Inhoudsopgave

    LIOR

    Samengevat

    Voor een goede inrichting van de leefomgeving en de openbare ruimte is eenduidigheid in de eisen die de eigenaar of opdrachtgever van de openbare ruimte stelt nuttig. De eisen van de beheerder staan normaal gesproken in een LIOR: Leidraad Inrichting Openbare Ruimte. De LIOR bevat  alle wettelijke eisen, beleidsregels en richtlijnen die van toepassing zijn voor de inrichting en het beheer van de leefomgeving en de openbare ruimte.  In de LIOR staan de uitgangspunten voor het ontwerp, de inrichting en het beheer van de openbare ruimte beschreven. Denk aan: eisen aan het ontwerp van een weg, type afvalbak en straatlantaarn, type verharding, et cetera. De LIOR is het uitgangspunt bij activiteiten zoals civieltechnische bestekken, nieuwbouwplannen, inrichtingsplannen, berekenen beheerkosten. 

    De LIOR heeft ook wel andere benamingen:

    • HIOR: Handboek Inrichting Openbare Ruimte
    • LDIOR: Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte

    Al deze documenten hebben een vergelijkbaar doel. Ze worden hier daarom allemaal aangeduid als LIOR.

    De LIOR is het resultaat van een proces van overleg met belanghebbenden van de openbare ruimte. De LIOR beoogt belangen zoals duurzaamheid, kosten, beheerbaarheid en medebeheer bij elkaar te brengen. Dat leidt tot standaardisatie van bijvoorbeeld openbare verlichting, straatmeubilair, speeltoestellen, bestratingsmaterialen, beplanting, et cetera. 

    Tevens is de LIOR het uitgangspunt bij een proces van overleg bij nieuwe projecten. De LIOR is voor de beheerders het uitgangspunt. Dat is immers het goede gemiddelde van alle belangen, wensen en technische eisen. Echter, er kunnen voor elk project belangen spelen of nieuwe ideeën zijn die afwijken van de LIOR noodzakelijk maken. De LIOR is daarmee een flexibel doccument dat niet te flexibel gebruikt moet worden. Bij afwijkingen van de LIOR kan de ontwikkelaar of ontwerper verplicht worden een beheerplan met meer kosten voor het toekomstig beheer bij het ontwerp te voegen.

    Met een LIOR is het voor een beheerder van de openbare ruimte gemakkelijker om als regisseur te regisseren.

    Wetgeving

    Er is geen wetgeving die een beheerder verplicht om een LIOR te hebben. Een LIOR zal door een gemeente (of een ander instantie) worden vastgesteld, veelal door het Collega van Burgemeester en Wethouders of eventueel in de gemeenteraad. 

    De gemeente Kaag en Braassem omschrijft de status van de LIOR in haar 'Leidraad Inrichting Openbare Ruimte V 5.0' (2013) LIOR als volgt:

    "De leidraad is een omschrijving van inzichten van een moment. Deze sluiten aan bij wet- en regelgeving en richtlijnen ten aanzien van ontwerp en materialen. Inzichten en de daaraan verwante (nationale) regelgeving, wijzigen met de tijd. Dit betekent dat geregeld een nieuwe versie wordt uitgegeven. Bij afsluiting van contracten moet de versie van de LIOR worden vastgelegd. Bij wijziging van het contract geldt automatisch de meest recente LIOR.

    Dit geeft ook ruimte voor tijdige actualisatie en maatwerk aspecten. Het gebruiken van een voorgaande versie kan nimmer als uitgangspunt of discussiepunt worden gebruikt. Als de LIOR gedurende het project wordt gewijzigd, dient de vigerende versie van de overeenkomst met de gemeente te worden aangehouden. "

    De status van de Leidraad is daarmee een Leidraad. De leidraad is richtinggevend, niet verplicht maar zeker niet vrijblijvend. De samenhang tussen de ruimtelijke visie/structuur visie de LIOR en de kwaliteit van beheer is hieronder weergegeven (Bron: Gemeente Haarlemmermeer, 'DIOR deel A' (2014)).

