Vademecum fietsvoorzieningen Hoofdstuk 6
2005
INSPECTIE EN HERSTELLINGEN
Probleemstelling
De aanleg van kwalitatieve fietsvoorzieningen is een uitdaging voor lokale en hogere overheden; het op peil houden van dit kwaliteitsniveau is echter een nog veel grotere uitdaging. Wanneer bijvoor- beeld het comfortniveau van reeds aangelegde fietspaden te wensen overlaat door beschadiging van het wegdek zal de aantrekkelijkheid en veiligheid hier onder leiden met een mogelijke daling van het fietsgebruik tot gevolg.
Het organiseren van een efficiënt onderhoud van de fietsvoorzieningen vereist echter de inschake- ling van voldoende personeel, de afstemming van infrastructuurprogramma’s tussen de verschillen- de wegbeheerders en het zeer snel uitvoeren van herstellingswerken.
Om de doelstelling van een comfortabel en veilig fietsgebruik via de gerealiseerde fietsvoorzieningen op lange termijn te laten doorwerken is het onderhoud van fietsvoorzieningen een cruciale schakel in de kwaliteitsketen van fietsvoorzieningen.
Uitgangspunten
Het uitgangspunt van de wegbeheerder moet gebaseerd zijn op het principe dat de fietser ‘vertroe- teld’ moet worden. Dit wil zeggen dat het aangeboden comfortniveau hoogstaand moet zijn en hoog- staand moet blijven. Praktisch gezien dient er aan de volgende uitgangspunten voldaan te zijn:
- Systematische controle van de fietsvoorzieningen mét de fiets (3 tot 4 maal per jaar); daarbij gaat de nodige aandacht naar verzakkingen in het wegdek, waterplassen, overgroeiingen, over- hangende takken...
- Opbouw van een inventaris van fietsvoorzieningen waaraan een onderhoudsprogramma gekop- peld wordt;
- Voorzien van een meldpunt per regio (district, provincie) opdat de gebruikers infrastructuurpro- blemen kunnen doorgeven;
- Geregeld overleg met georganiseerde gebruikersgroepen (Fietsersbond);
- Beschikbaarheid van een onderhoudsploeg per regio die herstellingen op zeer korte termijn kan
uitvoeren.
- Controle op verzakkingen e.d. ca. 6 maanden na de werken.