Utrecht Monitor 2014

2014

Auteur(s): Gemeente Utrecht
Instantie: Gemeente Utrecht Bekijk Download

Utrecht in tijd van vernieuwing
In de Utrecht Monitor kijken we naar hoe Utrecht ‘er voor staat’ op basis van uiteenlopende meetuitkomsten. Veel van deze uitkomsten hebben betrekking op wat er in het afgelopen jaar speelde. Wat vaak moeilijk te meten is, maar wel iets zegt over hoe Utrechters hun stad beleven, zijn de verwachtingen die zij hebben.
Nu, aan het begin van 2014, staat Utrecht aan de vooravond van veel nieuwe ontwikkelingen. We hebben
het niet alleen over de komst van een nieuw College, maar over bijvoorbeeld de passanten van het Stationsgebied, die steeds meer door alle bouwperikelen heen kunnen kijken in afwachting van wat de nieuwbouw hen gaat bieden. Ook zijn er de muziekliefhebbers die uitkijken naar de hernieuwde kennis- making met hun paleis op het Vredenburg. Sportliefhebbers die zich verheugen op een tourstart die steeds dichterbij komt. Utrechtse ondernemers die vaker een omzetgroei verwachten. Ook de gemeente-ambte- naren hebben verwachtingen: zij komen voor het eerst onder één dak samen te werken in het nieuwe Stadskantoor. Naast deze haast tastbare ontwikkelingen spelen er in de stad ook vernieuwingen die wel voelbaar, maar minder uitgekristalliseerd zijn. De transities in de zorg en de aanpassingen in het welzijnsveld moeten nog verankeren in de Utrechtse samenleving maar vragen nu al aanpassingen in het verwachtingspatroon van veel inwoners. Alhoewel de eerste resultaten bemoedigend zijn is er nog de inspanning van velen nodig om alle Utrechters te kunnen laten meedoen naar vermogen.
Kenmerken en ontwikkelingen in 2014
Om optimaal tegemoet te kunnen komen aan de verwach- tingen van bewoners en te kunnen inzetten op de doelen die de stad zich stelt, is het goed om te weten hoe de stad zich kenmerkt op de diverse beleidsterreinen. Daartoe biedt deze Monitor veel materiaal in de vorm van feiten, meningen en verwijzingen naar achtergrondinformatie.
In vogelvlucht geven we in het onderstaande een overzicht van een reeks in het oog springende kenmerken en ontwik- kelingen binnen Utrecht aan het begin van 2014.
Op het gebied van bevolkingsopbouw kenmerkt Utrecht zich nog steeds als een jonge stad. Niet alleen wonen er relatief veel twintigers in de stad en weinig 45-plussers, Utrecht heeft ook van de G32 het grootste aandeel
0- t/m 4-jarigen. Utrecht groeit wat bevolking betreft sneller dan verwacht mag worden op basis van opgeleverde nieuw- bouwwoningen. Utrechtse vrouwen krijgen hun kinderen gemiddeld op iets latere leeftijd dan vrouwen landelijk.
Vanuit een breed perspectief bezien, behoort de Utrechtse arbeidsmarkt tot de meest veerkrachtige van heel Nederland. Mensen die hier hun baan verliezen hebben relatief vaak weer mogelijkheden om aan de slag te komen. In Europees verband komt de Utrechtse regio voor de tweede keer als meest competitief naar voren; het investe- ringsklimaat is gunstig voor (buitenlandse) bedrijven.
Dit neemt echter niet weg dat veel Utrechters persoonlijk te maken hebben gekregen met de gevolgen van de langdurige economische crisis. We zien in Utrecht een stijgende werkloosheid (met name ook onder jongeren) en een toenemend aantal mensen dat moeilijk kan rondkomen. Bijna één op de zeven kinderen groeit momenteel op in een huishouden met een laag inkomen. Eén op de twaalf bewoners heeft te maken met problematische schulden en het aantal uitkeringen loopt op. Op ondernemingsgebied zien we het aantal faillissementen nog steeds toenemen enblijken ondernemers overwegend somber.
Een lichtpuntje is echter dat een kleine meerderheid zich positief toont over de te verwachten omzetgroei in 2014.
Op het gebied van wonen bekleedt Utrecht, landelijk gezien, een tweede positie op de woonaantrekkelijkheids- index van de Atlas voor gemeenten 2013. De Utrechtse woningmarkt kenmerkt zich echter daarnaast nog steeds door stagnatie. De mediane verkooptijd is sinds 2010 gestegen met 120% (van 74 dagen naar 163 dagen). Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen is laag. De verkoopprijs lijkt zich nu te stabiliseren, wat kan duiden op een voorzichtig begin van herstel op de koopwoningmarkt. Op Bouwen aan de Stad - locaties zijn er in 2013 ruim 1.350 woningrenovaties gerealiseerd en ruim 500 nieuwe sociale huurwoningen opgeleverd. In het nieuwbouwgebied Leidsche Rijn - Vleuten - De Meern zijn in 2013 beduidend minder nieuwbouwwoningen opgeleverd dan een jaar eerder (291 in 2013 ten opzichte van 1.217 in 2012).
Waar het de veiligheid betreft, zien we dat de totale crimi- naliteit na jaren van daling, het laatste jaar iets is gestegen. Deze recente lichte stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van delicten met een relatief minder grote impact. Op de speerpunten van het veiligheidsbeleid: woninginbraak, autokraak en geweld is het afgelopen jaar een daling gerealiseerd. Rond een derde van de Utrechters voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt, een percentage dat overigens al jaren min of meer stabiel is.
Op het gebied van gezondheid en leefstijl doen Utrechters het in vergelijking met andere grote en middelgrote steden goed. Een grote meerderheid van de Utrechters ervaart zijn gezondheid als goed en er is een duidelijke daling te zien in het aantal kinderen met overgewicht. De gemiddelde levensverwachting van de Utrechter is hoog, maar kent wel grote verschillen naar wijk. Zo leeft een inwoner van de wijk Oost gemiddeld 16 jaar langer zonder chronische aandoeningen dan een inwoner van Overvecht.

