Inhoudsopgave

    Groen verbindt

    Samengevat

    'Groen verbindt' is een initiatief van de VNG, Vereniging Natuurmonumenten en acht andere natuurbeschermingsorganisaties. Het initiatief houdt in dat groen (lees: natuur c.q ecosysteem) wordt gekoppeld aan andere maatschappelijke thema's. Daardoor wordt een win-win situatie gecreëerd op uiteenlopende terreinen. Daarbij valt te denken aan de zorg, arbeidsmarkt, onderwijs en klimaatadaptatie en participatie. Groen verbinden heeft een sterke samenhang met place making en met duurzaamheid

    De essenties van 'Groen Verbindt' zijn beschreven in het 'Pamflet Groen verbindt' (VNG, 2014). Een uitleg over de achtergronden staat in het interview 'Geen hobbyisme maar maatschappelijk rendement' (2014). De waarde van groene verbindingen is beschreven in 'Hoe groen goed doet' (Groen dichterbij, 2014). De waarde van groene verbindingen zijn beschreven in diverse rapporten. Enkele voorbeelden:

    https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=Gw1BXRTwV1Y

    Het mooiste voorbeeld

    Het mooiste voorbeeld van groen verbinden dat we zijn tegengekomen is de publicatie 'Vergeten groenten' (GIDZ, 2014). In dit project worden oudere mensen met (beginnende) alzheimer betrokken bij een volkstuin. Door structuur te bieden gaat de achteruitgang minder snel. Voor de mensen 'op'  de volkstuin was het leuk om de oudere mensen te kunnen ontmoeten en te helpen. Groen verbindt. 

    Snijvlakken met PPP

    Groen verbinden zit op de snijvlakken van people-profit-planet (zie ook duurzaamheid). De wijze waarop een groene verbinding kan nogal verschillend zijn. In 'Natuur voor iedereen' (Alterra, 2010) is dat als volgt gevisualiseerd:

    Deze figuur geeft de kansen van groen verbinden goed weer.

    Ecosysteemdienst

    In dit onderwerp zijn voorbeelden gegeven van uitwerkingen waarbij de natuur, groen, een rol vult in het maken van groene verbindingen. Men zou dit kunnen beschouwen als ecosysteemdiensten. Een ecosysteemdienst kan worden gedefinieerd als:

    'Een ecosysteemdienst is een dienst die door een ecosysteem aan mensen wordt geleverd'. 

    Enkele voorbeelden van ecosysteemdiensten staan in de figuur.

    Bron: 'Wat natuur de mens biedt' (PBL, 2010)

    Deze uitwerking van het onderwerp 'Groen verbindt' gaat echter niet over ecosysteemdiensten (zie hiervoor 'Natuurlijk Kapitaal' (2014) van het PBL).

    Hier gaat het híer om of er op praktische wijze verbindingen gelegd kunnen worden tussen 'groen' en onderdelen van de samenleving die een bijdrage leveren aan de natuur én aan de maatschappij. Participatie dus. De gemeente Nijmegen heeft dit uitgewerkt tot de 'participatieladder' in het document 'Meedoen in Nijmegen' (2012). 

    De waarde van groen verbinden

    De waarde van groene verbindingen in sociale zin is lastig vast te stellen. Maexchange.nl gebruikt hiervoor het 'waardeweb'. Het waardeweb laat in een oogopslag zien wat een project betekent. Dat is de betekenis voor de omgeving én voor de betrokkenen zelf. Hieronder staat een voorbeeld.

    Het waardeweb. Bron: Maexchange.nl

    Naast de betekenissen die in het waardeweb staan, onderscheidt Maexchange.nl ook nog subwaarden. Die staan hieronder in de figuur.

    Dit zijn de vijf subwaarden die bij onderzoek door Maexchange.nl het meeste naar voren kwamen. 

    Movisie heeft het 'Het Participatiewiel 2015'  ontwikkeld. Dat is een methode om participatie, en de kansen daarvoor, geordend in beeld te brengen. Het wiel ziet er als volgt uit:

    Participatiewiel. Bron: Movisie

    In het wiel zijn de verschillende aspecten die voor effectieve en structurele participatie van belang zijn, geordend. 

    Participatieladder

    Bij participatie kan, net zoals in Nijmegen met de participatieladder, onderscheid worden gemaakt in verschillende niveaus. Sherry R. Arnstein heeft een ladder ontwikkeld in 'A ladder of citizen participation' (1969) die de verschillende niveaus van participatie uiteen rafelt. Zie de volgende figuur uit deze publicatie.

    Groene verbindingen liggen altijd op de niveaus 6, 7 en 8.

    Op meergroenzelfdoen.nl staan talloze voorbeelden hoe mensen zelf de omgeving kunnen vergroenen met beperkte middelen. In deze uitwerking geven we ook voorbeelden. Ter inspiratie, ter lering en om verbindingen te leggen.

    Onderwijs

    Het belang van groene verbindingen begint bij het besef dat groen bestaat. Onderwijs kan daar een bijdrage aan leveren. 

    https://www.youtube.com/watch?v=ySwUeoAh06M

    Onderwijs in een groene omgeving is dan natuurlijk extra effectief. In opdracht van de VHG is door VU Medisch Centrum het rapport 'Groene schoolpleinen'  (2014) opgesteld. Dit rapport bevat een onderzoek naar de succesfactoren van groene schoolpleinen.

    Wetgeving

    Wettelijke verplichtingen om groene verbindingen te leggen zijn er niet. Een aantal wetten kan groene initiatieven het soms wel wat lastig maken. Maar verplichten, dat bestaat niet. Niet hard althans. Wel zijn beheerders van de overheid natuurlijk verplicht om zorgvuldig en efficiënt met de financiële middelen om te springen. Groene verbindingen kunnen bijdragen aan efficiënt omgaan met publieke middelen.

    Gemeentewet, artikel 212

    Voor het beheer van de openbare ruimte is de Gemeentewet voor gemeenten de wettelijke basis. In artikel 212 van de Gemeentewet is geregeld dat gemeenten een verordening moeten hebben over de omgang met kapitaalgoederen. De Gemeentewet stelt in artikel 212:

    1. De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

    2. De verordening bevat in ieder geval:

    1. regels voor waardering en afschrijving van activa;
    2. grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b, alsmede, voor zover deze wordt geheven, voor de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
    3. regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie.

    De openbare ruimte bevat veel kapitaalgoederen zoals openbare verlichting, bestrating en andere voorzieningen en valt derhalve onder dit artikel van de Gemeentewet. Groen kan ook worden gezien als een kapitaalgoed. Men zou kunnen stellen (of vinden) dat een beschouwing van groene verbindingen c.q. ecosysteemdiensten, deel moet uitmaken van de financiële analyse.