    De LIOR vormt de basis voor de kwaliteit van beheer en kan worden beschouwd als een beleidsnotitie. De beleidsnotitie zelf geeft na vaststelling geen mogelijkheden voor sancties in welke vorm dan ook. De LIOR krijgt een formele status als er naar wordt verwezen in contractstukken. Denk aan bestekken, inkoopopdrachten, opdrachten voor het maken van ontwerpen of het geven van adviezen of aan nog andere overeenkomsten. Dan zal er altijd verwezen moeten worden naar een concrete versie van de LIOR. De LIOR zal periodiek worden vernieuwd, aangevuld en verbeterd. Bij het aangaan van een overeenkomst moet duidelijk zijn welke versie van toepassing is. 

    Afwijken van de LIOR

    Omdat de LIOR geen mogelijkheid van sancties heeft, is afwijken van de LIOR in essentie geen probleem. Wel is de LIOR een beleidsnotitie. Afwijken moet wel gemotiveerd worden. Bij aanbestedingen moet duidelijk gemaakt worden in hoeverre afwijken van de LIOR is toegestaan. 

    In de praktijk vinden er allerlei ontwikkelingen plaats. Denk aan nieuwe duurzame technologieën die inzet van andere materialen en constructies wenselijk maken. Een afwijking van de LIOR zal, als het structureel wordt, worden meegenomen in de aanpassing van de LIOR.

    Beheer van kapitaalgoederen

    De openbare ruimte staat vol met kapitaalgoederen. De LIOR kan worden gezien als een beleidsdocument om dat beheer zo goed mogelijk uit te voeren. Voor het beheer van de openbare ruimte is de Gemeentewet voor gemeenten de wettelijke basis. In artikel 212 van de Gemeentewet is geregeld dat gemeenten een verordening moeten hebben over de omgang met kapitaalgoederen. De Gemeentewet stelt in artikel 212:

    1.De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

    2.De verordening bevat in ieder geval:

    1. regels voor waardering en afschrijving van activa;
    2. grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b, alsmede, voor zover deze wordt geheven, voor de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
    3. regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie.

    De openbare ruimte bevat veel kapitaalgoederen zoals openbare verlichting en valt derhalve onder dit artikel van de Gemeentewet. De LIOR is echter niet de verordening voor het financiële beleid: het kan wel een technische uitwerking zijn die de basis vormt voor de verordening. Zonder LIOR zou het risico bestaan op het ontstaan van grote voorraden reserveonderdelen of het slecht kunnen uitvoeren van het beheer van de kapitaalgoederen.

    Het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten en Provincies (BBV) dat sinds 17 januari 2003 van kracht is, stelt eisen aan gemeenten en provincies ten aanzien van het opstellen van de begroting, de begrotingswijzigingen, het jaarverslag en de jaarrekening. Het BBV schrijft voor dat er een paragraaf in de begroting wordt opgenomen over het onderhoud van kapitaalgoederen. In artikel 12 van het BBV staat:

    1.De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen:

    1. wegen;
    2. riolering;
    3. water;
    4. groen;
    5. gebouwen.

    2.Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven:

    1. het beleidskader;
    2. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;
    3. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

    De LIOR kan een functie hebben in gestructureerd beheer van de kapitaalgoederen. Zie als voorbeeld de nota 'Onderhoud kapitaalgoederen Openbare Ruimte 2012-2015'  (2012) van de gemeente Utrecht. 

    Beleid

    Onder beleid verstaan we hier: hoe wordt een LIOR gemaakt. Vaak bestaat een LIOR al lange tijd. Het is een kwestie van de LIOR actueel houden en aanpassen aan de behoeften en mogelijkheden van de tijd. De volgende figuur geeft goed weer hoe het proces van het opstellen en actualiseren van de LIOR gaat.

    Bron: Burocite

    http://www.youtube.com/watch?v=LM5WCUMLSyI

    Belanghebbenden

    De belanghebbenden moeten in beeld zijn bij de opstellers van de LIOR. De belangrijkste belanghebbenden en hun belangen zijn:

