In dit rapport hanteren we steeds de term social return.
Social return is een instrument om werkgevers te bewegen om mensen met een beperking of met een slechte arbeidsmarktpositie in hun bedrijf in te schakelen. Social return sluit daarom goed aan bij het overheidsbeleid om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zo regulier mogelijk te laten werken naar vermogen.

Onderzoeksbehoefte
Binnen de overheid wordt al sinds eind jaren negentig van de vorige eeuw social return toegepast in aanbestedingen. Tot nu toe hebben voornamelijk gemeenten ervaring opgedaan met social return. Ook bij provincies en de Rijksoverheid is er incidenteel enige ervaring opgedaan.
De Tweede Kamer wil dat ook de Rijksoverheid social return integraal toepast op alle aanbestedingen. Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is door de Kamer een motie aangenomen van het lid Van Hijum c.s. (Kamerstukken II, 2008/09, 31780, nr. 39), waarin de regering wordt verzocht de Kamer te informeren over de plaats die social return krijgt in het aanbestedings- en inkoopbeleid van de Rijksoverheid, en dit zonodig via proefprojecten uit te proberen. Vervolgens heeft mevrouw Hamer, tijdens de algemene politieke beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota voor het jaar 2010, het kabinet verzocht om ervoor te zorgen dat voortaan ook bij aanbestedingen die door de landelijke overheid worden gedaan één op de twintig werknemers een langdurig werk- zoekende is. In het Regeerakkoord is opgenomen dat de Rijksoverheid bij investeren en aanbestedingen van diensten aandacht moet besteden aan stage- en leerwerkplekken voor kwetsbare groepen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft in een brief aan de Tweede Kamer van 29 januari 2010 toegezegd onderzoek te doen naar de inkooptechnische haalbaarheid van toepassing van social return bij aanbestedingen door de Rijksoverheid. Naar aanleiding van deze brief zijn drie inkooptechnische voorwaarden be- noemd waaraan de toepassing van social return door de Rijksoverheid moet voldoen:
1. Social return moet passen binnen het vigerende rijksinkoopbeleid, contractmanagement, contractbeheer en het aanbestedingsrechtelijke kader.
2. De kwaliteit/prijs-verhouding van de aanbestede dienst/product moet worden gewaarborgd.
3. De toepassingsvorm van social return moet in verhouding staan met de uitvoeringslast voor de opdrachtgevers, de opdrachtnemers, de inkopers en de organisaties met een wettelijke taak (UWV en Gemeentelijke Sociale Diensten).
Om de inkooptechnische haalbaarheid van de toepassing van social return door het Rijk te onderzoeken, heeft TNO casestudies uitgevoerd van vijf concrete aanbestedingen bij de Rijksoverheid waarin tot op heden social return is toegepast. Ook heeft TNO zes aanbestedingen bij het Rijk onderzocht, waar social return op dit moment als pilot wordt toegepast.

Leeswijzer
In dit rapport geven wij de resultaten weer van ons onderzoek naar de inkooptechnische haalbaarheid van de toepassing van social return door het Rijk. Hoofdstuk 2 bevat een overzicht van de onderzoeksvragen en beschrijft de onderzoeksaanpak. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 aan wat de ervaringen tot nu toe bij de overheid zijn met de toepassing van social return, zoals uit ons onderzoek blijkt. In dit hoofdstuk belich- ten we de ervaringen bij het Rijk op basis van onze case studies en relateren deze aan de ervaringen van gemeenten met de toepassing van social return. In hoofdstuk 4 focussen we expliciet op de ervaringen in de pilots waarin social return nu in aanbestedingen van het Rijk wordt toegepast. Op basis van de inzichten uit de ervaringen tot nu toe doen we in hoofdstuk 5 uitspraken over de inkooptechnische haalbaarheid van de toepassing van social return door de Rijksoverheid. We gaan in op wat mogelijk is en welke keuzen er gemaakt kunnen worden. Op basis van de inzichten, die we in het onderzoek hebben opgedaan, trekken we hier conclusies over de manier waarop social return het beste vormgegeven kan worden bij de Rijksoverheid en doen we aanbevelingen.
Hoofdstuk 6 besluit dit rapport met een samenvatting van onze bevindingen en de belangrijkste conclusies uit het onderzoek.
In bijlagen A bij het rapport is de literatuurlijst opgenomen en in bijlage B de deelnemers aan de expertmeeting. Bijlagen C en D bevatten enkele kenmerken van de cases en pilots die we in het onderzoek hebben onderzocht. Bijlag E, ten slotte, geeft wat meer achtergrond bij de juridische aspecten van aanbestedingen waarin social return wordt opgenomen.

Instantie TNO
Auteur Peter Brouwer Saskia Andriessen Ellen van Wijk
Soort instantie Onderzoeksinstituut
Datum 25 januari 2011
Publicatienr. TNO rapport 031.20851
ISBN
Trefwoorden Beleid, Haalbaarheid, Inkopen, Social return, SROI, Toepassing

Terug naar bibliotheek