Inhoudsopgave

    Openbare verlichting

    Samengevat

    Openbare ruimte zonder verlichting is haast ondenkbaar. Straatverlichting, gebouwen, bewegwijzering, allemaal onderdeel van de openbare ruimte. Inmiddels vinden we openbare verlichting helemaal normaal. Dat we over veel verlichting beschikking, laat de volgende foto zien van Amsterdam in november 2014.

    (Openbare) verlichting in Amsterdam van boven gezien. Foto: Lex Stax

    Openbare verlichting heeft meerdere functies:

    Bron: Gemeente Enschede: 'Beleidsplan Openbare Verlichting 2014-2017' (2013)

    Eventueel kan de functie van 'Reclame' daar nog aan toe worden gevoegd.

    Verlichting is echter ook een flinke kostenpost. Goed verlichten kost veel energie en daarmee dus ook veel geld. Duurzaamheid, veiligheid, kosten en beleving hangen bij openbare verlichting nauw met elkaar samen.

    Openbare verlichting is opgenomen in het 'SER-Energie akkoord' (2013). 

    Wetgeving

    De wetgeving voor openbare verlichting valt in een aantal categorieen. Die categorieen volgen uit de verschillende verantwoordelijkheden voor overheden.

    Burgerlijk wetboek

    Het Burgerlijk wetboek schrijft in Boek 6 in Artikel 174 het volgende betrekking hebbende op verkeersveiligheid:

    Artikel 6:174 BW

    1.De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.

    Dat betekent dat de eigenaar van de verlichting aansprakelijk is als de verlichting niet goed functioneert. Hier is sprake van risicoaansprakelijkheid. Dat betekent dat de weggebruiker niet de schuld van de wegbeheerder moet aantonen maar enkel de gevaarlijke toestand en het daaruit resulterende gevaar. Voor de wegbeheerder geldt een inspanningsverplichting. De openbare weg hoeft niet in een uitstekende toestand te verkeren. Goed waarschuwen kan ook voldoende zijn om het risico voor de eigenaar van de weg te beperken. Als er heel weinig tijd zit tussen het ontstaan van een gebrek en een optredend gevaar, dan is de wegbeheerder niet aansprakelijk. 

    Ook kan de eigenaar aansprakelijk zijn als de verlichting onvoldoende of op een misleidende manier functioneert. Dit is omschreven in Artikel 6:162 BW:

    Artikel 6:162 BW

    1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
    2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
    3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

    In het artikel is voor het aansprakelijk kunnen stellen een oorzakelijk verband noodzakelijk tussen de onrechtmatige gedraging (dus: geen goede verlichting terwijl er wél verlichting moest zijn) en de ontstane schade.

    Het uitgangspunt van relativiteit wordt gebruikt: het risico wordt afgewogen tegen de omvang van de zorg. Er is sprake van aansprakelijkheid als het genomen risico onaanvaardbaar is. Bij het vaststellen van vergoeding van schade kan de eigen schuld van de benadeelde worden verminderd op de uit te keren vergoeding conform Artikel 6:106 Burgerlijk Wetboek

    Door goed onderhoud te plegen en goed onderbouwde plannen te maken conform geldende regels en voorschriften (bijvoorbeeld rationeel wegbeheer), een goed systeem van melden en afhandelen van klachten, kan de aansprakelijkheid sterk beperkt worden. Daarbij dient dus rekening gehouden te worden met de actuele richtlijnen en voorschriften. 

    Richtlijnen en voorschriften

    Er is een aantal richtlijnen opgesteld die betrekken hebben op openbare verlichting. De volgende richtlijnen zijn dan van belang:

    • Richtlijn openbare verlichting (zie NSVV): 
    • Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR 13201-1) opgestel door NEN: De richtlijn is een hulpmiddel bij het realiseren van de juiste kwaliteit openbare verlichting op de juiste plek. De richtlijn is gericht op beheerders en eigenaren van openbare terreinen en wegen, en de personen die deze beheerders ondersteunen zoals de OV-installateurs en -adviseurs.
    • Publicaties van de NSVV:

    http://www.youtube.com/watch?v=xFn2Gn4kEzU

    De gemeente Amsterdam heeft de eisen waaraan openbare verlichting moet voldoen beschreven in het 'Handboek Basiskwaliteit Openbare Verlichting' (2012).