    • Beheerders: openbare ruimte moet tegen acceptabele kosten en met een acceptabele tijdsinspanning te beheren zijn. Er moeten geen groot aantal voorraden restanten bijzondere bestratingsmaterialen, bloembakken, reserve-onderdelen, et cetera noodzakelijk zijn om de kwaliteit van de openbare ruimte op termijn te garanderen
    • Ontwerpers: de LIOR moet voldoende mogelijkheden bieden om een aantrekkelijke openbare ruimte te ontwerpen
    • Aannemers: de LIOR moet voldoende duidelijk zijn om een handvat voor het voorbereiden en uitvoeren van projecten
    • Opdrachtgever: de opdrachtgever is veelal de gemeente. De gemeente gebruikt de LIOR bij het voorbereiden en uitgeven van opdrachten
    • Bewoners: de LIOR moet zowel een aantrekkelijke openbare ruimte mogelijk maken, alsmede de kosten laag houden
    • Winkeliers/bedrijven: de openbare ruimte moet aantrekkelijk zijn en ook hier tegen acceptabele kosten
    • Bestuur/politiek: de openbare ruimte moet goed kunnen aansluiten bij de wensen van bewoners en bedrijven. Kosten moeten acceptabel zijn.

    Met uitzondering van de aannemers, zijn alle bovenstaande belanghebbenden in meer of mindere mate een 'opdrachtgever'. Ze gebruiken de openbare ruimte en hebben daarom het recht een inbreng te hebben in de opzet en inhoud van de LIOR. Alle belanghebbenden moeten zich kunnen herkennen in de LIOR. Dat vraagt om uitwerking op verschillende detailniveaus.

    http://www.youtube.com/watch?v=YgwbrI8Rgnw

    http://www.youtube.com/watch?v=3L28Jj5ZRsY

    Detailniveaus

    De LIOR moet richting geven aan hoe de openbare ruimte ingericht moet worden (en dan vooral: waarmee). De LIOR kan dat tot het het meest gedetailleerde niveau (zeg maar besteksniveau) regelen, op een iets hoger niveau (Programma van Eisen, PvE) of op een nog hogere abstractieniveau. Kiezen voor een hoger abstractieniveau betekent dat de LIOR compacter kan worden. Het nadeel is dat de vrijheidsgraden dan sterk toenemen. Het doel van de LIOR (eenduidigheid) wordt daarmee dan veelal niet bereikt. Dit kan worden bereikt met delen of hoofdstukken, zoals 'deel 1 Beleid', 'deel 2 PvE', et cetera. Of hoofdstuk 1, 2 en 3 zoals hieronder bij Oosterhout.

    De meeste Leidraden hebben een combinatie van eisen op het niveau van het bestek en op het niveau van het programma van eisen. De gemeente Oosterhout koppelt het verschil in detailniveau aan de fase in een project (zie: 'Leidraad Inrichting Openbare Ruimte', 2008). Zie de figuur hieronder uit deze leidraad.

    De gemeente Zuidplas werkt in de 'Leidraad Inrichting Openbare Ruimte' (2013) op PvE-niveau. Een voorbeeld van speelvoorzieningen laat zien hoe dat er uit ziet. 

    Er wordt, zo mogelijk, direct digitaal doorwezen naar de bron van de informatie. De gemeente Oosterhout geeft in de'Leidraad Inrichting Openbare Ruimte' (2008) uitwerkingen tot op besteksniveau. Dat ziet er dan zo uit voor bomen. 

    Opbouw van een LIOR

    Ofschoon er geen enkele norm of wet is die aangeeft hoe een LIOR opgebouwd moet zijn, is er wel een aantal zaken aan te geven die normaal gesproken in een LIOR staan.

    • Inleiding: hierin staat wat de LIOR is, wat de status is en hoe de LIOR tot stand is gekomen. Ook zal dit hoofdstuk beschrijven hoe de LIOR gebruikt moet worden. Tevens zal aangegeven zijn hoe de actualisatie gedaan wordt. 
    • Wet- en regelgeving en beleid: de van toepassing zijnde wet- en regelgeving wordt hier opgesomd. Dan is voor een ieder duidelijk waar men zich bij ontwerpen, uitvoeren en beheren aan dient te houden. Omdat dit aan verandering onderhevig is, zal door de opsteller periodiek getoetst moeten worden of het hoofdstuk nog volledig actueel is. Het beleid kan accenten leggen zoals eisen voor duurzaamheid of voor klimaatadaptatie
    • Toetsing: dit hoofdstuk beschrijft hoe de LIOR wordt ingezet als toetsinstrument. Een ontwerpproces bestaat uit de volgende fasen:
      • Programma: dit is de beleidsmatige basis, 
      • Initiatieffase: ook wel PvE-niveau genoemd (PvE = Programma van Eisen). Zie PLANterra: 'LIOR Deel 1 - Initiatieffase' (2008)
      • Voorlopig ontwerp (VO): het voorontwerp waarin de hoofdlijnen worden uitgezet. Zie PLANterra: 'LIOR Deel 2 - Ontwerpfase' (2008)
      • Definitief ontwerp (DO): dit is het ontwerp dat wordt aanbesteed en uitgevoerd. Zie PLANterra: 'LIOR Deel 3 - Besteks- en uitvoeringsfase' (2008)
      • Uitvoering: dit betreft de uitvoering van het ontwerp, inclusief directievoering.