    Daarmee worden groene verbindingen een onderdeel van asset management (of IBOR) en participatie.

    APV en handhaving

    In de APV kan een bepaling worden opgenomen zoals:

    Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

    Het is verboden zonder voorafgaande vergunning (objectvergunning) van het bevoegde bestuursorgaan een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

    Dat geeft de gemeente de mogelijkheid om in voorkomend geval handhavend op te treden tegen geveltuinen en guerilla gardening of bijenkasten op plaatsen waar ze niet horen. Verder kan de gemeente altijd handhaving toepassen op basis van de APV.

    Verjaring

    Met geveltuinen, en mogelijk ook met guerilla gardening, kan men te maken krijgen met verjaring. Artikel 3:99 lid 1 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een bezitter te goeder trouw door onafgebroken bezit van 10 jaar een registergoed verkrijgt. Het karakter van registergoederen maakt het evenwel uitermate lastig om goede trouw aan te tonen. Conform de omschrijving van de goede trouw in artikel 3:11 BW, ontbreekt deze niet alleen indien de betreffende persoon de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij deze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Beroep op de goede trouw ketst af op grond van artikel 3:23 BW, indien dit een beroep op onbekendheid betreft, met feiten die door raadpleging van de registers zouden zijn gekend. In de jurisprudentie is bepaald dat kadastrale kaarten en uittreksels geen deel uitmaken van de openbare registers! 

    De verjaring begint te lopen op de dag na aanvang van het bezit: 3:101 BW. De verkrijgende verjaring kan ex 3:104 BW worden gestuit. Zie verder de 'Notitie geveltuinen' (Roosendaal, 2010).

    Overige regelgeving

    Met groene verbindingen c.q. ecosysteemdiensten kan men te maken krijgen met uiteenlopende regelgeving. Die regelgeving kan combinatie van functies belemmeren. Regels waar men tegen aan kan lopen zijn:

    Een verkenning van de wetgeving is gedaan door Mr.Drs. Kistenkas in 'Functiecombinaties in het buitengebied' (2013). In stedelijk gebied zal de toets aan het bestemmingsplan het belangrijkste zijn.

    Private partij

    Als er een private partij wordt opgericht, een stichting of een vereniging, dan is deze partij privaat-rechtelijk aansprakelijk voor de activiteiten die worden ondernomen. De partij zal daarom ook moeten zorgen voor eventuele verzekeringen (voor bijvoorbeeld opstallen en voor de vrijwilligers en medewerkers). 

    Als er geen organisatie wordt opgericht, dan zijn de betrokkenen persoonlijk (privaat rechtelijk) aansprakelijk in geval van schade of overtredingen of financiële tekorten.

    In geval van verstrekte subsidies kan de subsideverstrekker aan de organisatie vragen om verantwoording af te leggen en om een goede boekhouding te voeren.

    Specifieke regels

    Voor de hier besproken onderwerpen gelden er soms specifieke regels of wetgeving waar rekening mee gehouden moet worden.  Als er speeltoestellen worden geplaatst, zie dan het onderwerp speeltoestellen

    Bijenkasten

    Voor het houden van bijen kunnen in de gemeentelijke verordening/APV regels zijn opgenomen. De strekking is dat het houden van bijen in een aantal omstandigheden is verboden. Zie bijvoorbeeld de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Bronckhorst:

    Artikel 2.4.24 Bijen

    1. Het is verboden bijen te houden: 
      • binnen een afstand van 30 meter van woningen of andere gebouwen waar overdag mensen verblijven; 
      • binnen een afstand van 30 meter van de weg.
    2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet indien op een afstand van ten hoogste zes meter vanaf de korven of kasten een afscheiding is aangebracht van twee meter hoogte of zoveel hoger als noodzakelijk is om het laag uit en invliegen van de bijen te voorkomen.
    3. Het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod geldt niet voor zover de bijenhouder rechthebbende is op de woningen of gebouwen als bedoeld in dat lid.
    4. Het in het eerste lid, aanhef en onder b, gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Gelders wegenreglement.

    De strekking zal per gemeente soortgelijk zijn.

    Braakliggende gronden

    Braakliggende gronden mogen niet zonder toestemming van de eigenaar in gebruik worden genomen. Met de 'Beleidslijn Tijdelijke Natuur'  kunnen grondeigenaren een ontheffing Tijdelijke Natuur bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) aanvragen. Deze geeft de terreineigenaar toestemming voor het laten ontstaan en verwijderen van tijdelijke natuur met daarin beschermde soorten op hun terreinen. Deze toestemming geldt niet voor beschermde soorten die al bij aanvang aanwezig waren. Dit concept levert winst op voor de natuur, zelfs permanente winst, is juridisch robuust gebleken (door de rechter getoetst) en wordt in een aantal gebieden en concrete ontheffingsaanvragen daadwerkelijk in praktijk omgezet.

    De 'ontheffing Tijdelijke Natuur' geeft duidelijkheid en handelingsvrijheid ten opzichte van de Flora- en Faunawet maar niet ten opzichte van de Natuurbeschermingswet.

    De wetgeving aangaande natuur zal worden geïntegreerd in de nieuwe Natuurwet. Deze wet is op 18 juni 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd. 

    Ecologisch natuurbeheer

    Voor ecologisch natuurbeheer gelden de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Voor natuurgebieden geldt de Natuurbeschermingswet. Tevens moet men rekening houdern met de Natura 2000 gebieden en de ecologische hoofdstructuur. 

    Eetbare stad/stadslandbouw

    Iedereen mag op zijn eigen terrein (gekocht of gehuurd) een tuintje hebben en groente kweken voor eigen consumptie. Dit verbiedt geen enkele wet. 

    Als groente en fruit worden gekweekt op percelen met verontreinigde grond, kunnen er op grond van de Wet bodembescherming gebruiksbeperkingen van toepassing zijn. Deze gebruiksbeperkingen kunnen verbieden om groente en fruit van deze percelen te consumeren vanwege de gezondheidsrisico's. De gebruiksbeperkingen zijn te vinden in:

    • Bodembeleid van de gemeente
    • Koopcontracten van het betreffende onroerende goed
    • Aantekeningen bij het Kadaster behorende bij dit perceel

    Zulke gebruiksbeperkingen kunnen gelden in binnenstedelijke kernen of terrein waar industrie heeft gestaan. 

    Als groente en fruit in zulke gebieden worden gekweekt op een niet-grondgebonden wijze, dan gelden de gebruiksbeperkingen niet. Als er voedsel wordt geproduceerd dat wordt verkocht, gelden de regels die ook voor voedselbanken gelden ten aanzien van voedselveiligheid. 

