Asbest
Samengevat
Asbest komt, helaas, nog veel voor in gebouwen, installaties en machines en in de bodem. In Nederland is de toepassing van asbest sinds 1993 verboden. Bij sloop- of bij herstelwerkzaamheden komt men echter nog vaak met toegepast asbest in aanraking. Als er calamiteiten zijn, denk aan brand, kan asbest ongecontroleerd vrijkomen.
Foto: Opruimen van asbest in Roermond. Bron: Nu.nl
Een voorbeeld is de brand in de Steelhaven in Roermond, in de nacht van 16 op 17 december 2014. Het dak van de loods bevatte veel asbest. Door de brand, in combinatie met de windrichting, is dit asbest meegevoerd in de lucht en over de binnenstad van Roermond verspreid. De leidde tot het afzetten van de binnenstad. Een grote schoonmaakoperatie is gestart. Lees meer onder 'beleid' en 'beheer' en de reportage 'Asbestbrand Steelhaven'.
Omdat asbest in het verleden veel is toegepast, komt het ook voor in de bodem. Dat is daar in het verleden terecht gekomen door onzorgvuldig werken of door het in de bodem te begraven.
http://www.youtube.com/watch?v=Fzgno_BwTl4
Bij sloop van gebouwen, is ook asbest terecht gekomen in het puingranulaat dat van het steenachtige materiaal werd gemaakt. In ouder granulaat kan derhalve ook asbest aanwezig zijn.
Waar zit asbest?
Asbest is toegepast op plaatsen waar veel slijtage kan optreden of waar duurzame isolatie vereist is. Voor woningen kan de Asbestwijzer van Infomil worden gebruikt om asbest te vinden. Ook het Belgische Departement Leefmilieu, Natuur en Energie heeft een brochure 'Asbestmaterialen herkennen' uitgebracht. Zie verder 'beheer'.
http://www.youtube.com/watch?v=HEwfBjSrB0M
Het filmpje van het Klokhuis legt in eenvoudige taal uit wat het probleem is en welke soorten asbest er zijn.
http://www.youtube.com/watch?v=SO0xN9iWxyk
Asbest die is geïnventariseerd is of verwijderd, moet gemeld worden bij het Landelijk Asbestvolgsysteem (= LAVS). Dit zal naar verwachting op 1 januari 2017 verplicht zijn.
In 2024 mogen particulieren, overheden en bedrijven geen asbestdaken meer hebben. Onder een asbestdak wordt verstaan: asbest die direct bloot staan aan de buitenlucht. Denk aan golfplaten van asbest.
Wetgeving
Ontwikkeling
De wetgeving heeft zich in het kort als volgt ontwikkeld:
- 1978: het verspuiten van asbest en het gebruiken van blauwe asbest is verboden
- 1983: producten met losgebonden asbest zijn verboden
- 1991: vrijwel alle toepassingen van asbest zijn verboden
- 1993: vanaf 1 juli mogen er geen asbesthoudende materialen worden toegepast door bedrijven
- 1998: ook particulieren mogen geen asbest meer toepassen.
Ook nog wordt er nu nog geprocedeerd om de aansprakelijkheid te bepalen. Een voormalige topman van het bedrijf Eternit is op 20 november 2014 in Italië in cassatie vrijgesproken voor de dood van zo'n 3.000 slachtoffers van asbeststof. Het gaat om omwonenden en werknemers van de vier fabrieken van Eternit Italië. De topman, de Zwitserse miljardair Schmidheiny, was eerder veroordeeld tot 18 jaar cel en een schadevergoeding die in de miljoenen euro's liep. Volgens de rechter zijn Eternit en zijn topman verantwoordelijk voor de dood van de slachtoffers, maar zijn de feiten intussen verjaard. Eternit werd begin vorige eeuw opgericht en maakte naam met asbesthoudende dakmaterialen. Al snel bleek echter dat asbeststof erg kankerverwekkend is.
Noodverordening
De burgemeester heeft op grond van artikel 176 van de Gemeentewet de mogelijkheid om een noodverordening in te stellen. De burgemeester heeft onder andere als taak om de orde en de veiligheid te bewaken en te bewaren. In artikel 175 van de Gemeentewet zijn de omstandigheden genoemd waaronder de burgemeester àlle bevelen mag geven die hiervoor noodzakelijk zijn. Eén van de mogelijkheden daartoe is de noodverordening.
https://www.youtube.com/watch?v=eeqTlwpznDk
Een asbestbrand, of een andere calamiteit met asbest, kan een reden zijn voor een noodverordening. De asbestbrand in Roermond in 2014 is voor de burgemeester reden geweest om een noodverordening af te kondigen. Artikel 176 van de Gemeentewet zegt in lid 1:
Wanneer een omstandigheid als bedoeld in artikel 175, eerste lid, zich voordoet, kan de burgemeester algemeen verbindende voorschriften geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken. Hij maakt deze voorschriften bekend op een door hem te bepalen wijze.
De overige bepalingen van artikel 176 gaan over de procedures hier omheen.
https://www.youtube.com/watch?v=C5TJaPwNggo
Nadat de omstandigheden die aanleiding gaven voor de noodverordening zijn opgeheven, moet de noodverordening weer worden ingetrokken. De burgemeester is hiertoe bevoegd op grond van artikel 176 lid 7 van de Gemeentewet. Lid 7 stelt:
Zodra een omstandigheid als bedoeld in artikel 175, eerste lid, zich niet langer voordoet, trekt de burgemeester de voorschriften in. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
De gemeente Roermond heeft de hierboven genoemde noodverordening ingetrokken met een 'Besluit intrekking noodverordening asbestbrand Steelhaven' (2014). Ook hiervoor geldt dat op grond van de Gemeentewet alleen de burgemeester (of diens aangewezen vervanger) hier bevoegd voor is, niet het College van B&W en ook niet de secretaris of een directeur of een andere manager.
https://www.youtube.com/watch?v=7Y7XSwSX7hU
Regelgeving
De regelgeving rond asbest is beschreven in het 'Feitenonderzoek naar het storten van asbesthoudende materialen op de stortplaats 'Derde Merwedehaven' te Dordrecht in de periode 1990 tot en met 2010' (TNO, 2012).
Het verbod op de toepassing van asbest is geregeld in het Productenbesluit asbest. Dit besluit verbiedt per 1 juli 1993 het in voorraad hebben van asbest en het bewerken en verwerken daarvan.
De Regeling bouwbesluit stelt een grenswaarde aan de toelaatbare concentractie asbest in materialen. De grenswaarde is gelijk aan de streefwaarde. Vóór de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 was de concentratie-eis beperkt tot vezels die uit bouwmaterialen afkomstig zijn. Sinds het Bouwbesluit 2012 is het niet meer relevant uit welke bron de vezels afkomstig zijn. Voortaan kan dus handhavend worden opgetreden ongeacht de bron van de concentratie.
De concentratie van asbestvezels in een voor personen toegankelijke ruimte van een bestaand bouwwerk wordt bepaald volgens NEN 2991.
Een wijziging van de wettelijke concentratie-eis in de Arbowet- en regelgeving en het Bouwbesluit 2012 is in voorbereiding. Aanleiding is het advies van de Gezondheidsraad inzake asbest en het gezamenlijke rapport van TNO en RIVM 'Praktische consequenties van het advies van de Gezondheidsraad inzake asbest 2010'. RIR NL heeft in 2013 een rapport uitgebracht dat kritische een analyse bevat van de omgang met asbest: 'De uitdaging De asbestproblematiek is veel groter dan gedacht'. Hierin wordt aandacht gegeven aan de normstelling, certificering en de handhaving.
Voor openbare ruimte en asbest kan onderscheid worden gemaakt in vier situaties die zich in de openbare ruimte kunnen voordoen:
- Beroepsziekte
- Asbest in gebouwen en installaties
- Verspreiding van asbest door calamiteiten
- Asbest in de bouwstoffen, wegen en bodem
Beroepsziekte
Een werknemer heeft recht op een veilige werkomgeving. Als een werknemer ziek wordt door blootstelling aan een gevaarlijke stof, dan is in Nederland de werkgever aansprakelijk als bedrijfs- of beroepsmatige gebruiker van die stof op grond van artikel 175 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (art. 6:175 Bw). Hierbij geldt een risicoaansprakelijkheid: de dader is ook aansprakelijk, als hij geen schuld heeft aan het ontstaan van de schade.
De aansprakelijkheid die rechtstreeks voortvloeit uit het arbeidsrecht werkt anders. Daar geldt een schuldaansprakelijkheid, waarbij de werkgever pas aansprakelijk is als hij niet aan de zorgplicht heeft voldaan. Dat wil zeggen: een werkgever moet er alles aan doen om de werknemer op een veilige werkplek te laten werken met de daarvoor benodigde veiligheidsmaatregelen. De aansprakelijkheid die van toepassing is op de arbeidsrelatie staat in artikel 658 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (art. 7:658 Bw). Zie ook www.arbeidsrechter.nl.
Voor de openbare ruimte is dit relevant als het gebouwen betreft van de beheerder. Denk aan kantoorruimtes, scholen, werkplaatsen of andere gebouwen.
Tegemoetkoming asbestslachtoffers
Asbestslachtoffers kunnen een financiële tegemoetkoming aanvragen bij het Instituut Asbestslachtoffers.
Iedereen die door asbest de ziekte mesothelioom of asbestose heeft gekregen, kan de tegemoetkoming aanvragen. Er zijn 2 regelingen:
- Werknemers of hun huisgenoten die ziek zijn geworden door asbest, kunnen daarvoor gebruikmaken van de TAS-regeling.
- Voor zelfstandig ondernemers of particulieren die in een privésituatie ziek zijn geworden door asbest, is er de TNS-regeling.
De tegemoetkoming bedraagt € 19.417 in 2015. De tegemoetkoming is geen vervanging van een eventuele schadevergoeding. De SVB zal proberen de kosten te verhalen op de partij die aansprakelijk is.