    Beheer van kapitaalgoederen

    Voor het beheer van de openbare ruimte is de Gemeentewet voor gemeenten de wettelijke basis. In artikel 212 van de Gemeentewet is geregeld dat gemeenten een verordening moeten hebben over de omgang met kapitaalgoederen. De Gemeentewet stelt in artikel 212:

    1.De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

    2.De verordening bevat in ieder geval:

    a.regels voor waardering en afschrijving van activa;

    b.grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b, alsmede, voor zover deze wordt geheven, voor de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

    c.regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie.

    De openbare ruimte bevat veel kapitaalgoederen zoals openbare verlichting en valt derhalve onder dit artikel van de Gemeentewet. Voor de volledigheid: de wet bevat drie artikelen op grond waarvan de gemeenteraad een verordening moet vaststellen met kaders voor de financiële functie: 

    Met het vaststellen van de verordening volgens artikel 212 Gemeentewet worden door de gemeenteraad kaders gegevens voor de inrichting van de financiële functie en de uitgangspunten voor het financieel beleid en het financieel beheer. Met de verordening volgens artikel 213 Gemeentewet geeft de gemeenteraad kaders voor controle door accountants van de gemeentelijke jaarstukken. Met de verordening volgens artikel 213.3a geeft de gemeenteraad kaders voor de door het college van burgemeester en wethouders uit te voeren onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeentelijke organisatie. De basis voor beheer ligt hiermee in het financiële domein.

    Aangezien de openbare ruimte voor gemeenten veel kapitaalgoederen heeft, zal er conform de wet door de gemeenten een financiële verordening moeten zijn opgesteld waarin verantwoording wordt gevraagd voor de financiële omgang. Enkele voorbeelden van zo'n verordening:

    Voor de beheerders van de openbare ruimte van een gemeente betekent dit dat periodiek verantwoording afgelegd moet worden voor het beheer van de kapitaalgoederen. Die verantwoording wordt veelal afgelegd in (meerjaren)begrotingen en (concern)rapportages en jaarrekeningen. 

    Dat betekent daarmee ook dat er nomen moeten zijn voor wat goed beheer is en dat gecontroleerd moet worden of de middelen daadwerkelijk goed zijn ingezet. Hiermee is de basis gelegd voor monitoring van de toestand van de verlichting door middel van beheerprogramma's zoals rationeel wegbeheer.

    Lichthinder

    Lichthinder is de overlast die kan ontstaan door het licht van lichtbronnen. Denk aan kassencomplexen, sportvelden in de avonduren maar ook reclame-uitingen en uiteraard ook de reguliere openbare verlichting. Lichthinder kan schadelijk zijn voor mensen en voor de natuur. 

    Er is geen wetgeving die lichthinder regelt. Lichthinder die veroorzaakt wordt door bedrijven heeft op basis van het Activiteitenbesluit artikel 2.1 (de zorgplicht) de basis voor handhaving.

    Artikel 2.1

    1.Degene die een inrichting drijft en weet of redelijkerwijs had kunnen weten dat door het in werking zijn dan wel het al dan niet tijdelijk buiten werking stellen van de inrichting nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of kunnen ontstaan, die niet of onvoldoende worden voorkomen of beperkt door naleving van de bij of krachtens dit besluit gestelde regels, voorkomt die gevolgen of beperkt die voor zover voorkomen niet mogelijk is en voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd.

    2.Onder het voorkomen of beperken van het ontstaan van nadelige gevolgen voor het milieu als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan:

    a t/m g: .....

    h.het voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van lichthinder;

    De openbare verlichting is geen inrichting. Wel moet met wetgeving worden rekening gehouden. De Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet zijn wetten ter bescherming van de leefgebieden van diverse dieren- en plantensoorten. Ze zijn relevant bij nieuwe activiteiten in of nabij een Natura 2000-gebied.  Veranderingen die een negatieve invloed op beschermde soorten kunnen hebben, vereisen respectievelijk een vergunning of ontheffing vereist. Dit geldt tevens voor openbare verlichting. Openbare verlichting die aantoonbaar verstorend is voor soorten, kan op basis van de wetgeving  aangepast of verwijderd worden. Het IPO heeft in 2010 het 'Handboek licht/donker' uitgebracht. Dit boek bevat beleid en uitvoeringsinstrumenten voor provincies. 

    http://www.youtube.com/watch?v=4ncFzGVaJMM

    Het donkere landschap

    Artikel 1.1 lid 2 van de Wet milieubeheer regelt de bescherming van het donkere landschap. Daarmee worden landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden beschermd. Dit valt hiermee onder de zorgplicht van de beheerder. Hiertoe is het echter wel noodzakelijk dat het een aangewezen gebied is. Dat kan door middel van het bestemmingsplan, een beleidsregel of een verordening. 

