Vademecum fietsvoorzieningen Hoofdstuk 4 deel 1
2014
INLEIDING
De hoger beschreven hiërarchisch opgebouwde fietsroutenetwerken worden geconcretiseerd door middel van fietsvoorzieningen die verschillende vormen kunnen aannemen. In hoofdstuk 3 werd besproken hoe voor elk deel van het netwerk de meest aangepaste fietsvoorziening (vrijliggende of aanliggende fietspaden, fietssuggestiestroken...) kan gekozen worden. In dit hoofdstuk worden meer concrete ontwerprichtlijnen opgesteld waaraan fietsvoorzieningen moeten voldoen wat betreft maat- voering, materiaalgebruik e.d.
Volgende ontwerpelementen worden in dit hoofdstuk behandeld:
− maatvoering en afscherming (4.1)
− materiaal- en kleurengebruik (4.2)
− trillingscomfort (4.3)
− verlichting (4.4)
− fietsen op kruispunten (4.5) en rotondes (4.6)
− ongelijkgrondse kruisingen (4.7) en hellingen (4.8)
− fietsenstallingen (4.9)
− fietsvoorzieningen aan haltes voor openbaar vervoer (4.10)
− overgangen en oversteekplaatsen (4.11)
− fietsen in eenrichtingsstraten (4.12)
− andere fietsvoorzieningen (4.13).
Belangrijk is dat deze verschillende elementen niet los van elkaar bekeken worden, maar worden toegepast in onderlinge relatie, binnen het ruimer planningskader en binnen de basisconcepten voor de opbouw van fietsroutenetwerken, zoals beschreven in voorgaande hoofdstukken.