    De LIOR heeft in elk van deze drie fasen een andere rol. Bij het opstellen van de LIOR moet duidelijk zijn hoe de LIOR bij deze fasen ingezet gaat worden.

    In het hoofdstuk 'toetsing' hoort een procedure (of handelswijze) te staan als men wil afwijken van de LIOR

    • Ontwerpeisen op VO-niveau: op hoofdlijnen, niet tot op detailniveau, zijn de eisen aan de onderdelen van de openbare ruimte uitgewerkt. Zie de LIOR van de gemeente Zuidplas: 'Leidraad Inrichting Openbare Ruimte' (2013)
    • Ontwerpeisen op DO-niveau: in dit hoofdstuk zijn de eisen tot op besteksniveau uitgewerkt. Zie de LIOR van de gemeente Oosterhout: 'Leidraad Inrichting Openbare Ruimte' (2008). Dit hoofdstuk kan bestaan uit detailtekeningen met een toelichting. 
    • Bronnen: alle relevante documenten waar in de LIOR naar wordt verwezen zijn hier opgesomd. 
    • Colofon: opsteller van het document (eigen organisatie, adviesbureau of een combinatie), datum van publicatie, data van actualisatie, geldigheid van het document, documentnummer, datum van vaststelling. Indien mogelijk met een (digitale) link naar de plaats waar het document te vinden is (veelal is dat op www.publicspaceinfo.nl)
    • Bijlagen:
      • Uitwisseling van digitale informatie
      • Uitgangspunten voor duurzaamheid
      • Standaardprofielen: kabels en leidingen, riool en huisaansluitingen, watergangen
      • Voorkeurslijst materialen
      • Te verrichten meldingen: grondverzet volgens Besluit bodemkwaliteit, WION, communicatie met bewoners, 
      • Voorwaarden voor aanbesteding (verwijzing naar inkoop- en aanbestedingsbeleid)

    Bovenstaande opzet geeft aan wat er veelal in een LIOR aan de orde kan komen. De volgorde van zaken kan uiteraard sterk afwijken van het bovenstaande voorbeeld. 

    Tot stand komen van de LIOR

    De LIOR betreft zowel feitelijkheden als keuzes. Tot de feitelijkheden mogen gerekend worden:

    • Wet- en regelgeving
    • Beleid: gemeente, provincie, waterschap, et cetera. Tot het beleid kunnen ook uitgangspunten worden gerekend ten aanzien van bijvoorbeeld duurzaamheid, hergebruik, et cetera
    • Afspraken met betrokken partijen: bewoners, bedrijven, havenschappen

    Met deze feitelijkheden als vertrekpunt, kan invulling van de LIOR plaatsvinden. De bestaande situatie kan als uitgangspunt worden genomen. In de inrichting en het beheer van de openbare ruimte zijn er traditionele tegenstellingen:

    • Ontwerpers willen veel vrijheid bij het ontwerp van de openbare ruimte. Beheerders willen uniformiteit
    • Kosten voor beheer moeten laag blijven maar dat kan leiden tot saaie uniformiteit
    • De LIOR biedt een uitgangspunt voor het ontwerp en afwijken moet beperkt worden. Echter, de buitenwereld is pluriform en vraagt om een flexibele omgang

    De LIOR vormt het afgewogen resultaat van de belangen, wensen, de bestaande situatie, de gewenste situatie en de harde randvoorwaarden van wet- en regelgeving. Voor het tot stand komen van de LIOR is overleg met de belanghebbenden logisch. De procesmatige aanpak zal van geval tot geval bezien moeten worden. Soms zal het opstellen van de LIOR makkelijk zijn. Met een lastige situatie (veel tegengestelde belangen), is dat echter moeilijker. Inzet van een procesmanager kan dan nuttig zijn. Aan de betrokken moet altijd duidelijk worden gemaakt dat de LIOR een compromis is van alle wensen en de wettelijke mogelijkheden. Ook zal aan de betrokkenen duidelijk gemaakt moet worden dat kosten een hele belangrijke randvoorwaarde zijn. 