Volwassen Utrechters rapporteren meer klachten op het gebied van overspannenheid en psychische problematiek dan voorgaande periodes. Eén op de twaalf inwoners van de stad heeft daarnaast te maken met sociale uitsluiting. Zij worden door individuele en maatschappelijke factoren belemmerd in een volledige maatschappelijke participatie. Meer mensen dan vier jaar geleden voelen zich wel eens gediscrimineerd.
Er is onder bewoners sprake van een lichte afname van de tevredenheid ten opzichte van een aantal voorzieningen, zoals die voor jongeren in de eigen buurt, speelplaatsen en voorzieningen voor sport en cultuur. Het cultuurbezoek onder Utrechters is in vier jaar tijd gedaald van 89% (2010) naar 84% (2013) en de tevredenheid over sportvoorzieningen in de eigen buurt daalde van 65% in 2012 naar 60% in 2013. Waar het gaat om individuele ondersteunende voorzieningen, zoals geboden vanuit de Wet maatschappe- lijke ondersteuning (wmo) zien we in de afgelopen vier jaar een sterke daling in het aantal aanvragen.
Wat onderwijs betreft zien we dat er in 2014 geen basisscholen meer zijn met het oordeel ‘zeer zwak’. Nog slechts twee scholen hebben het predikaat ‘zwak’. Ruim tweederde van de Utrechtse basisscholen neemt deel aan het programma De Vreedzame School en circa 10.000 basisschoolkinderen bezoeken een brede school.
In tegenstelling tot het basisonderwijs kent het Utrechtse voortgezet onderwijs relatief veel zwakke scholen
in vergelijking met andere grote steden.

De rapportcijfers van bewoners voor de staat van de openbare ruimte en de netheid daarvan laat in 2013 een lichte stijging zien ten opzichte van een jaar eerder en ook de resultaten van de onafhankelijke schouw vertonen een stijgende lijn. Op het gebied van geluidsoverlast blijft driekwart van de inwoners hinder ondervinden en heeft tweevijfde last van stank. De CO2-uitstoot in de stad daalt licht. Op het gebied van luchtkwaliteit zien we dat na inwerkingtreden van het jongste pakket aan schone luchtmaatregelen deze naar verwachting in 2015 op een beperkt aantal plekken nog niet aan de Europese norm voldoet.

De milieubewustheid van Utrechters neemt verder toe. Utrechters scheiden in toenemende mate hun afval, zetten vaker dan voorheen de verwarming lager en letten er op hun apparaten niet op stand-by te laten staan. Er is sprake van een groeiende interesse voor stadslandbouw.
De tevredenheid van Utrechters over de bereikbaarheid van de eigen buurt en binnenstad met het openbaar vervoer is het afgelopen jaar na doorwerking van de rijksbezuinigingen iets gedaald. Daar staat tegenover dat de tevredenheid over het fietsparkeren in de binnenstad is toegenomen. Het autobezit van Utrechters daalt geleidelijk.
Ruim een derde van de Utrechtse huishoudens heeft geen auto.
Op het gebied van participatie zien we dat burgers in de afgelopen jaren minder vaak (zichtbare) initiatieven
zijn gaan nemen op het gebied van leefbaarheid. Daar staat tegenover dat 85% van de bewoners zich verantwoordelijk voelt voor zijn buurt en 30% aangeeft te helpen met het schoonmaken en schoonhouden van de openbare ruimte. 15% helpt nu nog niet mee, maar zou dat wel willen gaan doen. 42% van de inwoners zet zich vrijwillig in voor diensten of organisaties en 9% verleent intensieve mantelzorg.

Instantie Gemeente Utrecht
Auteur Gemeente Utrecht
Soort instantie Gemeente
Datum 2014
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Bewoners, Duurzaam(heid), Gemeente, Leefbaarheid, Leefomgeving, Monitoring

Terug naar bibliotheek