Vitamin G: Green environments - Healthy environments

20 februari 2009

Auteur(s): Jolanda Maas
Instantie: Auteur Bekijk Download

De kortste samenvatting van dit proefschrift is te vinden in de titel: “Vitamine G”, waarbij de G staat voor het groen om ons heen en Vitamine staat voor de mogelijk positieve relatie tussen groen en gezondheid. In dit proefschrift wordt onderzocht of de hoeveelheid groen in de woonomgeving van mensen samenhangt met de gezondheid van mensen.
Achtergrond en onderzoeksvragen
In onze huidige samenleving waar een groot aantal mensen in een stedelijke omgeving woont, is groen geen vanzelfsprekend onderdeel meer van de directe leefomgeving. Als gevolg van de toenemende urbanisatie en het compacte stad beleid is het groen in stedelijke gebieden onder druk komen te staan. Als de aanwezigheid van groen in de woonomgeving de gezondheid van mensen positief kan beïnvloeden, dan kan leven in een minder groene woonomgeving negatieve consequenties hebben voor de gezondheid van mensen. Mensen kennen van oudsher een heilzame werking toe aan de natuur (Van den Berg and Van den Berg, 2001). Maar wetenschappelijk bewijs voor een directe relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving en gezondheid is schaars. Slechts twee epidemiologische onderzoeken hadden het directe verband onderzocht toen er met het Vitamine G programma werd gestart (Takano et al., 2002; De Vries et al., 2003). Deze studies verschafte eerste aanwijzingen voor een positieve relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving en gezondheid. Maar een aantal vragen bleven onbeantwoord. Ten eerste was er weinig bekend over de sterkte van de relatie tussen groen en gezondheid. Ten tweede is het onbekend of de relatie verschilt voor specifieke gezondheidsuitkomsten, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van cardiovasculaire ziektes of depressie. Ten derde is er meer kennis nodig over in of de relatie verschilt voor verschillende bevolkingsgroepen. Ten vierde was het onduidelijk of de relatie tussen groen en gezondheid verschilt voor typen groen. (Gezondheidsraad en RMNO, 2004). Ten vijfde is het onbekend of de relatie afhankelijk is van de nabijheid van het groen. Met andere woorden, er is diepgaander onderzoek nodig naar de relatie tussen groen en gezondheid.
Deze onderzoeksgebieden zijn behandeld in het eerste van dit proefschrift.

In het tweede deel van dit proefschrift is onderzocht of mechanismen die verband houden met blootstelling en gedrag de relatie tussen groen en gezondheid kunnen verklaren. Het meeste empirische bewijs voor de voordelige relatie met groen is gevonden in gecontroleerd, experimenteel onderzoek dat zich richt op het aantonen van de relatie tussen blootstelling aan groene omgevingen en herstel van stress en aandachtsvermoeidheid (Gezondheidsraad en RMNO, 2004). Over de rol van een gedrags- mechanisme is veel minder bekend. Het idee achter het gedragsmechanisme is dat groen mogelijk bewegen kan stimuleren en sociale contacten kan vergemakkelijken (Pikora et al., 2003; Kawachi en Berkman, 2000 Kuo et al., 1998). Daarom onderzoeken we in dit proefschrift tevens of deze twee vormen van gedrag de relatie tussen groen en gezondheid kunnen verklaren.
Naast deze causale mechanismen, kan een deel van de relatie het resultaat zijn van directe of indirecte selectie. We hebben statistisch gecontroleerd voor de mogelijkheid van indirecte selectie door in de analyses rekening te houden met demografische en sociaal-economische kenmerken van mensen. Omdat het onmogelijk is om te controleren voor directe selectie in een cross-sectionele studie was het niet mogelijk om de invloed van directe selectie uit te sluiten.

Instantie Auteur
Auteur Jolanda Maas
Soort instantie Auteur
Datum 20 februari 2009
Publicatienr.
ISBN 978-90-6905-936-9
Trefwoorden Gezondheid, Groen, Leefomgeving, Onderzoek

Terug naar bibliotheek