Asbest in gebouwen en installaties
Het asbest wordt relevant als men er mee in aanraking komt bij werkzaamheden. Ook kan het toegepaste asbesthoudende materiaal verweren waardoor er vezels vrij komen. Dit asbest kan zowel in gebouwen van de overheid aanwezig zijn, als in gebouwen van derden.
Gemeenten zijn bevoegd gezag voor het Asbestverwijderingsbesluit en voor de gemeentelijke bouwverordening. Op 1 januari 2012 is het Bouwbesluit 2012 in werking getreden. Hierin staan de voorschriften over asbestverwijdering uit bouwwerken. De voorschriften van de gemeentelijke bouwverordening die daarop betrekking hebben komen dan te vervallen. De VNG heeft in 2011 een model-bouwverordening met toelichting opgesteld die rekening houdt met het Asbestverwijderingsbesluit.
Het vergunningstelsel wordt vervangen door een meldingensysteem (sloopmelding). De sloopmelding is verplicht als:
- asbest wordt verwijderd, gesloopt of gedemonteerd tijdens de werkzaamheden, of
- de hoeveelheid vrijkomend bouw- en sloopafval geschat wordt op 10 m3 of meer.
N.b.: voor het verwijderen van asbest is er géén volume ondergrens. Het elektronische meldingsformulier staat op www.omgevingsloket.nl. Voor een samenvatting van de verantwoordelijkheden voor de gemeente, zie de factsheet 'Asbest in het bouwbesluit 2012' van Infomil. De gemeente heeft de taak van het opsporen van werkzaamheden waarvoor geen melding aan het bevoegd gezag is gedaan (illegale slooppraktijken). Bij constatering van dergelijke werkzaamheden, treedt de gemeente handhavend op en past bestuursdwang toe in het kader van artikel 1b, lid 5 van de Woningwet.
Bij de omgang met asbest dient men zich te realiseren dat niet alle asbest even gevaarlijk is. Als bijvoorbeeld asbest aanwezig is in vaste vorm zoals plaatjes die nog in goede staat zijn, dan zullen er geen vezels vrij komen. Als asbest echter aanwezig is in losse vorm, dan is het risico zeer groot. Door TNO zijn de risico's in 2004 geïnventariseerd en geordend in drie klassen in het rapport 'Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest'. Dit rapport is de basis voor het Asbestverwijderingsbesluit dat uitgaat van risico's. Het Asbestverwijderingsbesluit verplicht tot het uitvoeren van een asbestinventarisatie alvorens te saneren. Voor het saneren moet een risicoclassificatie zijn gedaan. Daarbij wordt de werkzaamheid ingedeeld in risicoklasse 1 (laag risico), 2 of 3 (hoog risico). De te treffen beschermingsmaatregelen zijn bij risicoklasse 3 veel hoger dan bij klasse 1.
Verspreiding van asbest door calamiteiten
Bij een brand wordt regelmatig gemeld dat er asbest is vrijgekomen. Asbest is veel toegepast. Asbesthoudende golfplaten zijn daarbij het meest bekend. Bij een brand neemt de wind asbestdeeltjes mee. Asbest verspreidt zich dan ongecontroleerd.
Over de aansprakelijkheid voor het opruimen en de daarmee gemoeid gaande kosten is in de loop van de tijd jurisprudentie ontstaan. De jurisprudentie komt er op neer dat:
- De eigenaar van een pand bij een acuut gevaar voor de gezondheid door de overheid gedwongen kan worden om het asbest dat verspreid is geraakt op te ruimen. Als actie op zich laat wachten, kan de gemeente actie ondernemen en de kosten verhalen op de eigenaar
- In 2007 deed het Gerechtshof de uitspraak dat het opruimen van asbest alleen een gemeentelijke verantwoordelijkheid is als er sprake is van direct gevaar. De eigenaar van het terrein waar de asbest van afkomstig is, is verplicht om asbest van naburige percelen te verwijderen om reden dat men geen hinder mag veroorzaken.
Dientengevolge kan een gemeente ook de kosten voor de uitgevoerde hulpverlening kan verhalen op de eigenaar. Indien dit een privé-persoon is (denk aan een woningbrand) dan kunnen de kosten aanzienlijk zijn. Veelal dekt de opstalverzekering de schade. Verhuurders doen er goed aan in het huurcontract op te nemen hoe de verantwoordelijkheid is bij incidenten waar asbest vrij kan komen.
Wet milieubeheer
Artikel 1.1a van de Wet milieubeheer regelt de verplichting om direct nadelige effecten van een brand zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Daarom wordt bijna altijd de eigenaar van het afgebrande pand aangeschreven door de gemeente. Bij een bedrijfspand kan op grond van artikel 17.1 van de Wet milieubeheer ook de exploitant van een bedrijf, dat is de 'drijver van de inrichting', een overeenkomstige aanschrijving ontvangen. Als er asbest op een terrein ligt, door welke oorzaak dan ook, dan kan de gemeente de eigenaar van het terrein dwingen dit asbest op te ruimen.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Als de eigenaar of exploitant niet direct de benodigde maatregelen neemt, dan kan er een last onder dwangsom worden opgelegd door de gemeente. Er wordt dan een korte termijn gesteld om het bedrijf in de gelegenheid te stellen een saneerder te schakelen. Zo niet, dan doet de gemeente dit en verhaalt de kosten op de overtreder conform artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak d.d. 20 november 2013 (Raad van State, zaaknummer 201303093/1/A1) bevestigt deze gang van zaken.
http://www.youtube.com/watch?v=bXC9LyUXHQ8
http://www.youtube.com/watch?v=xcVw9kgff_M
Asbest in bouwstoffen, wegen en bodem
Doordat er in het verleden niet zorgvuldig met asbest is omgesprongen, komt het regelmatig voor dat er asbest in de bodem zit, of in bouwstoffen. Bij bouwstoffen valt te denken aan asbestdeeltjes in puingranulaat.
Asbest in bouwstoffen
De concentratie asbest die in bouwstoffen zoals puingranulaat mag zitten, wordt geregeld door de Regeling bodemkwaliteit. In bijlage A van de regeling staan milieuhygiënische concentratie-eisen waaraan bouwstoffen moeten voldoen. Voor asbest staat hier 0 mg/kg. Voetnoot 6 verwijst naar artikel 2 van het Productenbesluit asbest. Daarin is geregeld dat producten waarin onbedoeld asbest zit, een concentratie asbest van maximaal 100 mg/kg mag zitten. Die concentratie wordt bepaald door de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest. Deze berekeningswijze heet de 'gewogen asbestconcentratie'.
Nieuw geproduceerde bouwstoffen mogen maximaal 0 mg/kg bevatten. Als er puingranulaat vrijkomt bij bijvoorbeeld een wegreconstructie, dan mag dit materiaal worden hergebruikt mits de concentratie lager is dan 100 mg/kg.
Waterleidingbedrijven hebben in het verleden buizen toegepast met asbest daarin. De buizen zijn niet gevaarlijk als ze in gebruik zijn. Als ze verwijderd worden, kunnen ze kapot gaan. Dan kunnen de asbestvezels vrij komen. De waterleidingbedrijven zijn van deze problematiek op de hoogte. Bij vervanging wordt hier rekening mee gehouden.
Asbest in wegen
Als er wegen zijn met asbest met een concentratie die groter is dan 100 mg/kg, dan kan het Besluit asbestwegen van toepassing zijn. Het besluit regelt dat eigenaren van een asbestbevattende weg maatregelen treft om blootstelling aan asbest tegen te gaan. Als men weet dat de weg asbest bevat, dan moet dit worden gemeld via het meldpunt van de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Oude halfverharing met asbest. Foto Lex Stax
Asbest in grond
Bij grondverzet kan men te maken krijgen met asbest. Asbest kan namelijk ook aanwezig zijn in grond en in grondstromen. Ook hieraan stelt de Regeling bodemkwaliteit concentratie-eisen betreffende asbest in bijlage B. Daarin is geregeld dat producten waarin onbedoeld asbest zit, een concentratie asbest van maximaal 100 mg/kg mag zitten. Die concentratie wordt bepaald door de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest. Deze berekeningswijze heet de 'gewogen asbestconcentratie'.
Nieuw geproduceerde grondstromen mogen maximaal 0 mg/kg bevatten. Als er grond vrijkomt bij bijvoorbeeld bouwrijp maken, dan mag dit materiaal worden hergebruikt mits de concentratie lager is dan 100 mg/kg.
http://www.youtube.com/watch?v=1rb5FYCFlgk
http://www.youtube.com/watch?v=qUzG4QOMBB4
In gebieden waar in het verleden asbesthoudende materialen zijn geproduceerd, zoals in Harderwijk en in Goor, komt vaker dan gemiddeld asbest voor in de bodem. Bij elke vorm van grondverzet speelt hier asbest. Zie ook de uitzending van Andere Tijden over asbest en de asbestindustrie.
Milieustraat van gemeenten
De gemeentewerven, milieustraten en KGA-depots van gemeenten vallen onder het Activiteitenbesluit milieubeheer en de daarbij behorende Regeling activiteitenbesluit milieubeheer. De brochure 'Activiteitenbesluit Gemeentewerven' van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2012) geeft uitleg over de regelgeving.
Bestuursdwang en Algemene wet bestuursrecht
Een belangrijke juridische keuze in is het al dan niet inzetten van het instrument “bestuursdwang” bij een asbestincident. De ontstane asbestverontreiniging dient opgeruimd te worden, daaraan zijn grote bedragen verbonden, die primaire door de veroorzaker betaald moeten worden. Als die schade wordt veroorzaakt door overtreding van een wettelijke regeling kan de overheid die overtreder bewegen deze overtreding ongedaan te maken, of, als dat niet lukt, zelf die overtreding middels bestuursdwang ongedaan maken. Bestuursdwang gebeurt in het algemeen op kosten van de overtreder.
Artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht stelt:
Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
-
een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding,
-
en de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Bij asbestverontreinigingen door brand ligt dit instrument doorgaans klaar voor gebruik door de bestuurder. Overtreding van de regels is immers duidelijk (asbest mag niet open in het milieu), de overtreder vaak ook (pandeigenaar, -gebruiker of beide). Een belangrijke afweging ligt in de vraag of overtreder zelf wil meewerken aan beëindiging van de regelovertreding en de sanering wil (laten) doen of niet. Het bestuursorgaan moet dit toetsen op inhoudelijke geloofwaardigheid (een bijna failliete of onverzekerde eigenaar gaat uiteindelijk niet kunnen betalen) en mogelijke juridische consequenties als bestuursdwang ten onrechte is aangewend.
Jurisprudentie
Asbest is een wonderlijk materiaal. De regelgeving is complex. Drie uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State laten dat zien.
Asbesthoudende golfplaten op terrein opgeslagen
Uitspraak op 20 augustus 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3142). Tijdens een controle is vastgesteld dat op de inrit een stapel golfplaten lag opgeslagen en dat delen van deze golfplaten in het aangrenzende gemeentelijke plantsoen en op de openbare weg terecht waren gekomen. Van deze golfplaten is vastgesteld dat deze asbest bevatten. Naar aanleiding hiervan is schriftelijk verzocht telefonisch contact op te nemen. Tevens heeft een medewerker van de gemeente een afzetlint rondom de golfplaten aangebracht.
Tijdens een controle in de ochtend van 28 februari 2013 hebben medewerkers van de gemeente vastgesteld dat dit afzetlint was verwijderd en dat appellante geen contact had opgenomen met de gemeente. Het college heeft vervolgens besloten de asbestplaten door een gecertificeerd bedrijf voor asbestsanering te laten verwijderen.De appellante voert aan dat het college ten onrechte de golfplaten door een gecertificeerd bedrijf voor asbestsanering heeft laten afvoeren in plaats van een andere kosten besparende maatregel te treffen. Volgens appellante was het niet noodzakelijk een gecertificeerd bedrijf in te schakelen nu slechts 2 van de 37 golfplaten asbest bevatten. Daarnaast hadden de platen ook afgedekt of ergens anders opgeslagen kunnen worden, aldus appellante.
De Afdeling acht het aannemelijk dat alle golfplaten asbest bevatten, zodat er geen aanleiding is voor het oordeel dat zij niet door een gecertificeerd bedrijf afgevoerd dienden te worden. Het afdekken van de golfplaten zou in dit geval niet voldoende zijn geweest om de mogelijke verspreiding van asbestdeeltjes te voorkomen, nu reeds stukken van de golfplaten in het gemeentelijke plantsoen en op de openbare weg waren aangetroffen. Voorts heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat de kosten van spoedeisende bestuursdwang beperkt hadden kunnen worden door de golfplaten ergens anders op te slaan, nog daargelaten of dit was toegestaan.
Beschoeiïng met asbest
Uitspraak op 23 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2745). Een bewoner heeft verozcht om handhavend op te treden tegen restanten asbest van een beschoeiing. Er zijn brokstukjes hiervan op het perceel van de bewoner gekomen. Dit blijkt hechtgebonden asbest te zijn.
De ABRvS draagt in haar uitspraak de eigenaar van de beschoeiing op om maatregelen te treffen. De maatregelen dienen er voor om te voorkomen dat er gevaar voor de gezondheid ontstaat of voortduurt.
Verspreiding van asbest bij brand
Uitspraak op 16 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2676). In februari 2011 is brand uitgebroken. Na de brand zijn op het buurperceel asbestdeeltjes aangetroffen. Volgens appellante leveren deze deeltjes een gevaar op voor haar werknemers. Om die reden heeft zij burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten (hierna tezamen: de colleges) verzocht daartegen handhavend op te treden.
De colleges hebben de handhavingsverzoeken opgevat als betrekking hebbend op artikel 13 van de Wet bodembescherming. Zij hebben geconcludeerd dat deze bepaling niet is overtreden, zodat zij in zoverre niet tot handhavend optreden bevoegd zijn. Ingevolge artikel 13 van de Wet bodembescherming is ieder die op of in de bodem handelingen verricht, als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging of aantasting te voorkomen, dan wel, indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Indien de verontreiniging of aantasting het gevolg is van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.
De colleges hebben naar aanleiding van de handhavingsverzoeken van [appellante] gebeurtenissen in kaart gebracht die de asbestverontreiniging op het buurperceel kunnen hebben veroorzaakt. Volgens de colleges kan deze verontreiniging zijn veroorzaakt door branden op het buurperceel in de jaren negentig, door sloopwerkzaamheden op het buurperceel in 2008, door de opslag en toepassing van een partij grond op het buurperceel in 2010, en door de hiervoor genoemde brand in 2011.
De colleges achten niet aannemelijk dat de branden in de jaren negentig tot de asbestverontreiniging hebben geleid, nu het terrein van het buurperceel destijds was verhard. Volgens de colleges kunnen de bij deze branden eventueel vrijgekomen asbestdeeltjes hierdoor niet in aanraking zijn gekomen met de bodem. Blijkens rapporten was het buurperceel reeds rond de eeuwwisseling, en dus voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden, met asbest verontreinigd. De colleges achten niet aannemelijk dat de verontreiniging door de sloopwerkzaamheden is toegenomen, nu eerst na deze werkzaamheden de op het buurperceel aanwezige verharding is verwijderd.
Over de in 2010 opgeslagen en toegepaste partij grond hebben de colleges opgemerkt dat deze partij blijkens een keuring niet met asbest was verontreinigd, zodat de opslag en toepassing van deze partij evenmin tot asbestverontreiniging kan hebben geleid. Wat de brand in 2011 betreft, hebben de colleges gewezen op diverse rapporten. Op basis daarvan hebben zij gesteld dat de op het buurperceel aangetroffen asbestdeeltjes een relatief grote massa hebben en niet zwartgeblakerd zijn. Gelet daarop achten de colleges niet aannemelijk dat de op het buurperceel aangetroffen asbestdeeltjes mede van de brand afkomstig zijn.
De colleges hebben zich op het standpunt gesteld dat, nu niet aannemelijk is dat de asbestverontreiniging op het buurperceel door een van de hiervoor genoemde gebeurtenissen is veroorzaakt, de verontreiniging moet worden aangemerkt als een historisch geval van verontreiniging, waarop artikel 13 van de Wet bodembescherming niet van toepassing is, zodat deze bepaling niet is overtreden.
Overzicht van asbestovertredingen
De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) geeft op haar website een overzicht van bedrijven die sinds 15 augustus 2014 een asbestovertreding hebben begaan en een boete hebben gekregen.
Deze openbaarmaking is het gevolg van een beleidsregel. De overtredingen zijn te vinden op asbestovertredingen.inspectieszw.nl.
Verbod op asbestdaken
In 2024 mogen particulieren, overheden en bedrijven geen asbestdaken meer hebben. Asbestdaken zijn daken die in direct contact staan met de buitenlucht. Denk aan de bekende asbesthoudende golfplaten. De gemeenten krijgen de taak om toe te zien op dit verbod. Soms is de provincie hiervoor bevoegd gezag, bijvoorbeeld bij grote bedrijven.
Landelijk asbestvolgsysteem (LAVS)
Met het LAVS kan de route van het asbest gevolgd worden: van het moment van intentariseren, via verwijderen naar eindverwerking. Daarmee wordt voor alle betrokkenen duidelijk waar asbest blijft, wie verantwoordelijk is en wat de procedures en verplichtingen zijn. Dit verlaagt de regeldruk.
De beoogde datum voor verplichtstelling van het LAVS is 1 januari 2017. De verplichtstelling wordt geregeld in de nieuw te publiceren certificeringsschema’s (SC530 voor verwijdering en SC540 voor inventarisatie).
Beleid
Historie van asbest
Asbest is een mineraal dat van nature voorkomt. De naam asbest is afgeleid van het Griekse woord 'asbestos'. Dat betekent zoiets als onvernietigbaar. Zowel de Grieken als de Romeinen pasten asbest toe. Ook Karel de Grote gebruikte asbest: in onder andere een tafelkleed dat na het eten in het vuur werd geworpen. Om daarna weer gebruikt te worden. Althans, dat zegt de overlevering.
Het volgende filmpje laat zien hoe asbest werd gewonnen in de mijnbouw (in het Engels).
https://www.youtube.com/watch?v=AtMngmVbWOw
In de tweede helft van de 19e eeuw werd asbest op steeds grotere schaal toegepast. Met de industrialiseren was er behoefte aan duurzame materialen die slijtvast en brandwerend waren. Asbest voldeed hieraan en werd daarmee een mondiaal toegepaste stof. Asbest werd gewonnen in Zuid-Amerika, Rusland en Canada. In Canada is de productie gestopt in 2012. In andere landen wordt asbest nog steeds gewonnen.
Plinius de jonge (62 - 113 na Chr.) beschreef dat mensen die met asbest werkten ziek werden. In 1899 benoemde Dr. Montague Murray de gevolgen van asbest. In de tweede wereldoorlog werd asbest op zeer grote schaal toegepast. In de jaren '70 van de vorige eeuw nam de bezorgdheid over asbest toe. Dat leidde uiteindelijk tot een verbod op de toepassing van asbest in Nederland in 1993.
Soorten asbest
Er bestaan verschillende soorten asbestmineralen. Asbestvezels zijn onder te verdelen in twee hoofdgroepen:
- de spiraalvormige of serpentijnachtige, waaronder chrysotiel (ofwel witte asbest)
- de rechte of amfiboolachtige, waaronder crocidoliet (blauwe asbest), amosiet (bruine asbest), anthophylliet (geel), tremoliet (grijs) en actinoliet (groen).
Chrysotiel/wit asbest is veruit het meest toegepast (ruim 90%), maar ook van amosiet/bruin asbest en crocidoliet/blauw asbest (samen 10%) zijn substantiële hoeveelheden in allerlei producten op de markt gebracht. Bruin en blauw asbest behoren tot de amfiboolgroep die aanzienlijk gevaarlijker is dan chrysotiel.
Alleen aan de kleur van het ruwe asbest is zien tot welke soort het asbest behoort. Wanneer het materiaal verwerkt is tot een product kan dat niet meer. Alleen laboratoriumanalyse kan dan nog uitsluitsel geven.