    Tenslotte moeten alle betrokken zicht hebben op procedures die:

    • De LIOR actualiseren
    • Afwijken van de LIOR mogelijk maken (en onder welke omstandigheden en wie voor de kosten verantwoordelijk wordt)

    Het werken met een begeleidingscommissie kan nuttig zijn voor zowel inhoud, proces en draagvlak.

    CROW geeft in CROW-publicatie 266 'Leidraad inrichting openbare ruimte' (2008) aan hoe een leidraad opgezet kan worden en wat de inhoud daarvan kan zijn.

    Beheer

    De LIOR is, als het goed is, onderdeel van een beleidsproces. Dat beleidsproces kent meerdere niveaus; van operationeel tot strategisch. De LIOR zit daar als een verbindende schakel tussen. Zie de onderstaande figuur.

     

    Bron: Gemeente Lansingerland: 'Integraal Beleidskader Beheer Openbare Ruimte' (2012)

    Als de LIOR is opgesteld en bestuurlijk vastgesteld, moet periodiek beoordeeld worden of het document nog actueel is. Redenen voor actualisatie kunnen zijn:

    • Nieuwe wet- en regelgeving
    • Nieuw beleid dat van invloed is op ontwerp en beheer van de openbare ruimte
    • Technologische ontwikkelingen. Denk aan nieuwe verlichtingstechnieken, inzet van zonne-energie, nieuwe soorten asfalt, stoppen met chemische onkruidbestrijding
    • Bezuinigingen
    • Nieuwe vormen van aanbesteding en uitvoering van werken en werkzaamheden
    • Calamiteiten: als er calamiteiten zijn geweest die hun oorzaak vinden in het ontwerp en/of beheer van de openbare ruimte, dan kan aanpassing van de LIOR aan de orde zijn.

    Om voor elke ontwikkeling de LIOR aan te passen, wordt een complex en onoverzichtelijk proces dat tot veel onduidelijkheden zal leiden. Periodiek toetsen of aanpassing noodzakelijk is, is een logischer weg. Jaarlijks kan zo'n toets plaatsvinden. Als er genoeg veranderingen zijn, kan in één keer de LIOR geactualiseerd worden. Praktisch gezien komt het dan neer op een aanpassing elke twee tot drie jaar. De LIOR is daarmee een levend document in de zin dat periodiek aanpassingen plaats blijven vinden.

    Het beheer van de LIOR vraagt om een breed inzicht in wat er speelt in de openbare ruimte. Bij 'ontwerp'  is een begeleidingscommissie aan de orde gekomen. Zo'n begeleidingscommissie kan een goede signaalfunctie vervullen voor noodzakelijke aanpassingen.

    Voorbeelden

    Hieronder staat een aantal voorbeelden van een LIOR, HIOR danwel LDIOR:

    Duurzaamheid

    In het 'Klimaatakkoord' (2007) met het Rijk hebben de VNG en het voormalige Ministerie van VROM (nu Ministerie van IenM)  afgesproken dat de gemeenten streven naar 100% duurzaam inkopen in 2015 (in 2010 75%). Door duurzaam in te kopen laten de deelnemers zien een bijdrage te willen leveren aan een toekomstbestendige wereld (op het gebied van mens, milieu en verantwoorde groei), het creëren van een markt voor duurzame producten en een voor- beeldfunctie te willen vervullen. Hierbij kan voor groen worden gedacht aan het gebruik van (boom)kwekerijproducten die zijn gekweekt met minder anorganische bemesting en bestrijdingsmiddelen dan gebruikelijk en bij wegen aan het meer toepassen van herbruikbare materialen. Zo zijn er vele voorbeelden denkbaar.

    De LIOR heeft als doel dat kosten voor het beheer beperkt blijven terwijl de openbare ruimte wel aantrekkelijk en functioneel blijft. Duurzaamheid kan een extra aspect zijn bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Dit aspect heeft meerdere zijden:

    De overige documenten zijn te vinden onder 'Aanbesteden'.