    Guerilla gardening

    Guerilla gardening is in de essentie niet toegestaan. Het is wederrechtelijk gebruik van andermans perceel. Daarmee is het strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht.

    Tevens kan guerilla gardening aanleiding zijn voor gevaarlijke verkeersituaties als de beplanting uit de hand loopt. In dat geval betreft het overtreding van de Wegenverkeerswet. De gardener neemt dan de rol van beheerder van de betreffende weg op zich. Dit kan al het geval zijn als iemand struikelt over een wat slecht liggende stoeptegel. Aangezien guerilla gardening veelal gebeurt zonder een organisatie, is de gardener persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen.

    Verjaring

    Als de guerilla gardening langer dan 20 jaar duurt, dan kan de eigenaar van de grond de grond verliezen door langjarig gebruik door derden en verjaring (= 20 jaar). Hierover is er een gerechtelijke uitspraak.

    Landschapsbeheer

    Voor landschapsbeheer heeft men te maken met alle groene regelgeving zoals de Flora- en FaunawetNatuurbeschermingswet, ecologische hoofdstructuur en Europese regelgeving zoals de Natura 2000 gebieden, de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn.  

    Participatief beheer bewoners

    Bewoners kunnen meedoen in het beheer van de openbare ruimte als de beheerder (die handelt namens de eigenaar van de openbare ruimte) hier mee in stemt. Belangrijkste punt van aandacht is om verantwoordelijkheden goed te regelen. Als de beheerder de bewoners opdrachten geeft als ware het werknemers, dan heeft de beheerder een aansprakelijkheid bij ongevallen en als er werkzaamheden op een onjuiste manier worden verricht.

    Als bewoners een 'carte blanche' krijgen op een terrein gedurende een bepaalde tijd te beheren, ligt dit onduidelijker. Sommige gemeenten hebben voor hun vrijwilligers een 'vrijwilligersverzekering' afgesloten. Daarmee zijn de vrijwillgers verzekerd als er tijdens hun werkzaamheden iets mis gaat.

    Als de vrijwilligers een rechtspersoon oprichten (vereniging of stichting), dan is de situatie voor de beheerder ook eenduidiger. Dan is in ieder geval beter vast te stellen wie vrijwilliger is en wie niet. De rechtspersoon kan ook een verzekering afsluiten. 

    Zie ook beeldkwaliteit.

    Social return

    De definitie van social return on investment (SROI, kortweg social return) is:

    'Social return afspraken hebben als doel een bijdrage te leveren aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en wordt als onderdeel bij aanbestedingen verplicht gesteld'

    Bij aanbestedingen door de overheid wordt voor aanbestedingen groter dan € 250.000 geëist dat mensen met grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt worden ingezet.

    Social return is goed bruikbaar in beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Veel werk wordt daar al lang gedaan door mensen die in dienst zijn van een sociale werkplaats. Hiervoor gelden soms ook financiële regelingen zoals loonkostensubsidie, proefplaatsingen en no risk polissen.

    Zie ook: stichtingsocialreturn.nl

    De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en de Wajong samen. Er is straks één regeling voor iedereen die extra hulp nodig heeft om aan het werk te komen. De gemeenten gaan deze wet uitvoeren. De Sociale werkvoorziening blijft bestaan voor mensen die per 31 december 2014 een arbeidsovereenkomst hebben met een SW-bedrijf. Per 1 januari 2015 kunnen er geen nieuwe mensen meer in de sociale werkvoorziening instromen. Gemeenten krijgen budget om 30.000 beschutte werkplekken te creëren. Zo blijft een beschutte werkomgeving mogelijk voor mensen die dit echt nodig hebben. De Wajong blijft bestaan voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De hele Wajong-groep wordt herbeoordeeld op arbeidsvermogen. Wajongers die geen arbeidsvermogen hebben, behouden hun Wajong uitkering. Wajongers die wel arbeidsvermogen hebben, gaan over naar gemeenten en vallen onder de Participatiewet.

    De Participatiewet is per 1 januari 2015 in gewijzigde vorm van kracht. 

    Voedselbank

    Voedselbanken geven eten, voedsel dus, dat overblijft aan mensen die dat nodig hebben. Daarmee bereikt de voedselbank twee doelen:

    • Mensen worden geholpen
    • Voedsel wordt niet weggegooid, niet verspild. Het wordt geen afval.

    Voor voedselbanken geldt dat de voedselveiligheid belangrijk is. De Voedsel- en Warenautoriteit ziet hier op toe. Hiervoor wordt 'Informatieblad 76' (2006) gebruikt. Om de voedselveiligheid te waarborgen hebben de voedselbanken het 'Handboek Voedselveiligheid  vereniging van Nederlandse Voedselbanken' (2014) opgesteld.

    Voedselbanken kunnen eigen criteria stellen voor de toelating van mensen om deel te kunnen nemen. 

    Voedselbanken moeten voldoen aan alle eisen die voor bedrijven gelden: bestemmingsplan, vergunningen en indien er personeel in dienst is alle daarmee samenhangende verplichtingen. Voor vrijwilligers die voor de voedselbank werken, geldt dat ze voor dit werk afdoende verzekerd moeten zijn. Voedselbanken zijn op grond van het Burgerlijk Wetboek Boek 6 artikel 185 aansprakelijk voor de geproduceerde produkten. Zie ook: voedselbanken.nl

    Volkstuin

    Een volkstuin moet allereerst voldoen aan het bestemmingsplan. De volkstuinders zullen veelal geen eigenaar zijn van het stukje grond dat ze bewerken. Dan geldt dat er een overeenkomst gesloten wordt met de eigenaar c.q. beheerder volgens het Burgerlijk Wetboek boek 7. Dat kan pacht of huur betreffen.

    Voor het kweken van fruit en groente moet voldaan worden aan artikel 13 van de Wet bodembescherming: de bodem mag niet verontreinigd worden. Die verontreiniging kan ontstaan door bijvoorbeeld bemesting, toepassen van verontreinigde grond of door lekkage van bijvoorbeeld benzine. Ook mogen er geen bodemvreemde materialen aan de bodem toegevoegd worden. Dit wordt geregeld door het bodembeleid van de betreffende gemeente. Zie ook het onderwerp grondverzet.

    Beleid

    Groene verbindingen zijn mensenwerk

    Vormen van samenwerken

    Groene verbindingen worden door mensen gemaakt. Mensenwerk dus. Een project zoals een buurttuin of participatief beheer, betekent dat de verhouding tussen overheid als beheerder en burger (die is nu ook beheerder) verandert. Men wordt partners in de participatie. De gemeente gaat meer regisseren. Beheer gaat daarmee veel meer in overleg. Manon de Caluwé (Twynstra Gudde) heeft in haar presentatie 'Samenwerken in netwerken en coalities' (2015) verschillende modellen van samenwerking onderscheiden. Zij maakt onderscheid in:

    • besluitvormingsgerichte coalitie: hier hoort hiërachie bij. Dit is de traditionele vorm waarbij de overheid de kennis en ook leidend is
    • samenwerkingsgerichte coalitie: hierbij is het collectief leidend. Er zijn meerdere gelijkwaardige partijen
    • netwerkgerichte coalitie: hierbij vormen individuen met elkaar een al dan niet tijdelijke coalitie om een doel te bereiken.