Asbest is toegepast in een grote variatie aan producten. Door asbest te combineren met een bindmiddel zoals cement, karton, lijm of gips kon het asbest eenvoudig worden verwerkt tot allerlei producten. In één product kunnen twee of drie verschillende soorten asbest aanwezig zijn. In de loop der tijd wordt het bindmiddel aangetast of verdwijnt dit helemaal. Zolang asbest gebonden is, is het vrijwel niet gevaarlijk. Als het bindmiddel verdwijnt, komen losse vezels vrij en die vezels vormen het gevaar. Asbestvezels kunnen vrij komen bij bewerkingen zoals boren, zagen en breken.
Een beheerder van de leefomgeving en openbare kan op verschillende manieren met asbest 'in aanraking' komen.
- Beroepsziekte
- Asbest in gebouwen en installaties
- Verspreiding van asbest door calamiteiten
- Asbest in de bouwstoffen, wegen en bodem
Asbest werd toegepast op plaatsen waar goede isolatie noodzakelijk was (bij verwarmingsapparaten), waar veel slijtage kon optreden (remvoeringen en andere toepassingen in machines maar ook in vloerbedekking) en vanwege de brandwerende eigenschappen.
Het filmpje laat de risico's zien voor van asbest voor werknemers.
http://www.youtube.com/watch?v=5KMW8AY1ce4
De risico's van milieu- en beroepsmatige blootstelling aan asbest zijn door de Gezondheidsraad beschreven in het rapport 'Asbest Risico’s van milieu- en beroepsmatige blootstelling' (2010). Dit rapport is aanleiding geweest om de discussie over de normstelling te voeren. De normstelling zal mogelijk worden aangescherpt.
Voor de slachtoffers van asbest is in 2000 het Instituut Asbestslachtoffers opgericht. Het instituut is een gezamenlijk initiatief van wergevers- en werknemersorganisaties, het Comité Asbestslachtoffers, het verbond van verzekeraars en de overheid. Het instituut zorgt voor advies, bemiddeling en voorlichting. Het Comité Asbestslachtoffers is in 1995 opgericht. Het Comité staat slachtoffers bij in de juridische weg naar schadevergoeding.
Asbest in gebouwen en installaties
Gebouwen van de beheerder van de leefomgeving of openbare ruimte kunnen asbest bevatten. De beheerder is aansprakelijk voor de eventuele gevolgen van asbest. Infomil heeft het document 'Asbest in gemeentelijke gebouwen' (2013) een praktisch handvat opgesteld hoe daar mee om te gaan. De volgende filmpjes laten zien hoe asbest saneren werkt en welke procedures gevolgd moeten worden.
http://www.youtube.com/watch?v=7E_2TNVryq0
http://www.youtube.com/watch?v=wPwOlKu5194
N.b.: Asbestsanering De Kempen is een bedrijf. De video's zijn geplaatst vanwege het informatieve karakter.
Voor scholen is een inventarisatie gedaan naar waar asbest aanwezig is. De eerste rapportage 'Onderzoek asbest in scholen' (2012) bevat de voorlopige resultaten. In 80% van de gebouwen is asbest aangetroffen. De inventarisatie is na de publicatiedatum nog geruime tijd doorgegaan.
http://www.youtube.com/watch?v=ECIQvuXSv6o
De beheerder/eigenaar van het gebouw zal na ontdekking van het asbest moeten bepalen of verwijdering noodzakelijk (of wenselijk) is en hoe en wanneer dat gedaan moet worden. Voor woningbouwcorporaties heeft Aedes het 'Handboek asbest' (2016) opgesteld. Dit handboek is goed bruikbaar voor alle soorten gebouwen.
De woningstichting Land van Altena heeft een bondig 'Asbestbeleid' (2013) opgesteld. Dat beleid geeft inzicht hoe gehandeld wordt als er asbest aanwezig is. De volgende tabel uit dit beleid vat het samen.
De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft voor haar gebouwen het 'Beleid Inventariseren, beheren en sanering van asbest met betrekking tot de gebouwen/objecten die in de vastgoedportefeuille van de gemeente Krimpen aan den IJssel door de afdeling Informatievoorziening en Vastgoed wordt beheerd' vastgesteld in 2013. Daarmee is de omgang met gemeentelijke gebouwen bepaald. Behalve in zulk beleid, kan een gemeente, waterschap of provincie de omgang met asbest ook regelen in algemeen milieubeleid.
Samenwerking met Omgevingsdienst
De Omgevingsdienst (of RUD) kan een aantal taken aangaande asbest van een gemeente (of gemeenten) overnemen. Uit punt 4 van het basistakenpakket (BTP) volgt dat het toezicht op sloopwerkzaamheden in opdracht van particulieren geen onderdeel van het BTP is.
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het toezicht op asbestsanering en het toezicht op sloopwerkzaamheden. Asbestsanering is het verwijderen van asbest of een asbesthoudend product uit een bouwwerk of een object. Bij sloopwerkzaamheden gaat het om het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van een bouwwerk of een object. Van sloopwerkzaamheden kan daarom pas gesproken worden nadat eventueel aanwezig asbest is verwijderd.
Uit punt 10 van het BTP volgt dat het toezicht op bedrijfsmatige activiteiten met asbest in het BTP zit. Hieronder vallen ook de bedrijfsmatige activiteiten met asbest in opdracht van particulieren.
Hieronder worden de voorkomende situaties beschreven:
- Het toezicht op asbestsanering door bedrijven (die aanwezigheid van asbest inventariseren, asbest verwijderen, asbest afvoeren, etc.): valt onder punt 10 van het basistakenpakket. Daarbij maakt het dus niet uit of de asbestsanering plaatsvindt in opdracht van een particulier, een bedrijf of een instelling, zoals een woningcorporatie.
- Het toezicht op sloopwerkzaamheden in opdracht van bedrijven en instellingen: valt onder het basistakenpakket van de OD’s (punt 4 BTP).
- Het toezicht op bedrijfsmatige sloopwerkzaamheden in opdracht van een particulier: valt nietonder het BTP, als gevolg van de uitkomst van de onderhandelingen met de VNG. Toezicht op bedrijfsmatige asbestsaneringswerkzaamheden in opdracht van een particulier, valt welonder het BTP.
- Het toezicht op particulieren die zelf asbest verwijderen: valt niet onder het basistakenpakket. Echter, dit is slechts in zeer beperkte mate –de zogenaamde 35 m2 grens- toegestaan.
Een en ander betekent dat de programmering en de uitvoering van het toezicht, als het bouw en woningtoezicht bij de gemeentelijke organisatie blijft, goed moeten worden afgestemd. Zowel intern (bij de eigen organisatie) als extern (met de omgevingsdienst). Taken die in het BTP zitten worden door de Omgevingsdienst uitgevoerd. Taken die daar niet in zitten, kúnnen door de Omgevingsdienst worden uitgevoerd. Dit is echter een kwestie van overleg met de betrokken partijen.
Zie verder Omgevingsdienst.
Subsidie voor asbestdaken
Om asbest te verwijderen van daken zijn er enkele subsidiemogelijkheden:
- Fiscale regeling via Milieu Investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving Milieuinvestering (VAMIL)
- Fiscale regeling Energieinvesteringsaftrek (EIA) voor het plaatsen van zonnepanelen en asbestsanering
- Provinciale regeling (in 10 provincies) 'Asbest eraf, zonnepanelen erop!'
- Gemeentelijke subsidie: sommige gemeenten geven subsidie voor het verwijderen van asbestdaken. De subsidie kan dan enkele euro's per m2 bedragen.
Verwijderen van asbesthoudende golfplaten. Foto Lex Stax
Verspreiding van asbest door calamiteiten
Zulke verspreiding gebeurt regelmatig. Bij 'Wetgeving' is aangegeven dat de eigenaar/beheerder aansprakelijk is voor de gevolgen. De gemeente heeft een rol als het asbest niet of niet goed wordt verwijderd.
De gemeente Beek heeft een 'Draaiboek asbest bij incidenten en calamiteiten' (2012) opgesteld.
Asbest in de bouwstoffen, wegen en bodem
Gemeenten en waterschappen zijn op grond van het Besluit bodemkwaliteit bevoegd gezag voor de toepassing van grond, bagger en bouwstoffen. Ze hebben hun beleid vastgelegd. In veel gevallen is beleid regionaal vastgesteld. Enkele voorbeelden van zulk beleid:
- Gemeente Dalfsen (2013): Nota Bodembeheer Regio IJsselland met regiokaarten
- Gemeente Hengelo (2011, voor de regio Twente): 'Nota bodembeheer gemeente Hengelo' (2011, het feitelijke beleidsdocument)
Binnen het beleid kan een gemeente c.q. waterschap niet afwijken van de landelijke normstelling. Die normstelling geeft via de Regeling bodemkwaliteit concentratie-eisen betreffende asbest in grond, bagger en bouwstoffen. Daarin is geregeld dat producten waarin onbedoeld asbest zit, een concentratie asbest van maximaal 100 mg/kg mag zitten. Die concentratie wordt bepaald door de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest. Deze berekeningswijze heet de 'gewogen asbestconcentratie'.
Er is op dit punt geen beleidsvrijheid voor gemeenten of waterschappen. De nota's bodembeheer zullen alleen de wetgeving bevestigen. Hooguit kan men in de nota bodembeheer stellen dat visueel aanwezig asbest niet is toegestaan.
Een stukje asbest uit halfverharding. Foto Lex Stax
Monsters nemen van asbest in bodem en bouwstoffen mag conform het Besluit bodemkwaliteit alleen gedaan worden door organisaties die hiervoor een erkenning hebben. Wie een dergelijke erkenning hebben is te vinden op de website 'Erkenningen Besluit bodemkwaliteit' van Rijkswaterstaat.
