Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

13 maart 2012

Auteur(s): Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Instantie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Bekijk Download

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Dit doet het Rijk samen met andere overheden en met een Europese en mondiale blik. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en ontwikkelingen van burgers en bedrijven.
In deze structuurvisie schetst het Rijk ambities voor Nederland in 2040: een visie hoe Nederland er in 2040 voor moet staan. Uitgaande van de verantwoordelijkheden van het Rijk zijn de ambities uitgewerkt in rijks- doelen tot 2028 en is aangegeven welke nationale belangen daarbij aan de orde zijn. Deze tijdshorizon is gesteld omdat in de loop van de tijd nieuwe ontwikkelingen en opgaven kunnen vragen om bijstelling
van de rijksdoelen. Voor de ambities zijn rijksinvesteringen slechts een van de instrumenten die worden ingezet. Ook kennis, bestuurlijke afspraken en kaders worden ingezet. De huidige financiële rijkskaders (begroting) zijn randvoorwaardelijk voor de concrete invulling van die rijksambities.
Een actualisatie van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid is nodig om de nieuwe aanpak vorm te geven.
De verschillende beleidsnota’s op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende (wereldwijde) omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen die onder andere ontstaan omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. Deze structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en vormt de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

De bezuinigingsopgave maakt dat er nu scherp geprioriteerd moet worden. De financiële middelen voor ruimtelijke ontwikkelingen zijn de komende jaren beperkt en private investeerders zijn terughoudender. Hierdoor vertragen projecten, worden deze heroverwogen of zelfs gestopt. Daarnaast werkt de huidige wijze van financiering van gebiedsontwikkeling niet meer. Nieuwe verdienmodellen en andere kostendragers zijn nodig om gebiedsontwikkeling weer van de grond te krijgen1. Tegelijkertijd vragen grote opgaven op
het gebied van (internationale) concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid om rijks- betrokkenheid. Het Rijk zet het Infrastructuurfonds in voor investeringen in bereikbaarheid.
Tot 2020 realiseert het Rijk investeringen met kracht in heel Nederland. Reeds geplande investeringen in het infrastructuurnetwerk worden gerealiseerd (bijvoorbeeld de A4 Delft-Schiedam, de A12-A15 en de uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer) en integrale, grootschalige gebiedsontwikkelingen van nationaal belang worden doorgezet (bijvoorbeeld de Zuidas, Brainport Avenue rond Eindhoven, de Nieuwe Sleutelprojecten (zoals de stations Arnhem en Breda) en het Project Mainportontwikkeling Rotterdam). Daarnaast worden nieuwe projecten opgestart (bijvoorbeeld de Nieuwe Westelijke Oeververbinding, Rijksstructuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH) en de A1-corridor).

Instantie Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Auteur Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Soort instantie Ministerie
Datum 13 maart 2012
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Beleid, Bezuinigen, Gebiedsontwikkeling, Overheid, Ruimtelijke inrichting, Ruimtelijke ordening, Structuurvisie

Terug naar bibliotheek