    Deze vormen van samenwerking staan in de volgende figuur.

    Figuur: hoofdvormen voor samenwerken. Bron: Twynstra Gudde

    Afspraken maken

    Bij elke vorm van samenwerking hoort dat er afspraken worden gemaakt. Die afspraken houden in:

    • Wat ga je beheren?
    • Hoe ga je dat doen?
    • Welke middelen heb je nodig en wat krijg je eventueel van de gemeente?
    • Hoe lang ga je beheren?
    • Wie doen er mee in dit beheer en hoe regel je dat?

    Daarmee krijgen de bewoners verantwoordelijkheden. Dit vraagt om organisatie en afspraken. Voor de gemeente vraagt dit om de bewoners het vertrouwen te geven om het beheer uit te voeren: loslaten en ondersteunen indien nodig. De gemeente gaat veel meer regisseren

    Rollen en verwachtingen

    De beide partijen moeten zich goed bewust zijn van deze rollen. Anders ontstaat er een verkeerd beeld van hoe de samenwerking is. Dat leidt tot verkeerde verwachtingen en uiteindelijk wordt dat ergernis over en weer. 

    De volgende documenten gaan hier op in:

    Handleiding biodiversiteit

    De Handleiding Biodiversiteit heeft als doel gemeenten te ondersteunen om verbeteringen voor biodiversiteit en klimaatadaptatie in te passen in nieuwe en bestaande lokale ruimtelijke plannen. De gepresenteerde mogelijkheden zijn gekoppeld aan de bestemmingscategorieën uit het bestemmingsplan en onderverdeeld naar planvorming, inrichting en beheer. Hiermee sluit de handleiding aan op de gemeentelijke werkwijze ten aanzien van ruimtelijke plannen.

    De Handleiding Biodiversiteit bevat allerlei factsheets voor inrichtingselementen om biodiversiteit te vergroten.

    Indeling groene verbindingen

    Groene verbindingen kunnen op allerlei manieren worden gelegd. In dit onderwerp hebben we de volgende mogelijkheden uitgewerkt:

    1. Bijenkasten
    2. Braakliggende gronden
    3. Ecologisch natuurbeheer
    4. Eetbare stad/stadslandbouw
    5. Guerilla gardening
    6. (Agrarisch) Landschapsbeheer
    7. Participatief beheer bewoners
    8. Social return
    9. Voedselbank
    10. Volkstuin

    Onder 'beheer' is de praktijk hiervan beschreven aan de hand van voorbeelden die er zijn. Hieronder staan zaken die in de voorbereiding en in de beleidsfase een rol spelen.

    Stadslandbouw is apart uitgewerkt in het gelijknamige onderwerp.

    Bijenkasten

    Bijen zijn misschien wel de belangrijkste dieren die we kennen. Einstein heeft dat belang onderkend en gezegd: "Als bijen uitsterven volgt de mens binnen vier jaar". Of dat daadwerkelijk zal gebeuren is overigens de vraag. 

    Maar de bij is belangrijk voor ons en staat onder druk. Een reden te meer om deze nuttige beesten te helpen. Dat wordt in toenemende mate gedaan door bijenkasten te plaatsen.

    Een bij is een sympathiek dier dat lekkere honing produceert. De bij wordt geassocieerd met ambacht en traditie. Een goede manier om ecologie en participatie met elkaar te verbinden.

    Een bij leeft in een kolonie, in een bijenkast of -korf. Die kasten worden traditioneel beheerd door een imker. Een imker zorgt voor goede omstandigheden in de kast en plaatst de kast op plekken waar er behoefte is aan de bijen én waar de bijen voedsel (honing) kunnen vinden. 

    Een volk van 60.000 bijen zonder kast, bouwt een verblijf voor één nacht. Foto: Lex Stax

    Voor bijenkasten kan de gemeente regels stellen in de APV. Zie hiervoor ook 'wetgeving'. Om de leefomstandigheden voor bijen te verbeteren is voor de gemeente Rotterdam het 'Advies voor de verbetering van de leefomstandigheden van bijen en overige bestuivende insecten in Rotterdam' in 2012 opgesteld. 

    Bij het plaatsen bijenkasten dient men zich te realiseren dat de verschillende bijenkolonies ook concurrenten van elkaar zijn. Als er te weinig bloemen in de omgeving zijn, zullen de volken zich onvoldoende kunnen voeden. Daardoor kunnen ze in gezondheid achteruit gaan. Dan kan de schade groter zijn dan de beoogde winst in biodiversiteit. Zie hiervoor onder het rapport 'De bijdrage van (wilde) bestuivers aan de opbrengst van appels en blauwe bessen' (Alterra, 2015). Wat in dit rapport staat, geldt ook voor bijenkasten in de bewoonde omgeving. De conclusie is dat als er bijenkasten worden geplaatst, er ook (meer) bloemen geplaatst moeten worden. 

    Braakliggende gronden

    De eigenaar van de braakliggende grond, kan het gebruik oogluikend  toestaan. Veelal is dat geen probleem. Immers, het terrein werd niet gebruikt. Problemen ontstaan er als:

    • Er overlast ontstaat voor de omgeving
    • De bodem wordt verontreinigd. Denk aan overvloedige meststoffen, afval dat in de bodem terecht komt of de toepassing van verontreinigde grond
    • Het gebruik beëindigd moet worden omdat het braakliggende terrein gebruikt gaat worden
    • Bij verkoop of verhuur van het terrein.

    Door het gebruik te formaliseren, denk aan een gebruiksovereenkomst, wordt duidelijk wie aansprakelijk is bij eventuele schade. 

    https://www.youtube.com/watch?v=SOaJXarJVT0&index=9

    Tijdelijke natuur

    Voor tijdelijke natuur geldt in essentie hetzelfde. Formaliseren kan problemen op termijn uitsluiten. 

    https://www.youtube.com/watch?v=Ie7hObiYY9o&index=11

    Ecologisch groenbeheer

    Bij ecologisch groenbeheer draait het om flora en fauna, de inheemse soorten. Het beheer heeft tot doel om de biodiversiteit zo groot mogelijk te maken.  Tevens wordt er naar gestreefd dat natuurlijke processen de ontwikkeling sturen. Spontane ontwikkeling hoort hier bij. 