    Grondroerdersregeling

    Voor ondergrondse netwerk (lees: kabels en leidingen) is de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) van toepassing. 

    Alle ondergrondse kabels en leidingen dienen volgens de WION zorgvuldig geregistreerd dienen te worden zodat bij graafwerkzaamheden bekend is waar deze liggen. Dit om onnodige graafschade te voorkomen. Het Kadaster is aangewezen als beheerder van de gegevens. Een ondergronds kabelnet moet geregistreerd en beheerd worden. De informatie over de ligging en aard van het netwerk dient beschikbaarbaar te zijn bij het kadaster. 

    Voor de uitvoering van graafwerkzaamheden is de instructiekaart 'Zorgvuldig graven'  van CROW aan te bevelen. De instructiekaart geeft instructies voor geplande graafwerkzaamheden en bij proefsleuven.

    Grondverzet

    Voor het graven in de grond is de Wet bodembescherming van toepassing bij het graven in verontreinigde grond (zie ook het onderwerp 'Grondverzet'). Voor het hergebruik van licht verontreinigde grond is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Meer informatie over het werken in (licht verontreinigde) grond is te vinden in de 'Handreiking Besluit bodemkwaliteit' (2007) van Bodemplus en in 'Grondig grondverzet' (2011) van het OmgevingsAtelier. Voor het werken in verontreinigde grond is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing. De wet is qua veiligheid voor de werknemers uitgewerkt in publicatie 132 'Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water' van het CROW.

    Technische eisen

    Aan de installatie worden diverse technische eisen gesteld. De meest relevante eisen zijn NEN 1010, NPR 5310, NEN 3140, NEN-EN-IEC 61439. De NPR maakt onderscheid in verlichtingsklassen. Een deel van de technische eisen vindt zijn basis in Europese regels. Bijvoorbeeld Verordening (EG) nr. 245/2009 voor bepaalde typen lampen. 

    Sociale veiligheid

    Om de functie van openbare verlichting voor sociale veiligheid goed in te kunnen vullen, kunnen de richtlijnen in het 'Politie Keurmerk Veilig Wonen 2015' (CCV, 2015) worden gehanteerd. 

    Duurzaamheidseisen

    De 'Verordening Energie-efficiënte verlichting' is op 13 april 2009 in werking getreden. De verordening  bevat eisen voor industriële, kantoor- en openbare straatverlichting. De verordening is vastgesteld op basis van de inmiddels ingetrokken Ecodesignrichtlijn. Tot 2017 wil de Commissie de milieuonvriendelijke verlichting geleidelijk van de Europese markt weren. De verordening heeft een rechtstreekse werking. De verordening heeft geleid tot een Taskforce Openbare Verlichting'. De taskforce heeft gewerkt aan uitvoeringsplannen voor energiezuinige verlichting voor gemeenten en provincies. De bevindingen staan in het eindrapport 'Zuinig licht; Heldere keuze' (2011, AgentschapNL).

    Plaatselijke verordening

    De gemeente kan in de plaatselijke verordening eisen stellen  aan verlichting. Hierbij kan gedacht worden aan reclame-uitingen met licht.

    Beleid

    In het beleid moet een aantal zaken bij elkaar worden gebracht:

    • Duurzaamheid
    • Kosten
    • Veiligheid
    • Technische eisen waaraan voldaan moet worden.

    De LIOR kan de plaats zijn om het beleid om te zetten in praktische technische standaarden. 

    Het rapport van IGOV 'Traject van de toekomst: standaardisatie van flexibiliteit' (2014) geeft een visie op openbare verlichting. Het rapport is voor leden van IGOV gratis te downloaden. 