Voor monsterneming en analyse van asbest in bodem en bouw- en sloopafval moet gebruik worden gemaakt van de volgende NEN-normen:
- NEN 5707:2015: De NEN 5707 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van de onderzoeksstrategie bij verkennend en nader onderzoek en de inspectie en monsterneming ten behoeve van de bepaling van asbest in de bodem en partijen grond. De voorgeschreven werkwijze is geschikt voor het bepalen van het gehalte aan asbest, onafhankelijk van de vraag in welke vorm en samenstelling het asbest aanwezig is.
- NEN 5897-2015: De NEN 5897 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van de onderzoeksstrategie bij verkennend, nader en partijonderzoek, en de inspectie en monsterneming ten behoeve van de bepaling van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval, bewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat. De norm is in principe alleen van toepassing op asbest in bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat met een volumepercentage van minder dan 50 % grond, bodem en/of baggerspecie. Voor de bepaling van asbest in grond, bodem en droge baggerspecie met een volumepercentage van minder dan 50 % bodemvreemd materiaal (waaronder bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat) moet NEN 5707 worden gebruikt. In het overgangsgebied waar het volumepercentage ca. 50 % bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat is, is het gebruik van de locatie en/of de herkomst van de partij bepalend. Partijen die zijn gebruikt als verhardingsmateriaal op terreinen moeten volgens NEN 5897 worden onderzocht. NEN 5897 en NEN 5707 zijn zo op elkaar afgestemd dat beide normen kunnen worden toegepast zonder dat dit leidt tot een verschillend onderzoeksresultaat
- NEN 5898:2015: De NEN 5898 beschrijft een werkwijze voor de bepaling van het gehalte aan asbest in grond, waterbodem, bouw- en sloopafval en granulaat.
Calamiteiten
Calamiteiten kun je niet plannen. Je kunt ze wel voorbereiden. De brand in de Steelhaven in Roermond heeft laten zien dat een asbestbrand aanzienlijke consequenties kan hebben (zie ook 'beheer'). Voorlichting is cruciaal. De samenwerking met de Veiligheidsregio is hierbij belangrijk. Als de gemeente te klein is om zelf voldoende kennis te hebben, is samenwerking met de Veiligheidsregio en met buurgemeenten cruciaal.
De gemeente Roermond heeft bij de brand snel duidelijke informatie gegeven op haar website. Door de omvang van de brand, trok dit de aandacht van de traditionele media. Ook de sociale media zijn van belang om goede informatie te geven. Hiervoor moet de gemeente 24/7 zijn voorbereid. Dat betekent:
- Altijd in staat zijn de website à la minute aan te passen
- Altijd in staat zijn om te communiceren via de sociale media.
De betreffende medewerkers moeten daarom (conform interne werkprocedures) bereikbaar zijn. Aangezien dit medewerkers zijn met goede digitale vaardigheden, zal dit geen probleem hoeven te zijn. Echter, als dit slecht is voorbereid zàl het wél een probleem zijn als het er op aankomt.
Beheer
Waar zit asbest?
Hechtgebonden asbest zit onder andere in:
- Golfplaat: Verwerkt in daken schuren, stallen, loodsen
- Asbestplaat: Verwerkt in dakbeschot, gevels, en schoorstenen
- Asbestplaat met coating: Verwerkt in buitengevel en galerij van flats
- Vinyltegels: Verwerkt in keuken en toilet
- Asbestboard: Verwerkt in aftimmering van kasten binnen
- Schoorsteen luchtkanaal: Verwerkt in kachelachterplaat, cv-instalaties en ventilatiekanaal
- Riolering, gas en waterleiding: Verwerkt in toilet en alle afvoeringen van woning
- Imitatiemarmer: Verwerkt in vensterbanken
- Dakleien: Verwerkt op daken.
Niet-hechtgebonden asbest zit verwerkt in:
- Spuitasbest: Verwerkt en gespoten op leidingen, plafonds, staalconstrukties en dergelijke. Tot 1978 vooral toegepast in grote gebouwen
- Vinylvloerbedekking met asbesthoudende onderlaag ( onder meer Novilon voor 1980): De toplaag van dit zeil is van pvc en de viltachtige onderlaag lijkt op karton en is lichtgrijs en soms lichtgroen
- Kachelplaten: Verwerking achter de haard en bij cv-installaties een veelbekende is “Nobranda”
- Plaasterisolatie: Verwerking als buisisolatie van verwarming
- Afdichtingkoord: Verwerkt bij diverse afdichtingen
- Huishoudelijke apparaten.
Uitvoeren van beheer
Beheer en asbest richten zich op:
- Inventariseren en verwijderen van asbest
- Melden van verwijderen asbest
- Calamiteiten
- Handhaving
Bij de omgang met asbest dient men zich te realiseren dat niet alle asbest even gevaarlijk is. Als bijvoorbeeld asbest aanwezig is in vaste vorm zoals plaatjes die nog in goede staat zijn, dan zullen er geen vezels vrij komen. Als asbest echter aanwezig is in losse vorm, dan is het risico voor de gezondheid zeer groot. Door TNO zijn de risico's in 2004 geïnventariseerd en geordend in drie klassen in het rapport 'Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest'. Dit rapport is de basis voor het Asbestverwijderingsbesluit dat uitgaat van risico's.
Asbest en de bepalingen in het Bouwbesluit 2012 zijn kort uitgelegd op de factsheet 'Asbest en het Bouwbesluit 2012' van Infomil (2012).
Door de activeiten van een gemeente inzake asbest te bundelen in een protocol, wordt het werken met asbest inzichtelijk gemaakt. Enkele voorbeelden:
- Gemeente Gilze en Rijen: 'Integraal asbestprotocol' (2012)
- Gemeente Voorschoten: 'Asbestprotocol' (2012)
- Gemeente Oudewater en gemeente Woerden: 'Asbestprotocol' (2013).
Een paeticulier mag maximaal 35 m2 zelf verwijderen. Dan moet het dak ook in een goede toestand zijn. Anders zijn de risico's op het inademen en verspreiden van de asbestvezels te groot.
Inventariseren en verwijderen van asbest
Hierbij moet onderscheid worden gemaakt in gebouwen/installaties en in grond/bagger/bouwstoffen.
Inventariseren asbest in gebouwen en installaties
Voor het inventariseren van de aanwezigheid van asbest in gebouwen en installaties moet de betreffende persoon/organisatie gecertificeerd zijn. De certificeringen worden verleend door certificerende instellingen. De certificeringen worden verleend op basis van certificatieschema's (= CS) die door Ascert worden opgesteld en beheerd. Ascert is hiertoe aangewezen door het Ministerie van SZW.
http://www.youtube.com/watch?v=nt2ERmz6Mew
Er wordt onderscheid gemaakt in:
- Type A: direct waarneembare asbest. Hiervoor is SC-540 van toepassing
- Type B: niet direct waarneembare asbest en asbesthoudende producten. Type B kan zich voordoen tijdens een type A inventarisatie. Er zal destructief onderzoek worden uitgevoerd
- Type 0: Beperkte niet-destructieve inventarisatie. Deze inventarisatie is bedoel voor aan- of verkoop van onroerend goed. Dit wordt ook wel de quick scan genoemd. De type 0 inventarisatie is noodzakelijk voorafgaand aan een risicobeoordeling conform NEN 2991. Met de NEN 2991 worden de blootstellingsrisico's vastgesteld. De blootstellingsrisico's bepalen welke veiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden. De risicoklassen zijn gebaseer op
Alle werkzaamheden met asbest moeten uitgevoerd worden door bedrijven of personen met een geldig certificaat. Dat is hier te toetsen op de website van Ascert. Het rapport 'Weten waar asbest zit' (2013) van de Inspectie SZW toont aan dat niet alle afwijkingen in de praktijk worden gezien.
Verwijderen asbest in gebouwen
Voor het verwijderen van asbest, asbesthoudende producten en asbestbesmet materiaal of asbestbesmette constructieonderdelen voorafgaand aan sloop, renovatie of onderhoud in bouwwerken en objecten en na een incident is SC-530 verplicht. Alle werkzaamheden met asbest moeten uitgevoerd worden door bedrijven of personen met een geldig certificaat. Dat is hier te toetsen op de website van Ascert.
http://www.youtube.com/watch?v=4F9M3rLKLyQ
Voor het verwijderen van asbest heeft Aedes het 'Handboek asbest' (2016) opgesteld.
http://www.youtube.com/watch?v=ECIQvuXSv6o
Verwijderen asbest uit grond/bagger/bouwstoffen
Voor het verwijderen van asbest uit grond/bagger/bouwstoffen moet onderscheid worden gemaakt in partijen met een gewogen concentratie lager 100 mg/kg en partijen met een hogere concentratie.
Partijen met een concentratie lager dan 100 mg/kg mogen hergebruikt worden conform het Besluit bodemkwaliteit. Hiervoor is de gemeente c.q. het waterschap bevoegd gezag. Zie verder 'grondverzet'. De persoonlijke beschermingsmiddelen conform CROW 132 zijn hierop van toepassing.
Partijen met een gewogen concentratie groter dan 100 mg/kg worden beschouwd als grond/bagger/bouwstoffen die gesaneerd moet worden conform de Wet bodembescherming. Hergebruik is niet toegestaan. Voor het verwijderen moet de aannemer een erkenning conform SIKB-BRL 7000 en er moet milieukundig toezicht zijn conform SIKB-BRL 6000. Alvorens te verwijderen moet:
- òf een melding worden gedaan conform het Besluit uniforme saneringen voor eenvoudige gevallen
- òf een Wbb-beschikking worden aangevraagd bij het Wbb-bevoegd gezag voor complexere saneringen.
Of het bedrijf de verplichte juiste erkenning heeft, is hier te toetsen op de website van RWS Leefomgeving. Werken zonder erkenning is strafbaar.
Bij het verwijderen van wegverharding kan er asbest zitten in voegvullingen tussen betonplaten. Die voegvulling moet gesaneerd worden alvorens de rest van de weg te kunnen verwijderen. Het filmpje geeft een indruk van hoe dat gaat.
http://www.youtube.com/watch?v=_P47dZo7LF0
In de bodem liggen in Nederland nog waterleidingbuizen die asbest bevatten. De risico's voor het verrichten van handelingen aan die buizen zijn beschreven in het TNO-rapport 'Beoordeling van het blootstellingsrisico aan asbest bij handelingen met asbestcement waterleidingbuizen' (2009).