    Ecologisch groenbeheer kan in landelijke gebieden, uiteraard. Maar ook in de stad. Dit laat het artikel 'Ecologisch groenbeheer De natuur de stad in trekken' (2014) van Geert Timmermans zien.

    Ecologisch groenbeheer is op veel plekken te realiseren.

    https://www.youtube.com/watch?v=Km_aeJB2x-0

    Ecologisch groenbeheer is de laatste jaren in opkomst. De reden is dat ecologisch groenbeheer ook goedkoper kan zijn, dan traditioneel beheer. Aantrekkelijk voor beheerders dus. Ze werken er sneller aan mee dan in het verleden. Bermen en groenstroken worden dan extensiever beheer. Dat scheelt in de kosten. Andere soorten komen dan tot ontwikkeling. Dat kan een ecologisch voordeel zijn.

    Het filmpje laat zien dat ecologisch groenbeheer kan bijdragen aan biodiversiteit. De beheerder kan daar voor zorgen, maar bewoners kunnen dit net zo goed. Bewoners zullen zeer betrokken zijn bij het beheer. 

    Voor een goed beheer zijn goede afspraken tussen de beheerder en de bewoners noodzakelijk. Onderdeel van de afspraken zijn in ieder geval:

    1. Over welk terrein gaat het
    2. Wat houdt het beheer in
    3. Wat mag er NIET worden gedaan
    4. Voor welke periode geldt de overeenkomst
    5. Wie is waarvoor aansprakelijk
    6. Hoe liggende verantwoordelijkheden bij calamiteiten
    7. Welke financiële afspraken gelden er
    8. Onder welke voorwaarden eindigt de overeenkomst

    Losse eindjes in zulke overeenkomsten, zijn een garantie voor gedoe op termijn.

    Ecologisch beheer is anders dan traditioneel beheer. Inmiddels is er al flink wat ervaring met ecologisch beheer. Die ervaringen staan in beheerplannen. Enkele voorbeelden van zulke plannen:

    Samenhang met ruimtelijke visie

    Ecologisch groenbeheer is mooi. Maar het is nog mooier als groene gebieden aan elkaar gekoppeld zijn. Groene linten in de stad. Dit vraagt om een lange termijn visie. Enkele voorbeelden van zo'n visie:

    Eetbare stad/stadslandbouw

    Op Europees niveau is het 'European Handbook on Community Supported Agriculture' (2011) verschenen. Een praktische handleiding voor iedereen die met een tuin wil beginnen staat in 'Hoe start ik een buurtmoestuin in Groningen?' (2013, Janneke Tops) en op de poster 'Stappenplan eetbare stad' (2013). De ondertitel van deze poster is overigens "dat smaakt naar meer!". Maar dat geheel terzijde.

    https://www.youtube.com/watch?v=XgiKAsMdBKk

    De stappen op de poster zijn:

    1. Je hebt een leuk idee. In je eigen tuin, dak of balkon kun je zo aan de slag. Wil je een geveltuin aanleggen of een groter project opstarten, zoals fruitbomen in je straat of een buurtmoestuin, neem dan contact op met de coördinator groenparticipatie van de gemeente, Laurens Stiekema. Je kunt zo direct checken of je idee op de gewenste plek uitvoerbaar is. Alleen in de stedelijke ecologische structuur is groenparticipatie lastig. Zijn je woning en de openbare grond daaromheen eigendom van de woningbouwcorporatie, informeer dan daar naar mogelijkheden.
    2. Breng je idee onder de aandacht bij een aantal buren. Middels een A4-tje of in persoonlijke gesprekken kun je het projectidee uitleggen en vragen om een buurtbijeenkomst.
    3. Op de buurtbijeenkomst bespreek je het idee met de buren. Maak hen enthousiast, maar neem ook eventuele bezwaren serieus. Pas samen het idee aan, zodat zo veel mogelijk mensen erachter gaan staan.
    4. Benoem een contactpersoon, die zich voor het slagen van het project in wil zetten en de contacten tussen bewoners en gemeente coördineert.
    5. Leg het idee voor aan de coördinator groenparticipatie bij de gemeente. Hij kan helpen om een plan concreet te maken en adviseren over de beplanting of doorverwijzen. Voor grote initiatieven kan de ontwerpfase ook opgenomen worden in de subsidieaanvraag, zodat daarvoor een externe adviseur ingeschakeld kan worden.
    6. Dien het project in bij gemeente of woningbouwcorporatie, samen met de lijst van bewoners die erachter staan.
    7. Als je goedkeuring voor je plannen hebt, maak een planning voor de aanleg en ga aan de slag. Spreek momenten af waarop het gezamenlijke onderhoud plaatsvindt. Voor het lenen van specialistisch gereedschap is eventueel hulp van de wijkpost mogelijk. Regel dit, voordat je begint met de uitvoering.
    8. Laat in overleg met de gemeente iedereen die mee wil werken aan het project een intentieverklaring of het projectvoorstel ondertekenen. Voor de gemeente of woningbouwcorporatie is het belangrijk dat de buren zich verplichten het stuk groen over langere tijd samen te onderhouden. Zodat het stuk ook wordt onderhouden als iemand verhuisd of ziek wordt.
    9. Vier je succes na de aanleg en houd regelmatig een gezamenlijk oogst- of buurtfeest!

    In Nederland is het 'stedennetwerk stadslandbouw' opgericht. Hier is veel informatie over stadslandbouw te vinden. Uiteraard staat er veel onafhankelijke informatie in het onderwerp stadslandbouw

    Wageningen UR heeft de brochure 'Stadslandbouw' (2011) gemaakt. De gemeente Rotterdam heeft haar ambities en beleid weergegeven in 'Stimuleren van stadslandbouw in en om Rotterdam' (2012).

    Meer rapporten over de achtergronden en kansen van stadslandbouw:

    Er is een green deal afgesloten voor stadslandbouw

    https://www.youtube.com/watch?v=0NyBGuSH5Is

    Dakakkers en daktuinen kunnen onderdeel zijn van stadslandbouw.

    https://www.youtube.com/watch?v=4k8v90s_l9Y

    En ook gebouwen zijn geschikt (of kunnen geschikt zijn) voor stadslandbouw. In Den Haag wordt dit gedaan.

    https://www.youtube.com/watch?v=vQ4A6YKhkNE

    Generatietuin

    Doel van de generatietuin is het groen letterlijk naar kinderen in de stad te brengen. Ongebruikte grond in de binnensteden kan worden ingezet voor deze tuinen om kinderen kennis te laten maken met de verschillende fasen en aspecten van het groeiproces. Stadskinderen komen zodoende op een leuke manier met groen en de natuur in aanraking. Spelen in het groen is niet alleen leuk, maar ook gezond. Het draagt er bijvoorbeeld aan bij dat kinderen minder snel te dik worden. Bijkomend effect is dat ze ook bewuster worden van wat ze eten. Ze weten waar het voedsel vandaan komt en hoeveel moeite het ze heeft gekost om het te laten groeien. De samenwerking tussen kinderen en ouderen in een generatietuin heeft als positief neveneffect dat het isolement waar steeds meer ouderen in verzorgingshuizen in terecht komen, wordt doorbroken. Ervaring en kennis wordt van de ouderen overgedragen op de kinderen. Kinderen en ouderen worden gestimuleerd om samen te werken.