    Technische eisen

    Documenten die over ontwerp gaan zijn er dan ook veel. Overheden stellen voor de inrichting van de openbare ruimte vaak leidraden op: Leidraad inrichting openbare ruimte ook wel LIOR genoemd. Enkele voorbeelden van documenten die gaan over techniek en over ontwerpeisen:

    'Handleiding Energielabeling Openbare Verlichting' (AgentschapNL)

    Labeling is een instrument dat wordt toegepast om de prestaties op duurzaamheidsgebied eenvoudig inzichtelijk te maken. Voor openbare verlichting heeft het AgentschapNL hier een methode voor ontwikkeld: 'Handleiding Energielabeling Openbare Verlichting' (2010). Zie ook: 'Macro-energielabel Openbare Verlichting' (NSVV, 2011).

    Beleid

    Duurzaamheid en kosten gaan hier vaak hand in hand: duurzame verlichting is goedkoper vanwege een lager energieverbruik. Echter, het vervangen van verlichting kost geld. Om verlichting 'slimmer' te maken zijn er tegenwoordig allerlei technieken beschikbaar. Die technieken houden in dat verlichting korter brandt, minder fel brandt of alleen inschakelt als dat nodig is. Gemeenten zijn de achterliggende jaren actief geweest met het opstellen van plannen voor energiezuinige verlichting. De plannen van zijn invloed geweest op het beleid van gemeenten met betrekking tot openbare verlichting.

    De gemeente Rotterdam heeft haar beleid opgeschreven in het 'Rotterdamse Stijl Lichtplan Rotterdam' (2011). Hierin worden techniek, beleid en duurzaamheid met elkaar gecombineerd en uitgebreid uitgewerkt. 

    http://www.youtube.com/watch?v=VSZtmJ3ONmQ

    http://www.youtube.com/watch?v=l8paqTC9J3c

    Politiekeurmerk

    Voor openbare verlichting zijn handboeken verkrijgbaar ten behoeve van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De handboeken geven adviezen voor hoe om te gaan met openbare verlichting:

    Beheer

    http://www.youtube.com/watch?v=2bcBd5WX0oI

    Meldingen

    Openbare verlichting heeft alleen nut als de verlichting werkt en ook goed werkt.

    http://www.youtube.com/watch?v=1sFTYMXzclc

    Een meldsysteem voor kapotte verlichting is belangrijk om door te kunnen geven of de verlichting werkt. Hieronder staat een voorbeeld van een filmpje door een bedrijf dat zulke systemen levert.

    http://www.youtube.com/watch?v=XCAKLCOA8IU

    Beheerplan

    De openbare verlichting is aangelegd conform het beleid van de betreffende organisatie. Het beleidsplan is veelal qua praktische aanpak uitgewerkt in een beheerplan. Ook kan het beheerplan onderdeel uitmaken van het beleidsplan. Hieronder enkele voorbeelden van zulke documenten:

    De afdelingen beheer hebben goed inzicht in de totale kosten van openbare verlichting. Daarmee is dit belangrijke informatie voor de keuze om wel of niet bestaande verlichting te gaan vervangen voor energie-zuinige lampen.

    http://www.youtube.com/watch?v=-qy3Aw6rU1w

    http://www.youtube.com/watch?v=Si-ONuxqoRQ

    Duurzaamheid

    Energiezuinige verlichting is een flinke bijdrage aan duurzaamheid. Om de invoering van energiezuinige verlichting te bevorderen heeft de overheid een taskforce opgericht. De taskforce had als doel om alle gemeenten zo ver te krijgen om een invoeringsplan voor zuinige verlichting op te stellen. In maart 2012 hadden 101 gemeenten een uitvoeringsplan voor energiezuinige verlichting opgesteld en 207 gemeenten werkten daaraan. Het eindrapport van de Taskforce ('Zuinig licht; heldere keuze' (2011)) is in 2011 opgeleverd. De gemeente Vlagtwedde heeft de Quicks wins laten inventariseren in 'Quick Wins Openbare Verlichting' (Infra-Lux, 2013). 

    http://www.youtube.com/watch?v=ib2CfNl7abY

    http://www.youtube.com/watch?v=XNzh5sKg82E

    http://www.youtube.com/watch?v=aMwzQQYcD44

    SER-energie-akkoord

    In het  'SER-Energie akkoord' (2013) staan de volgende doelstellingen genoemd voor openbare verlichting (OVL) en verkeersregelinstallaties (VRI's):

    1. 20% energiebesparing bij OVL en VRI's in 2020 ten opzichte van 2013
    2. 50% energiebesparing bij OVL en VRI's in 2030 ten opzichte van 2013
    3. 40% van de OVL is voorzien van slim energiemanagement in 2020
    4. 40% van de OVL is energiezuinig in 2020
    5. Rijkswaterstaat past per 2014 in tunnels energiezuinige OVL toe bij nieuwbouw en renovatie waarbij de verlichting wordt vervangen.