In 2015 is duidelijk geworden dat asbest dat vrijkomt bij het verweren van asbestcementplaten, in de bodem terecht komt. Daar kunnen de concentraties asbestvezels zo hoog worden dat er sprake is van een ernstige bodemverontreiniging. De bevindingen van dit onderzoek staan in het volgende rapport van Geofox-Lexmond: 'Bijzonder inventariserend onderzoek Erosie van asbestdaken' (2014). Het volgende filmpje handelt over de aanleiding van het rapport en de bevindingen.
https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=ydFwW2tNbMM
De slotsom is dat in de leefomgeving, rekening gehouden moet worden met de aanwezigheid van asbest.
Landelijk AsbestVolgSysteem
Met het 'Landelijk AsbestVolgSysteem' (LAVS) worden de stromen met asbest gevolgd. Het systeem dient om het naleven van wet- en regelgeving te bevorderen. Klik hier voor voorlichtingsfilmpjes over het systeem.
http://www.youtube.com/watch?v=SiZZd839tDc
Hoe het werkt
In het Landelijk Asbestvolgsysteem geeft de opdrachtgever een locatie op waarin vermoedelijk asbest aanwezig is. De opdrachtgever geeft het gecertificeerde inventarisatiebureau opdracht om een asbestinventarisatie uit te voeren. De opdrachtgever stelt alle belangrijke informatie ter beschikking aan het inventarisatiebureau. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het doen van de sloopmelding aan het bevoegd gezag.
Als een verwijderopdracht gegeven wordt verzorgt het asbestvolgsysteem automatisch de sloopmelding.
Het asbestvolgsysteem zorgt ervoor dat deze sloopmelding voldoet aan alle voorwaarden. De gebouweigenaar/eigenaar van het asbest blijft altijd verantwoordelijk voor het proces ook al heeft hij de werkzaamheden aan een derde gedelegeerd.
Meer achtergronden over het LAVS zijn te vinden op lavsinfo.nl. Hier zijn ook voorlichtingsfilms te vinden over de werking van het systeem.
Melden van verwijderen asbest
Elke verwijdering van asbest moet gemeld worden via het omgevingsloket. Het melden van het verwijderen van asbest is niet hetzelfde als een sloopmelding. Als er een sloopmelding wordt gedaan, kunnen de gegevens over het verwijderen van asbest meteen mee worden gestuurd.
Voor het melden van het verwijderen van asbest is een asbestinventarisatierapport noodzakelijk. Dat rapport mag alleen door een gecertificeerde persoon of instelling worden opgesteld. Asbestinventarisaties mogen niet ouder dan 3 jaar zijn. Zie ook de Factsheet van Infomil.
Calamiteiten
Bij calamiteiten kan men denken aan brand maar ook aan de ontdekking van asbest. De volgende documenten handelen over asbestbrand
- Regio Twente: 'Twents Protocol Asbest' (2010)
- Veiligheidsregio Utrecht: 'Protocol asbestbranden' (2008)
- VROM-Inspectie: 'Plan van aanpak asbestbrand' (2006).
http://www.youtube.com/watch?v=LGgxDPjlHwk
De onafhankelijke commissie 'Onderzoek asbestvondst Kanaleneiland' heeft in 2012 gerapporteerd over de calamiteit in Kanaleneiland in het rapport 'Onderzoek asbestvondst Kanaleneiland'. Daar werd bij renovatiewerkzaamheden asbest ontdekt bij renovatiewerkzaamheden.
Asbestbrand in Roermond
Goede informatie is ten tijde van een calamiteit als de brand in Roermond van groot belang. De gemeente Roermond heeft op haar website snel informatie gegeven. De informatie bestaat uit:
- 'Veel gestelde vragen' (2014, Roermond)
- 'Noodverordening' (2014, Roermond)
- Kaart van het besmette (lichtrood) en het afgezette gebied (donkerrood) (2014, Roermond)
- Getroffen maatregelen en gedragsregels (zie afdruk van de website Roermond hieronder)
Door deze informatie te geven, is voor alle bewoners (met internet) duidelijk wat de situatie is. Zulke informatie moet zijn voorbereid, om snel te kunnen handelen. Dat is ook de reden om deze informatie van de gemeente Roermond op deze website te plaatsen. In het onverhoopte geval, kunnen andere gemeenten daar hun voordeel mee doen.
De gemeente Roermond heeft kort voor de kerstdagen, op 24 december 2014, een bewonersbrief (Roermond, 2014) verspreid naar de mensen in het getroffen gebied. De brief informeert de mensen over voortgang en waar men meer informatie kan krijgen. Ten tijde van deze brief was de binnenstad weer geheel toegankelijk. Op 17 december 2014 heeft de eigenaar van de jachthaven, Steelhaven BV, een asbestinventarisatie laten uitvoeren. De resultaten staan in het rapport 'Asbestinventarisatie conform SC540' (Search BV, 2014).
https://www.youtube.com/watch?v=glGbMR_Ft_o
Ontsmetten
Het ontsmetten van het gebied kan worden opgedeeld in drie fasen:
- Acuut: dit betreft het schoonspuiten van auto's, voetgangers die hun schoeisel moeten reinigen, schoonspuiten van gebieden
- Rapen van asbestdeeltjes: de asbestdeeltjes die zijn vrijgekomen moeten opgeruimd worden. Dit betreft het 'rapen' van de asbestdeeltjes. Dit is arbeidsinstensief werk. Hiervoor zijn beschermende maatregelen voor de medewerkers noodzakelijk. Zoals uit de informatie van de gemeente Roermond blijkt, moet dit worden gedaan door een gespecialiseerd bedrijf, niet door de bewoners.
https://www.youtube.com/watch?v=rKp7xORopVA
Foto: Opruimen van asbest in de openbare ruimte. Foto: Nu.nl
- Op de werf zelf, ter plaatse van de afgebrande loodsen, is het voornemen om de restanten te impregneren. Dan wordt verspreiding van asbestdeeltjes tegen gegaan tijdens het opruimen. Het impregeneren heeft daadwerkelijk plaatsgevonden.
Aansprakelijkheid
De kosten voor de gehele opruimoperatie en de schades ten gevolge van het sluiten van winkels, mensen die niet naar hun werk kunnen et cetera is bepaald. De veroorzaker van de brand is aansprakelijk gesteld.
https://www.youtube.com/watch?v=L1syReyLFrw
Evaluatie
Van het asbestincident is een bestuurlijke evaluatie opgesteld. Het betreft de volgende rapporten:
- Evaluatiecommissie Asbestincident Roermond: 'Evaluatie asbestincident Roermond' (2015)
- Evaluatiecommissie Asbestincident Roermond: 'Bijlagen Evaluatie asbestincident Roermond' (2015).
Asbestbrand in Wateringen
In de nacht van 12 op 13 januari 2015 brandde in Wateringen (Zuid-Holland) een bedrijfspand af. Bij de brand kwam asbest vrij. Dat asbest heeft zich in de omgeving verspreid. De gemeente heeft toen de taak op zich genomen om het asbest dat verspreid is geraakt, te verwijderen.
https://www.youtube.com/watch?v=2QG0ezkHJmU
De bekende mannen in de witte pakken zijn de dag na de brand begonnen met het verwijderen van asbest. Hiervoor is de gemeente opdrachtgever. De gemeente heeft het standpunt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het opruimen van het asbest in de openbare ruimte. De huizenbezitters zijn, volgens de gemeente, verantwoordelijk voor het verwijderen van het asbest op hun terrein. Het resultaat is dat het gebied rondom de voormalige brandhaard niet integraal is schoongemaakt. Een jaar na de brand is de gemeente in januari 2016 nog niet vrij is van de asbest.
https://www.youtube.com/watch?v=CWdbi-BzRME
Dit heeft geleid tot discussie over het handelen van de gemeente. Op verzoek van de provincie Zuid-Holland is door een externe deskundige (mevrouw Mr.dr. Waterman) op 14 december 2015 een briefrapport opgesteld over het handelen van de gemeente. De conclusie van het briefrapport is dat de gemeente haar taak niet goed heeft uitgevoerd. De gemeente heeft volgens mevrouw Waterman haar verantwoordelijkheid niet goed genomen.
Juridisch is het niet volledig duidelijk of de gemeente inderdaad alleen verantwoordelijk is voor de openbare ruimte. Als dat zo is, dan moet de eigenaar van een huis of een perceel, de veroorzaker aansprakelijk stellen voor de geleden schade.
Roermond versus Wateringen
In Roermond heeft de sanering van de binnenstad enkele maanden geduurd. In Wateringen is de sanering een jaar later nog niet afgerond. In beide gemeente is de sanering de dag na de brand begonnen. In Roermond is geen onderscheid gemaakt in de openbare ruimte en in andere terreinen. De sanering is integraal uitgevoerd.
Hier zit een essentieel verschil in benadering tussen beide gemeenten. In Roermond is de exploitant haven waar de brand heeft gewoed, aansprakelijk gesteld voor de schade. Dit bedrijf heeft deze verantwoordelijkheid genomen. Zie ook 'Asbestbrand Steelhaven'. Voor Wateringen is ons dat onbekend.
Ofschoon het lastig te beoordelen is van een afstand, lijkt het erop dat de integrale aanpak van Roermond snel tot resultaat (= schone binnenstad) heeft geleid en lastige discussies heeft voorkomen.
Asbest in kabels en leidingen
Vanwege de goede mechanische en chemische eigenschappen, werd asbest veel toegepast in leidingen. Ondergrondse kabels en leidingen moet duurzaam zijn. Vervangen of repareren is lastig en kostbaar. Asbest was daarom dus een ideaal materiaal. Inmiddels zijn in Nederland veel kabels en leidingen vervangen. Echter, er ligt ook nog genoeg. Dat betekent dat het onvermijdelijk is om met enige regelmaat kabels en leidingen met asbest tegen te komen in de grond.