    Over de generatietuin zijn diverse rapporten beschikbaar:

    https://www.youtube.com/watch?v=QXB7fzbhIiw

    Geveltuinen

    Een geveltuin is een smalle strook grond langs de gevel op de openbare weg. De geveltuin wordt door een bewoner beplant en onderhouden. De aanleg kan door de beheerder van de openbare ruimte worden verzorgd. De aanschaf van beplanting en het onderhoud van de geveltuin is voor rekening van de bewoner. Het volgende filmpje laat zien wat een geveltuin is.

    https://www.youtube.com/watch?v=JZd9d1IuIxo

    Een geveltuin mag worden aangelegd als:

    • Er toestemming is van de beheerder
    • De geveltuin past in het bestemmingsplan (meestal is dat overigens níet geregeld)
    • De geveltuin geen gevaar oplevert voor de gebruikers van het voetpad. Een minimale doorgang van 150 cm is een praktische grens
    • Er moet een afstand van tenminste 2 meter wordt vrijgehouden tot objecten zoals onder- en bovengrondse brandkranen, elektriciteits- en andere nutsvoorzieningen, fietsparkeervoorzieningen, lichtmasten, verkeersvoorzieningen, afvalvoorzieningen en ieder straatmeubilair
    • De geveltuin op een zodanige manier wordt beheerd, dat dit geen overlast (onkruid, geur, ongedierte, afval, ...) veroorzaakt.

    Voor een normale geveltuin zullen bovenstaande randvoorwaarden eigenlijk nooit een probleem zijn. Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam heeft het 'Geveltuinbeleid stadsdeel Oost en nadere regels voor het plaatsen van plantenbakken en gevelbanken' (Amsterdam, 2012) opgesteld. Stadsdeel West van Amsterdam hanteert de volgende 'spelregels':

    • Voor het aanleggen van een geveltuin wordt maximaal 45 centimeter aan stenen of tegels langs de gevel weggehaald (gemeten vanuit de gevel richting de straat) en als afbakening een opsluitband gebruikt (voorkomt vuil en verzakking).
    • Het voetpad heeft een minimale doorgang van 160 centimeter, met een vrije doorgang van minimaal 120 centimeter (niet gehinderd door lichtmasten, prullenbakken, etc.). De voetganger mag namelijk niet worden gehinderd. Schadeclaims worden verhaald op de veroorzaker.
    • Afzettingen zoals hekjes, paaltjes en andere verticale begrenzing zijn verboden.
    • Alleen een bewoner van de begane grond kan een geveltuin aanvragen. Indien er op de begane grond bergingen zijn, mag een bewoner van één hoog ook een geveltuin aanvragen, met toestemming van de bewoners van de rest van het trappenhuis. Indien de tuin voor een blinde gevel wordt aangelegd moet de blinde muur wel bij het pand van de aanvrager horen.
    • Wanneer de geveltuin wordt verwaarloosd (aanvrager is verantwoordelijk voor onderhoud) kan het stadsdeel de bewoner hier op aanspreken. Bij achterstallig onderhoud en meermalig aanspreken heeft het stadsdeel recht om de geveltuin te verwijderen (die kan op kosten van de bewoner).
    • Geveltuinen worden niet op kabels en leidingen aangelegd; maar wanneer nutsbedrijven in of naast geveltuin werkzaamheden uitvoeren is schade of benodigde aanpassingen aan de geveltuin niet verhaalbaar bij nutsbedrijf of stadsdeel.
    • Bij eventuele schade aan kabels en leidingen van huisaansluitingen is de bewoner met de geveltuin verantwoordelijk.
    • Als de bewoner met de geveltuin gaat verhuizen en de nieuwe bewoner wil geen geveltuin moet hierover een bericht worden gestuurd aan het stadsdeel. Ook als de huidige bewoner de geveltuin wil verwijderen moet hierover een bericht worden gestuurd. De geveltuin wordt dan verwijderd.

    De gemeente Roosendaal hanteert de 'Notitie geveltuinen' (2010).

    Guerilla gardening

    Guerilla gardening is eigenlijk niet in beleid te reguleren. Dat is immers het kenmerk van guerilla gardening. Guerilla gardening is, als het op kleine schaal is, eigenlijk zelden een probleem.  Verjaring (zie 'Wetgeving') zou een probleem kunnen worden. Overlast kan ook een probleem zijn aangezien het lastig is om één persoon aan te spreken of een organisatie (die er niet is). Het niet kunnen aanspreken van een persoon of organisatie is het essentiële verschil met 'braakliggende gronden'. 

    Bermbommen/zaadbommen

    De zaadbommen worden, zonder overleg met de beheerder, in bermen gegooid. Problemen ontstaan als er planten ontkiemen die op termijn voor een probleem zorgen. Bijvoorbeeld doordat ze snel groeien, schadelijk zijn of als ze toch niet passen in het beeld van de omgeving. Ook hier geldt dat het eigenlijk onmogelijk is om hier iemand voor op aan te spreken. 

    Landschapsbeheer

    Onder (agrarisch) natuur- en landschapsbeheer verstaat men alle maatregelen die landbouwers nemen op en rond hun bedrijf voor natuur en landschap. Agrarisch natuurbeheer houdt in dat agrarische productie samengaat met landschapsbeheer. De waarde voor de maatschappij is duidelijk: behoud van cultuurlandschappen. Voor de agrariër betekent dit inkomsten voor het in stand houden. De agrariër is dan beheerder. De deelname van agrariërs aan agrarisch natuurbeheer kent vaak een economisch motief. Maar veel agrariërs handelen ook uit interesse voor natuur. 

    Er zijn diverse vormen van natuurbeheer, waaronder soortenbeheer (weidevogelbescherming, uilenbescherming, et cetera), randenbeheer (slootkantbeheer, akkerrandenbeheer), perceelsbeheer en onderhoud en aanleg van landschapselementen (boemnrijen, hegge, houtwallen, geriefhoutbosjes, knotbomen, erfbeplanting, sloten en beken, poelen en ga zo maar door) de meest voorkomende zijn.