    Monitoring Energieakkoord-doelstellingen OVL en VRI’s

    Via www.monitoringovlvri.nl kunnen gemeenten, provincies en waterschappen meedoen aan de monitoring van de SER-Energieakkoord-doelstellingen op het gebied van openbare verlichting (OVL) en verkeersregelinstallaties (VRI's). De monitoring 2015 is per half november gesloten. In 2016 kunnen gemeenten, provincies en waterschappen weer meedoen via www.monitoringovlvri.nl.

    Rekenmodel NSVV

    Om te kunnen bepalen wat het energieverbruik is van openbare verlichting en verkeersregelinstallaties heeft de NSVV in 2011 een rekenmodel opgesteld. Met het rekenmodel kunnen berekeningen worden gemaakt met als resultaat de kosten in euro's, kilowattuur en CO2-uitstoot en het aantal bomen dat noodzakelijk is om de uitstoot van CO2 te compenseren. Het model bestaat uit:

    Labeling is een instrument dat wordt toegepast om de prestaties op duurzaamheidsgebied eenvoudig inzichtelijk te maken. Voor openbare verlichting heeft het AgentschapNL hier een methode voor ontwikkeld: 'Handleiding Energielabeling Openbare Verlichting' (2010).

    Criteria voor duurzaamheid

    Om openbare verlichting duurzaam te kunnen inkopen zijn er door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu inkoopcriteria ontwikkeld in 2011. Het betreft de volgende documenten (die inmiddels verouderd zijn, maar er zijn geen geactualiseerde documenten, zie ook aanbesteden):

    Lichthinder

    Licht kan hinder veroorzaken. De natuur kan daar last van hebben maar ook mensen. Voor provincies heeft het IPO het handboek 'Licht/donker' (2010) opgesteld. Het handboek bevat beleid en uitvoeringsinstrumenten om lichthinder te regelen. Dit handboek is bedoeld voor provinciale overheden.

    Om hinder voor fauna te beperken, kan een andere kleur verlichting worden gebruikt. Groen gekleurde verlichting geeft voor een aantal diersoorten minder overlast. De gemeente Assen heeft hier onderzoek naar laten doen: 'Groen licht aan het Havenkanaal' (Universiteit Groningen, 2010). De gemeente Vlagtwedde heeft de kennis over groen licht op een rijtje gezet in het document 'Groen licht in Westerwolde' (2013) dat is opgesteld door Infra-Lux BV. Door de Vrije Universiteit is in 2009 onderzoek gedaan naar maatregelen die gemeenten kunnen nemen voor minder lichthinder: 'Mag het licht uit?' (2009). De gemeente Leeuwarden heeft in 2011 een concept-beleidsplan opgesteld om de kansen voor duurzaam verlichten te inventariseren: "Het donker belicht". 

    De tegenhanger van lichthinder is duisternis. Een maal per jaar staat een nacht in het teken van duisternis: de nacht van de nacht. Dan wordt zo veel mogelijk licht gedoofd. 

    http://www.youtube.com/watch?v=d-5pF4cqMew

    http://www.youtube.com/watch?v=lpMfMiv1ims

    Reflectie

    De meest energiezuinige verlichting is ... geen verlichting. Door gebruik te maken van reflectie, kan soms openbare verlichting achterwege blijven. Het is uiteraard maatwerk (en vakwerk) om te bepalen wat een goede oplossing is. Onderstaande documenten kunnen daarbij helpen:

    De technische eisen aan wegmarkeringen voor België zijn opgenomen in 'Handleiding voor de uitvoeringen van wegmarkeringen' (2007, Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw). 

    http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=UQ-DpiJR-hA

    Glow lines

    Een nieuwe ontwikkeling is 'glow lines'. Dat is een merknaam voor belijning die overdag zonlicht opneemt en in het donker weer afgeeft. In april 2014 is er een proefvak geopend van 500 m op de N329 bij Oss.

    http://www.youtube.com/watch?v=wcQEZuchLoM

    Tevens ligt er een proefvak van een fietspad in de gemeente Wageningen. 

