Windenergie op zee

2010

Auteur(s): Taskforce Windenergie op Zee
Instantie: Taskforce Wind op Zee Bekijk Download

Opdracht van de Taskforce
De Taskforce Windenergie op Zee heeft als opdracht het ministerie van Economische Zaken te adviseren over de businesscase windenergie op zee. Daarbij moet een optimale samenwerking ontstaan tussen overheid en bedrijfsleven, met het doel 6.000 MW windenergie op zee te realiseren in 2020.
De Taskforce volgt vijf principes en criteria
1. Laagstemaatschappelijkekosten
2. Maximaleconsistentievanoverheidsbeleid
3. Creatie van een maximale hoeveelheid banen en economische groei voor hetNederlandse bedrijfsleven
4. Gebruik van open bronnen en transparantie, dus geen concurrentie op ecologische data en bodem- wind- golf- en getijdengegevens, geen doublures in activiteiten in het voortraject
5. Laagste risico’s voor overheid en bedrijfsleven en belegd bij die partij die deze risico’s het beste kan managen

Drie knelpunten
1. Voorfase:
Het vinden van een locatie en het verkrijgen van de benodigde vergunningen is tijdrovend, inefficiënt en legt grote risico’s bij de ontwikkelaars van windparken. In de voorfase zal de overheid het voortouw moeten nemen bij het vinden van voldoende locaties die snel en tegen de laagste maatschappelijke kosten kunnen worden uitgegeven en vergund.
2. Financiën:
De beschikbaarheid van voldoende financiële middelen voor ontwikkelaars, elektriciteitsproducenten, et cetera wordt een groot knelpunt. De overheid kan met een relatief bescheiden eigen inbreng de tijdige beschikbaarheid van financiële middelen vergroten en tevens de kapitaalslasten en daarmee de noodzakelijke SDE-bijdrage verlagen.
3. Doorlooptijd:
Processen verlopen te langzaam om de ambitieuze doelstelling in 2020 te halen. Alle processen zullen moeten en kunnen worden versneld.
Tien aanbevelingen aan de overheid
1. Formuleer een doelstelling in TWh, niet in MW. Een doelstelling geformuleerd in geproduceerde elektriciteit (TWh), in plaats van in opgesteld vermogen (MW), stimuleert innovatie, leidt tot een efficiëntere invulling van concessies en lagere maatschappelijke kosten.
2. Neem het voortouw in de voorfase:
a. Zorg voor planvorming op de Noordzee (geef windgebieden een statusvergelijkbaar met die van een bestemmingsplan)
b. Bepaaldevolgordevanuitgiftevanconcessies
c. Verzamel basisdata, regel monitoring en een testsite
d. Regel de netaansluiting op zee, inclusief de aansluiting en de eventueleverzwaring van het net op land, uit te voeren door TenneT
e. Verstrekperconcessieeenconcessievergunning
f. Organiseer een prekwalificatie en selecteer een beperkt aantal (bijvoorbeeld drie) partijen per concessie
g. Vraag de geprekwalificeerde partijen te bieden op een concessie met een SDE prijs en een aantal TWh
3. Verbeter de SDE-regeling. De huidige beperkingen in de regeling leiden slechts tot het inprijzen van risico’s
4. Vergrootdebeschikbarefinanciëlemiddelen
5. Participeer (tijdelijk) in het eigen vermogen van projecten door publiek private samenwerking (PPS)
6. Investeerininnovatievantechnologie
7. Bevorder gelijkmatige en seriematige realisatie van grote concessies met een ‘opt out’ voor industrie en overheid
8. Verleng de concessietermijn naar veertig jaar
9. Start vroeg met de uitgifte van de concessie Borssele
10. Stel een regeringscommissaris voor windenergie op zee aan

Instantie Taskforce Wind op Zee
Auteur Taskforce Windenergie op Zee
Soort instantie Project organisatie
Datum 2010
Publicatienr.
ISBN
Trefwoorden Duurzaam(heid), Energie, Windenergie, Windmolen

Terug naar bibliotheek