    De inkomsten voor de agrariër bestonden in het verleden uit subsidies. Die zijn steeds minder geworden. In 'Maatschappelijke baten van agrarisch natuurbeheer' (Alterra, 2012) is een verkenning gedaan naar de 'markt' voor agrarisch natuurbeheer. 

    Agrarisch natuurbeheer vraagt om samenwerking. Het in stand houden is door de agrariër zonder hulp, bijna niet te doen. Hier werken natuurorganisaties (en dus veel vrijwilligers) samen met de agrariërs. Denk maar aan wilgen knotten. Leuk, gezellig en gezond om buiten actief te zijn. 

    https://www.youtube.com/watch?v=UPJorwc0Bok

    Landschapsbeheer

    Landschapsbeheer biedt goede mogelijkheden voor het leggen van groene verbindingen. Landschapsbeheer kan uiteenlopen van wilgen knotten tot deelname aan werkgroepen. De Stichting Landschapsbeheer Nederland heeft dit als volgt gevisualiseerd:

    Vormen van participatie bij landschapsbeheer (Bron: Landschapsbeheer Gelderland)

    Door Landschapsbeheer Nederland is een aantal publicaties uitgebracht over beheer en participatie:

    In Nederland zijn veel provinciale en landelijke stichtingen die zich bezig houden met landschapsbeheer. Ze hebben veel ervaring met participatie en vrijwilligers. Ze kunnen niet zónder! 

    Door Landschapsbeheer Nederland zijn handleidingen gemaakt voor landschapsbeheer van de verschillende elementen van het landschap.

    In de 'Index' kunt u het overzicht vinden. De overige handleidingen en zakgidsen vindt u op Landschapsbeheer Nederland.

    Participatief beheer bewoners

    Participatie beheer door bewoners is de laatste jaren erg in opkomst. Daabij speelt mee dat participatie beheer kosten kan besparen voor de beheerder. Of het daadwerkelijk kosten bespaart is echter onderwerp van discussie. In 'Proefpark De Punt'  (Creatief Beheer, 2013) is hierover een beschouwing gegeven.

    Participatief beheer vraagt van de beheerder betrokkenheid bij het beheer. 'Over de schutting gooien' gaat niet werken. Ervaringen met participatie beheer (en met participatie) staan in 'Burgerparticipatie in projecten in de publieke ruimte' (GIDZ, 2012). Het afstudeeronderzoek 'Onderzoek naar het toepassen van participatie in het groenbeheer'  (Verweij/Warringa, 2013) geeft inzicht in de voor- en nadelen. In de samenvatting stellen ze: 

    De voordelen: de sociale cohesie versterkt, de kwaliteit van het openbaar groen verbetert en er zal meer draagvlak ontstaan. De nadelen: er is extra begeleding en inzet nodig vanuit CGM, de kosten zullen stijgen en de burgers dienen constant geïnformeerd te worden. 

    Bij participatief beheer is er sprake van samenwerking tussen de beheerder (veelal een overheid) en de bewoners. Samenwerking vraagt om vertrouwen, gelijkwaardigheid, openheid. De gemeente Nijmegen heeft in het document 'Meedoen in Nijmegen' (2012) de rollen en spelregels opgeschreven. De spelregels zijn:

    1. We maken voordat we beginnen heldere afspraken over het te volgen participatietraject. Deze afspraken leggen we vast in een startnotitie.
    2. We bepalen welk participatietraject wordt gevolgd en hoeveel speelruimte er mogelijk is. We organiseren geen participatieproces als er nauwelijks iets te beslissen valt.
    3. Participatie betekent voor ons ook: een open en attente houding, serieus luisteren naar wat participanten te zeggen hebben en met hen zoeken naar mogelijkheden.
    4. We praten en schrijven in begrijpelijke taal.
    5. We zorgen dat participanten kunnen beschikken over alle relevante informatie en bieden deze op verschillende manieren aan.
    6. Wanneer er tussentijds wijzigingen optreden, dan laten wij dat weten aan participanten.
    7. We nodigen participanten tijdig (tenminste 2 weken van tevoren) uit voor bewonersavonden of deelname aan participatietrajecten/ -vormen en organiseren deze bij voorkeur bij hen in de wijk. 

    Deze spelregels zijn toepasbaar voor eigenlijk alle vormen van groene verbindingen.

    De volgende documenten gaan over groenbeheer en participatie:

    Social return

    In het beheer van de openbare ruimte werken veel mensen met enige afstand tot de arbeidsmarkt. Dit wordt wel social return genoemd of 'social return on investment' (SROI). SROI is eind jaren ’90 ontwikkeld in de USA door REDF (Roberts Enterprise Development Fund). REDF is een Venture Philanthropy organisatie in San Francisco die zich richt op het creëren van werkgelegenheid voor speciale doelgroepen aan de onderkant van de samenleving.

    Doel van deze goede doelen organisatie was om iets te ontwikkelen om te kunnen bepalen of hun giften cq. investeringen in projecten en/of sociale ondernemingen daadwerkelijk rendement opleverden. Het idee van REDF achter SROI was simpel: als ik 1 euro investeer in een sociaal project hoeveel sociale euro’s levert dit dan op?

    Inmiddels heeft SROI voet aan de grond in Nederland. Social return kan onderdeel zijn van de EMVI-criteria bij aanbesteden. Met beheer van groen, kan zo een sociale verbinding worden gelegd. De Participatiewet verplicht gemeenten om beschutte werkplekken te creëren. De toepassing van SROI voor  non-profit organisaties is onderzocht door Jasper Janssen in 'Toepassing van de Social Return on Investment methode op kleine non-profit organisaties' (2012). GGZ Nederland heeft voor de implementatie van SROI het 'Stappenplan Social Return on Investment' opgesteld.

    SROI bij gemeenten in algemene zin is onderzocht door TNO in 'Inventarisatie Social Return bij Gemeenten' (2014). Het onderzoek betreft de rol van social return bij aanbesteden

    Voedselbank

    Een voedselbank kent iedereen wel. Een voedeselbank die zijn eigen groeten en fruit verbouwt is wel bijzonder. De voedselbank is daarmee een combinatie van eetbare stad/stadslandbouw en de reguliere voedselbank. De overkoepelende organisatie van voedselbanken is voedselbankennederland.nl.

    https://www.youtube.com/watch?v=hq7ilJHR1Rs

    https://www.youtube.com/watch?v=QLspP3JAykg

    Volkstuin

    Een volkstuin is een tuin waar groenten en fruit worden gekweekt maar die niet bij de eigen woning ligt. Volkstuinen liggen vaak bij elkaar: een volkstuincomplex. Een volkstuincomplex heeft als voordeel dat iedereen dezelfde hobby heeft. dat maakt het legen van contacten gemakkelijk. Even de hark van de buurman lenen en hoe doe jij dat met de sla-planten? Dat werk. 