    • Sociale aspecten van duurzaamheid: in aanbestedingen kan een sociaal aspect meegenomen worden: social return. Bijvoorbeeld: 10% van de opdrachtsom moet besteed worden aan de inzet van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit hoort echter niet thuis in een LIOR maar in het inkoop- en aanbestedingsbeleid
    • De inrichting zelf (strikt genomen geen onderdeel van de LIOR) kan meer ruimte bieden voor bijvoorbeeld fietsen en openbaar vervoer en beperkingen opleggen aan auto's en parkeren en de toepassing van stil asfalt bevorderen

    In de Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte van de gemeente Haarlemmermeer, is het bovenstaande in meer detail uitgewerkt in deel B: 'Beleidsuitgangspunten en deelgebieden Ruimtelijke eisen' (2014) en  in deel D: 'Techniek' (2014)

    Eisen ten aanzien van duurzaamheid die de wet stelt, hoeven op zich niet verder uitgewerkt te worden. De wet stelt ze immers al verplicht. De praktijk laat echter wel zien dat de kennis over en de praktische vertaling van zaken zoals Arbeidsomstandighedenwet en Besluit bodemkwaliteit veel afwijkingen laat zien van het doelstellingen van de wet. Strikt genomen hoeft dit niet in een LIOR uitgewerkt te worden. 

    Voor het beheer van groen, is er een barometer opgesteld door Wageningen UR. Deze barometer richt zich op het terugdringen van het gebruik van glyfosaat bij onkruidbestrijding. In 2016 wordt de toepassing van glyfosaat verboden. 

    Kosten

    De LIOR heeft mede als doel om efficiënt om te gaan met de financiële middelen. Door de levensduur van materialen maximaal te benutten en ontwerpen functioneel en levensduur bestendig te maken, draagt de LIOR bij aan het zo laag mogelijk houden van kosten voor beheer en onderhoud. 

    Investering

    De LIOR moet opgesteld worden. Dit kost tijd, en daarmee geld. De beheerder kan de LIOR zelf opstellen of door een adviesbureau laten doen. Bij het opstellen van de LIOR hoort overleg met belanghebbenden. 

    De LIOR moet beheer worden en periodiek herzien. Dit is een belangrijke taak omdat hiermee de LIOR de waarde behoudt. Door een goed beheer, hoeft een LIOR nimmer volledig opnieuw gemaakt worden. Bijstellingen zijn periodiek wel noodzakelijk. Een bijstelling elke twee jaar, is een termijn die veel wordt gehanteerd.

    Opbrengsten

    Het woord 'opbrengsten' kan mogelijk beter worden gelezen als 'besparingen'. De LIOR kan tot de volgende besparingen leiden:

    • Minimaliseren van tijd voor inventariseren van wettelijke eisen. Dit staat al in de LIOR
    • Minimaliseren van ontwerpkosten omdat veel details al uitgewerkt tot op besteksniveau zijn in de LIOR
    • Beperken van voorraden omdat de inrichting van de openbare ruimte zoveel mogelijk dezelfde materialen heeft
    • Minimaliseren van beheerkosten omdat de LIOR handvatten biedt voor beheervriendelijk ontwerp
    • Vereenvoudigen van het overleg met ontwerpers omdat de uitgangspunten voor ontwerp zijn opgenomen in de LIOR
    • Vereenvoudigen van het overleg met belanghebbenden omdat uitgangspunten voor ontwerp en beheer zijn opgenomen in de LIOR

    http://www.youtube.com/watch?v=u2d1_ELJzlc

    Participatie

    LIOR is resultaat van technische, financiele, duurzaamheidseisen en sociale wensen. De sociale aspecten van de LIOR richten zich op:

    • Betrekken van bewoners en andere belanghebbenden bij de uitgangspunten van de LIOR
    • Aan de hand van de LIOR met bewoners het overleg aangaan over ontwerp en beheer van de openbare ruimte

    Kunst kan gezien worden als een bijdrage aan de sociale aspecten van de openbare ruimte. 

    http://www.youtube.com/watch?v=gybT4NeOqbs

    http://www.youtube.com/watch?v=FtcQzg0nx0k