Voor een veilige omgang hiermee, zijn praktische handleidingen gemaakt. Ze zijn te vinden op www.asbestwerkplan.nl. De volgende handleidingen zijn opgesteld:
- KIWA: 'Veilig werken met asbestcementleidingen' (2010, ook bekend als het 'Rode boekje')
- KIWA: 'Veilig werken met asbestcementleidingen in het ondergrondse openbare waterleidingnet' (2010)
- KIWA: 'Veilig werken met asbestcementleidingen in het ondergrondse openbare gasleidingnet' (2010)
- KIWA: 'Veilig werken met asbestcementleidingen in het ondergrondse openbare rioolafvalwaterleidingnet' (2010)
De bovenste handleiding bevat àlle werkzaamheden. De andere drie handleidingen, zijn delen daaruit. De scriptie 'Veilig werken met Asbest Cement buizen in de ondergrondse infrastructuur' (2012) geeft inzicht in hoe het 'Rode boekje' geïnterpreteerd kan worden.
Op www.asbestwerkplan.nl staan hier ook duidelijke instructiefilmpjes.
Let op: voor het werken aan en met asbestkabels en -leidingen moet de betreffende persoon een cursus gevolgd hebben!
Handhaving
Voor handhaving wordt onderscheid gemaakt in gevallen die asbest in gebouwen/installaties betreffen en asbest in grond/bagger/bouwstoffen.
Asbest in gebouwen/installaties
De gemeente behoort een melding te ontvangen voor het slopen en/of het verwijderen van asbest. Één van de vereisten hierbij is dat de melder een asbestinventarisatierapport toevoegt aan de melding. De melder is gehouden de sloop- en asbestwerkzaamheden overeenkomstig de bepalingen van het Bouwbesluit 2012 uit te voeren. Als de melder van de melding zich niet aan de gestelde voorschriften houdt, dan treedt de gemeente handhavend op en past zo nodig bestuursdwang toe.
De gemeente heeft ook de taak van het opsporen van werkzaamheden waarvoor geen melding aan het bevoegd gezag is gedaan (illegale slooppraktijken). Bij constatering van dergelijke werkzaamheden, treedt de gemeente handhavend op en past bestuursdwang toe in het kader van artikel 1b, lid 5 van de Woningwet. Van de gemeente of regionale uitvoeringsdiensten wordt verlangd dat zij, in het kader van de uitoefening van haar taken, voldoende deskundig zijn op het gebied van slopen en asbest (inventarisatie en verwijderen). Inspecteurs van de gemeente of regionale uitvoeringsdiensten dienen voldoende deskundig opgeleid te zijn om deze taken uit te voeren. Door te beschikken over het diploma Asbestdeskundige SC 570, of wel het instituutcertificaat DTA-C wordt hieraan beantwoord.
De 'Handreiking Handhaving bij illegale asbestsloop 1.2' (2012, Vereniging Bouw- en Woningtoezicht) geeft een overzicht van hoe om te gaan met illegale sloop en de regelgeving rond asbest in gebouwen.
Asbest in grond/bagger/bouwstoffen
Voor asbest in grond/bagger/bouwstoffen moet onderscheid worden gemaakt in de gewogen concentratie onder c.q. boven 100 mg/kg. Onder die concentratie betreft het hergebruik conform het Besluit bodemkwaliteit. Voor handhaving kan de 'HUM Besluit bodemkwaliteit' (2010, SenterNovem) worden gebruikt, en de 'Handreiking Besluit bodemkwaliteit' (2011, SenterNovem) voor een toelichting op het Besluit bodemkwaliteit.
Als de gewogen concentratie groter is dan 100 mg/kg, is er per definitie sprake van materiaal dat gesaneerd moet worden. daarop is de Wet bodembescherming van toepassing. Daarvoor kan de 'HUM Wet bodembescherming' (2010, SIKB) gebruikt worden. Voor het saneren moet de aannemer een SIKB BRL 7000 erkenning hebben. De milieukundig toezichthouder moet een SIKB- BRL 6000 erkenning hebben. Er moet een BUS-melding gedaan worden bij het bevoegd gezag c.q. een Wbb-beschikking worden aangevraagd. Zie verder 'Grondverzet'.
Digitale controlelijsten
Het 'Programma Informatieuitwisseling Milieuhandhaving' heeft samen met ketenpartners specificaties opgesteld waaraan de Digitale Controlelijsten Asbest moeten voldoen. Software leveranciers hebben op basis van die specificaties hun producten voor (mobiel) toezicht aangepast. Zo zijn de controlepunten waarop de toezichthouder bedrijven toetsten nu overal gelijk. Ook kan er een uniform rapport worden opgesteld. Dat voorkomt dat er een ongelijk speelveld is voor de onder toezichtstaanden.
De Digitale Controlelijsten Asbest zijn, samen met de Inspectie Alert Asbest (IAA), door het Programma Informatie-uitwisseling Milieu (PIM) ontwikkeld om het toezicht professioneler te kunnen uitvoeren. Momenteel worden door toezichthouders nog vaak papieren controlelijsten ingevuld. De praktijk heeft uitgewezen dat door gebruik te maken van digitale controlelijsten het toezicht efficiënter en met de IAA in de hand ook effectiever kan worden uitgevoerd. De informatie tussen de toezichthoudende instanties kan makkelijker worden uitgewisseld. Met de Digitale Controlelijsten Asbest is (informatie)uitwisseling mogelijk tussen de vergunning en handhavingssystemen (VTH-systemen) en Inspectieview.
Het resultaat van de controle van de locatie waar asbest is verwijderd is een uniform rapport van bevindingen waarin tevens acties en sancties -herstellen, stilleggen, klachten en/of signaal naar ISZW of certificerende instelling - zijn opgesomd.
Milieustraat
Asbest is materiaal dat een gevaar is voor de volksgezondheid. Daarom moet dit materiaal uit de keten verdwijnen. De professionele inzameling is via certificering geregeld. Particulieren hebben ook vaak nog asbest in hun bezit. Asbestbevattende golfplaten zijn het meest bekend. Elke gemeente heeft een milieustraat. De asbesthoudende materialen kunnen hier worden ingeleverd door burgers. Hierbij kunnen verschillende strategieën worden gevolgd:
- Asbesthoudend materiaal kan gratis worden ingeleverd
- Asbesthoudend materiaal kan tegen betaling worden ingeleverd
- Voor het inleveren van asbesthoudend materiaal moet eerst een vergunning worden aangevraagd bij de gemeente.
Omdat asbest gevaarlijk is en uit de keten moet verdwijnen, moet het inleveren gemakkelijk gemaakt worden. Het vragen van geld en/of het aanvragen van een vergunning kunnen het inleveren belemmeren en illegaal storten bevorderen.
Voor het inleveren worden veelal onderstaande voorwaarden gehanteerd:
- Onverpakt of niet goed verpakt asbest wordt NIET aangenomen. Het asbest moet verpakt zijn in een doorzichtig dik plastic folie (ten minste 0,2 mm) en voorzien zijn van speciale stickers. Deze stickers zijn verkrijgbaar bij de milieustraat.
- De naden moeten goed omgevouwen en dichtgeplakt zijn. Het inpakken van asbest op de milieustraat is niet toegestaan. Het asbest moet u in speciaal daarvoor bestemde container werpen.
- Particulieren mogen maximaal 35 m2 deugdelijk verpakt asbesthoudende platen inleveren. Asbest mag NOOIT bij ander afval worden gedaan. Daarvoor is het te gevaarlijk.
- Het asbest mag alleen afkomstig zijn van uw woning, een bijgebouw bij uw woning, of het erf van uw woning. Asbest dat een andere herkomst heeft, zoals bijvoorbeeld asbest van een gebouw dat wordt gebruikt voor een beroep of bedrijf, mag u niet bij de milieustraat aanbieden.
De milieustraat moet een erkende inzamelaar zijn om het asbest te mogen innemen. Het ingezamelde asbest wordt verwerkt. Dat verwerken komt neer op het storten op een stortplaats. Daar wordt het afval afgedekt met grond. De asbestvezels kunnen zich nu niet meer verspreiden. Het rapport 'Feitenonderzoek naar het storten van asbesthoudende materialen op de stortplaats 'Derde Merwedehaven' te Dordrecht in de periode 1990 tot en met 2010' (TNO, 2012) geeft hierover een nadere uitleg.
De brochure 'Activiteitenbesluit Gemeentewerven' van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2012) geeft uitleg over de regelgeving voor milieustraten.
Het personeel van de milieustraat dient over de juiste opleidingen te beschikken én over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor het werken met asbest in grond is CROW publicatie 132 'Werken in of met verontreinigde grond' van toepassing. Voor alle overige werkzaamheden met asbest is het Arbo-informatieblad 3 over asbest van toepassing.
Voorlichting
Voor de burgers is het fijn als men snel inzichtelijk kan krijgen hoe men moet handelen als er asbest wordt aangetroffen. Dat is goed omgevingsmanagement. De website van de gemeente is hiervoor uiteraard een logische plek. Daarop kunnen voorlichtingsfolders worden geplaatst. Een voorbeeld van zo'n folder:
- Gemeente Nijmegen: 'Bouwen, slopen en asbest' (2012)
Asbestopruimset
Ofschoon zelf opruimen van asbest niet bevorderd moet worden, kunnen niet verweerde platen met asbest wel door bewoners zelf worden opgeruimd. De gemeente Nijmegen verkoopt hiervoor de asbest-opruimset voor eenmalig gebruik. De set bevat een fijnstofmasker (P-3 filter), handschoenen en een overall. Na gebruik moet men de set afvoeren als asbestafval.
Voorbeeld van asbestsanering
Om een beeld te krijgen van hoe een complexe asbestsanering gaat, kan het volgende filmpje worden bekeken. Dit gaat over het verwijderen van asbest uit het schip de 'SS Rotterdam'. Het filmpje is in opdracht van het saneringsbedrijf zélf gemaakt.
https://www.youtube.com/watch?v=izhuZYiEpvc
Veilig werken
Veilig werken is altijd belangrijk. Maar bij asbest is dit nog veel belangrijker. De gevolgen zijn pas op de zeer lange termijn merkbaar.