    Het is een experiment. De resultaten tot nu toe zijn wisselend en nog niet definitief.

    Glow lines. Foto door Gelderlander

    Door de glow lines kan bespaart men op openbare verlichting en kan de veiligheid toenemen. Over de duurzaamheidsaspecten van de glow lines zelf, is geen informatie gevonden. Voor fietspaden in gebieden waar het lastig is om openbare verlichting aan te brengen, kan dit waardevol zijn. De mogelijkheden met slimme verlichting zijn enorm. Het volgende filmpje (in het Engels) laat een mogelijkheid zien.

    http://www.youtube.com/watch?v=xPVkT6FKhv4

    Een variant op de glow-lines is hetzelfde, maar dan met lichtgevende steentjes. Een voorbeeld hiervan is het 'Vincent van Gogh fietspad'  in Eindhoven. Het idee komt van de kunstenaar Daan Roosegaarde.

    Vincent van Gogh fietspad. Foto: Brabant.nl

    De gemeente Zoetermeer heeft in 2015 een proefstrook aangelegd van een fietspad met lichtgevende markeringen. 

    Kosten

    De kosten voor openbare verlichting kunnen in drie hoofdposten worden ingedeeld:

    • Aanschaf en afschrijving van masten, armaturen, bekabeling en stuurapparatuur
    • Onderhoud zoals het schoonhouden en vervangen van kapotte onderdelen
    • Energie

    Vervangen van masten en armaturen door energiezuinige verlichting is daarmee altijd een afweging tussen de besparing op energie en de investering voor nieuwe verlichting en de afschrijving op de reeds aanwezige verlichting. Een manier om de kosten integraal te berekenen is met de methode 'total cost of ownership'. Hiermee worden de totale kosten over de totale levensduur berekend. Zie de brochure 'Wat is Total Cost of Ownership?' van de Stichting NEVI.

    http://www.youtube.com/watch?v=Wf3buWMeTbI

    http://www.youtube.com/watch?v=FbJxXeO8qeY

    http://www.youtube.com/watch?v=zGz-Halz238

    De kosten van het aanleggen, onderhouden en gebruik van openbare verlichting zijn in het beleids- of beheerplan vastgelegd. Hier horen ook de kosten bij voor het beheer conform de vastgestelde beeldkwaliteit (of frequentie). In de volgende documenten komen de kosten aan de orde:

    Naast kosten, zijn de financieringsmogelijkheden interessant. De onderstaande twee artikelen handelen hier over:

    Participatie

    Voorlichting

    Openbare verlichting vervult een belangrijke sociale functie. Goede verlichting zorgt voor sociale veiligheid (zie 'Politiekeurmerk'), verkeersveiligheid en sfeer. Sfeer draagt bij aan een goede omgang met de openbare ruimte door bewoners en bezoekers van de openbare ruimte. Bezuinigen op openbare verlichting, vraagt daarom om goede uitleg aan bewoners. De folder van de gemeente Rotterdam 'Openbare verlichting in Rotterdam Wie doet wat?' geeft een goede uitleg aan burgers over openbare verlichting (zie ook het bijbehorende beleidsplan: 'Rotterdamse Stijl Lichtplan Rotterdam' (2011)). De toepassing wordt uitgelegd van slimme verlichtingstechnieken zoals duurzaam wit licht, dimmen in de nacht en juiste verlichting. 

    http://www.youtube.com/watch?v=x0b04gi7Vro

    http://www.youtube.com/watch?v=az9n6gx1Kog

    Participatie en afwegingen

    Voor ingrepen in de openbare verlichting is het zinvol om de bewoners en burgers daar bij te betrekken. De gemeente Dalfsen heeft daartoe haar beleidsplan aangepast. De gemeente IJsselstein ordent de argumenten rondom veiligheid in haar beleid.

    Om kapotte verlichting te kunnen melden aan de gemeente, wordt steeds meer gebruik gemaakt van Internet. De onderstaande figuur laat het systeem zien zoals de gemeente Rotterdam dat gebruikt.

    Kunst

    Openbare verlichting kan kunst in de openbare ruimte tot zijn recht laten komen. Ook kan de verlichting zelf kunst zijn (soms met een knipoog).

    http://www.youtube.com/watch?v=Q6pd9CqhpIw

    http://www.youtube.com/watch?v=c2IRdHrf2wE