De Inspectie SZW heeft de website www.veiligvakmanschap.nl/asbest/ opgericht. Hier staan voorbeelden van veilig en onveilig werken. Voor het werken met asbest is publicatie 132 'Werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd (grond)water' (2014) van CROW van toepassing.
Grondverzet en sanering
Om fraude tegen te gaan, mag een aantal handelingen die betrekking hebben op grond, bagger en bouwstoffen alleen worden uitgevoerd door 'erkende bodemintermediairs'. Dat zijn personen of organisaties die hiertoe een opleiding hebben gevolgd en een certificering. Zonder certificering mogen ze de werkzaamheden niet uitvoeren. Dit is geregeld in hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit en de Regeling bodemkwaliteit.
De eisen waaraan voldaan moet worden zijn vastgelegd in beoordelingsrichtlijnen (BRL) en protocollen. Deze documenten zijn in beheer bij de Stichting Infrasatructuur Kennisuitwisseling Bodembescherming (SIKB). Het betreft op hoofdlijnen:
- BRL 1000: Monsterneming voor partijkeuringen
- Protocol 1001: Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie
- Protocol 1002: Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen
- Protocol 1003: Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen
- Protocol 1004: Monsterneming voor te storten korrelvormige bouwstoffen
- BRL 2000: Veldwerk milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek
- Protocol 2001: Plaatdsen van handboringen en peilbuizen
- Protocol 2002: Het nemen van grondwatermonsters
- Protocol 2003:Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek
- Protocol 2018: Locatie-inspectie en monsterneming asbest in bodem
- AS 3000: Laboratoriumonderzoek voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek
- Hieronder valt een groot aantal protocollen voor specifieke analyses
- VKB-protocol 5001: Onderzoek naar en advies over asdbesty in bodem. Dit is een ontwerp, en dus niet van kracht
- BRL 6000: Milieukundige begeleiding van (water)bodemsanering en ingrepen in de waterbodem
- Protocol 6001: Milieukundige begeleiding landbodemsanering met conventionele methoden
- Protocol 6002: Miliekundige begeleiding landbodemsanering met in-situ methoden
- Protocol 6003: Milieukundige begeleiding van ingrepen in de waterbodem en uitvoering van waterbodemsaneringen
- Protocol 6004: Milieukundige begeleiding van nazorg
- BRL 7000: Uitvoering van (water)bodemsanering en ingrepen in de waterbodem
- Protocol 7001: Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden
- Protocol 7002: Uitvoering van landbodemsanering met in-situ methoden
- Protocol 7003: Uitvoering van ingrepen in de waterbodem en uitvoering van waterbodemsaneringen
- Protocol 7004: Tijdelijke uitplaatsing van grond
- BRL 7500: Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie
- Protocol 7510: Procesmatige ex-situ reiniging en immobilisatie van grond en baggerspecie
- Protocol 7511: Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie
- Normbladen 8000: Bodemtaken Bevoegd gezag
- Normblad 8001: Bodembeheer, onderdeel provinciaal bevoegd gezag Wbb voor landbodems
- Normblad 8002: Bodembeheer, onderdeel gemeentelijk bevoegd gezag Wbb voor landbodems
- BRL 9335: Grond
- Protocol 9335-1: Individuele partijen grond
- Protocol 9335-2: Grond uit projecten
- Protocol 9335-3: Samengestelde grondproducten
- Protocol 9335-4: Civieltechnische keuring
Normblad 8000 is niet verplicht voor overheden. Voor de laatste versie van de BRL's en normbladen, zie SIKB. Erkende bedrijven zijn terug te vinden op de website van www.rwsleefomgeving.nl.
http://www.youtube.com/watch?v=GBPwZAfGaAA
Asbest in grond, kabels en leidingen
Bij grondverzet is er altijd een kans dat men op asbest stuit. Met een goede voorbereidig van het project, zal de kans hierop geminimaliseerd worden. De kwaliteit van de grond en eventuele bijzondere omstandigheden is bij de gemeente inzichtelijk te krijgen: bodemkwaliteitskaart of het bodem-informatie-systeem (BIS). De ligging van kabels en leidingen is bij het Kadaster bekend. Eigenaren van kabels en leidingen zijn verplicht om de ligging van hun kabels en leidingen door te geven aan het Kadaster in het kader van de Wet informatieuitwisseling ondergrondse netten. Zo is vooraf bekend of er kabels en leidingen liggen én of die kabels en leidingen asbest bevatten.
Duurzaamheid
Het aspect duurzaamheid zit in het risico voor de volksgezondheid. Vanwege de risico's hiervoor moet asbest uit de keten verwijderd worden.
Door de structuur van het asbestmolecuul ontstaat het risico voor mensen. Er is een patent (EP 1277527) verleend om de structuur van asbest zodanig te veranderen dat het risico wordt weggenomen. Op dit moment, 2014, is er geen installatie in bedrijf om asbest onschadelijk te maken.
Asbest verandert pas boven de 1200°C van structuur. Door die structuurverandering verliezen asbestvezels hun gevaarlijke eigenschappen voor de mensen. Bij een brand worden deze hoge temperaturen maar zelden bereikt. Na 1 uur is de temperatuur ongeveer 925°C. Asbestcement spat al voor het bereiken van deze temperatuur uiteen en verspreidt dan de vezels in de omgeving.De regelgeving omtrent asbest is er volledig op ingericht om asbest uit de keten verwijderen. Met voorlichting, certificering en handhaving wordt de keten zo goed mogelijk gesloten.
Met subsidieregeling wordt geprobeerd om de gevaarlijke asbesthoudende daken om te bouwen naar duurzame daken met zonne-energie. Er is een 'green deal' afgesloten om dit duurzame initiatief te stimuleren. Zie hiervoor 'asbest van het dak'.
http://www.youtube.com/watch?v=4g_yPsUgLgc
http://www.youtube.com/watch?v=rNmWjkBHvKo
Asbest op boerenschuren wordt beschouwd als een gevaar voor de volksgezondheid. Juist nu de daken steeds ouder worden, neemt het gevaar toe. Asbestvezels kunnen door de wind verspreid worden.
http://www.youtube.com/watch?v=o3v04_zsfMs
Het plaatsen van zonnepanelen op daken mét asbest is verboden. Het is een overtreding van artikel 4 van het Productenbesluit asbest.
http://www.youtube.com/watch?v=rjfRbXDZnEI
Kosten
Als men te maken heeft met asbest (meer dan een golfplaatje van een schuurtje), dan moet dit professioneel verwijderd worden. Hiervoor moeten gecertificeerde personen/bedrijven ingeschakeld worden.
De kosten waar men mee te maken krijgt zijn op hoofdlijnen:
- Inventariseren waar het asbest zit
- Risicoinventarisatie
- Opstellen van een plan voor de sanering
- Melding indienen bij het bevoegd gezag voor de sanering
- Uitvoeren van de sanering.
Op www.asbestvanhetdak.nl staan rekenvoorbeelden voor subsidie voor het vervangen van asbest door zonnepanelen.
Schadevergoeding voor slachtoffers
Asbestslachtoffers kunnen een financiële tegemoetkoming aanvragen bij het Instituut Asbestslachtoffers.
Iedereen die door asbest de ziekte mesothelioom of asbestose heeft gekregen, kan de tegemoetkoming aanvragen. Er zijn 2 regelingen:
- Werknemers of hun huisgenoten die ziek zijn geworden door asbest, kunnen daarvoor gebruikmaken van de TAS-regeling.
- Voor zelfstandig ondernemers of particulieren die in een privésituatie ziek zijn geworden door asbest, is er de TNS-regeling.
De tegemoetkoming bedraagt € 19.605 in 2016. De tegemoetkoming is geen vervanging van een eventuele schadevergoeding. De SVB zal proberen de kosten te verhalen op de partij die aansprakelijk is.
Informatie en ondersteuning
Voor de slachtoffers van asbest is in 2000 het Instituut Asbestslachtoffers opgericht. Het instituut is een gezamenlijk initiatief van wergevers- en werknemersorganisaties, het Comité Asbestslachtoffers, het verbond van verzekeraars en de overheid. Het instituut zorgt voor advies, bemiddeling en voorlichting. Het Comité Asbestslachtoffers is in 1995 opgericht. Het Comité staat slachtoffers bij in de juridische weg naar schadevergoeding.
Subsidie verwijderen asbestdaken
Omdat in 2024 asbestdaken verboden zijn, wordt gestimuleerd om asbestdaken te verwijderen. Hiervoor is een subsidieregeling in het leven geroepen.
Participatie
Participatie bij asbest is lastig. Bewoners moeten zo veel mogelijk weg blijven van asbest. Voorlichting en ondersteuning zijn behulpzaam om dit te bereiken. Omgevingsmanagement is nuttig. Daarbij trekken mensen zich overigens soms weinig aan van de waarschuwingen zoals het filmpje laat zien.
https://www.youtube.com/watch?v=gUpu7VS6nIc
Met voorlichting kan aan bewoners duidelijk worden gemaakt waar asbest (kan) zit(ten) en wat men wél en vooral wat men niet moet doen. Voorlichting kan het gevoel van gevaar terugbrengen tot realistische proporties. Een plaatje asbest is immers niet per definitie gevaarlijk.
https://www.youtube.com/watch?v=kOc6h-y5IEA
Door het melden van de aanwezigheid van asbest gemakkelijk te maken, wordt de drempel om zelf te gaan klussen verhoogd. Als er asbest wordt gemeld, zal hieraan gevolg gegeven moeten worden door ter plaatse te gaan kijken.
http://www.youtube.com/watch?v=o8qzBefuASY
In wat oudere gebouwen van bijvoorbeeld sportverenigingen, kan asbest aanwezig zijn. Hier is samenwerking tussen overheden en de vereniging noodzakelijk voor een goede aanpak.
http://www.youtube.com/watch?v=jls1TolmABI
Hetzelfde geldt voor asbest in schoolgebouwen.