    Een volkstuin kan gehuurd worden (of eigendom zijn van) door één persoon of gezin. Echter, ook volkstuinen die van een straat, buurt of wijk zijn, komen steeds meer voor. Daarmee wordt de volkstuin openbaar bezit en een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Hier ligt een parallel met participatief beheer. Organisatie, aanspreekpunten en duiding van verantwoordelijkheden worden dan belangrijk. Veel gemeenten hebben beleid voor volkstuinen. Enkele voorbeelden:

    De gemeente Heerhugowaard hanteert in haar 'Beleidsplan Volkstuinen' (2011) de volgende uitgangspunten voor de volkstuinen waarvan zij eigenaar is:

    • De buurtmoestuin is tijdelijk. De gebruiker heeft geen opzegtermijn, voor de gemeente geldt een opzegtermijn van maximaal zes maanden indien de grond wordt aangewezen voor herontwikkeling
    • Kosten voor onderhoud zijn voor de gebruiker
    • De gebruiker mag geen huur rekenen aan derden voor de grond. Een contributie voor een eventuele buurtmoestuinvereniging is wel toegestaan
    • De grond is openbaar toegankelijk. Een hekwerk is toegestaan, mits niet hoger dan 90 cm
    • Opstallen zijn niet toegestaan, behalve een pergola en een berghok voor materiaal;
    • Er wordt geen levende have gehouden op de buurtmoestuin;
    • De gebruiker heeft geen recht op compensatie of een alternatieve locatie indien de gemeente de overeenkomst opzegt, noch voor de grond, noch voor eventuele opstallen
    • De Groene Waard heeft een adviserende rol. Start het gesprek met de Groene Waard of buurtmoestuinverenigingen lid kunnen worden van de Groene Waard en zo mee kunnen profiteren van haar faciliteiten.

    Volkstuinen kunnen een bijdrage leveren aan gezonder leven. Ook zullen volkstuinen mensen stimuleren om in andere delen van de omgeving te komen. De betrokkenheid met andere gebieden wordt zo vergroot. Omdat volkstuinen vaak zonder bestrijdingsmiddelen worden bedreven, dragen ze bij aan de diversiteit van flora en fauna. Vogels, hazen, muizen, mollen en ook egels vinden het eveneeens gezellig 'op' de volkstuin.

    Andere redenen voor het 'hebben' van een volkstuin is duurzaamheid en de kwaliteit van het voedsel. In de volkstuin kan men het voedsel op een biologisch verantwoorde manier kweken.

    Beheer

    Groene verbindingen kunnen op allerlei manieren worden gelegd. Bewoners kunnen allerlei leuke, nuttige en soms minder nuttige ideeën bedenken. Een ideeënmakelaar kan helpen bij het structureren en aan elkaar koppelen van 'loslopende' ideeën. Dan kan veel meerwaarde bieden. Bijvoorbeeld de gemeente Zwolle werkt met een ideeënmakelaar. 

    In dit onderwerp hebben we de volgende groepen van mogelijkheden uitgewerkt:

    1. Bijenkasten
    2. Braakliggende gronden
    3. Ecologisch natuurbeheer
    4. Eetbare stad/stadslandbouw
    5. Guerilla gardening
    6. (Agrarisch) Landschapsbeheer
    7. Participatief beheer bewoners
    8. Social return
    9. Voedselbank
    10. Volkstuin

    Elk van deze groep mogelijkheden is hieronder beschreven, voor zover we over praktijkinformatie beschikken. Van praktijkvoorbeelden is een uitwerking gedaan in:

    • Waarom: wat is de reden dat het initiatief is gestart
    • Hoe: hoe werkt het, wie werken samen, wat is er voor nodig om het project te laten 'draaien'
    • Resultaat: wat is er tot nu toe bereikt. 

    Als er on-line informatie is van het betreffende project, dan zijn de links naar website, facebook, .... vermeld onder 'Resultaat'.

    Het onderstaande overzicht is verre van volledig. Dat streven we ook niet na. Het is bedoeld om een beeld te geven van de mogelijkheden. Veel meer voorbeelden van sociale projecten, en in veel bredere zin dan van groene verbindingen, zijn te vinden op de websites groendichterbij.nl en  maexchange.nl.

    Bijenkasten

    Bijenlint

    Waarom: Een bijenlint is een aaneenschakeling van initiatieven ter bevordering van de overlevingskansen van de bij. Wat in Zutphen begon als een mooi, lokaal initiatief, is opgepakt door de Bijenstichting en is nu een landelijk fenomeen. Dit landelijke Bijenlint wil iedereen de informatie, tips en ondersteuning bieden die nodig is om van Nederland weer een geschikte woonplaats voor bijen te maken. Daarbij kan iedereen, zowel bedrijven als particulieren, een belangrijke rol spelen. Iedere actie, ieder bijenhotel of bijvriendelijke tuin, kan op bijenlint worden weergegeven als een onderdeel van een lang lint aan mooie initiatieven. 

    Hoe: Bijenlint geeft op hun website een aantal mogelijkheden om mee te doen. 

    Resultaat: Het onderstaande filmpje laat zien hoe de bij mensen en natuur aan elkaar kan verbinden. Daarbij zijn er dwarsverbanden met ecologisch beheer, stadslandbouw en geveltuinen.

    https://www.youtube.com/watch?v=noOhMSzYCQ8

    It's from Rotterdam Honey

    Waarom: "Its from Rotterdam honey" is een initiatief van Balten Schalkwijk om het houden van bijen in de stad te promoten. Hij is op zoek naar plekken in Rotterdam waar imkers bijenkorven kunnen plaatsen en kunnen onderhouden. Dit is een stadsinitiatief waarmee de gemeente de participatie van de burgers van Rotterdam wil laten bijdragen om samen een beter leefmilieu te creëren.

    https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=yffq1kqsKYM

    Hoe: De organisatie spreekt eigenaren van panden aan om bijenkasten te plaatsen. Via de website en social media wordt gewerkt aan publiciteit. Men zorgt voor opleiding van imkers. Nodig is: Imkers opleiden, 2 tot 3 bijenkasten, informatie voorziening aan de buurt omtrent de bloemen diversiteit, een bijenstand om mensen op te leiden.

    Resultaat: de resultaten zijn dit moment nog niet bekend. Lees meer op de website van itsfromrotterdamhoney.nl. Alle informatie over bijen en imkeren kunt u vinden op de Imkerpedia.

    Braakliggende gronden

    Informatie over ontwerp en inrichting van braakliggende terreinen, is te vinden op doornroos.je en ook op tussentuin.nl.

    Dorpstuin De Meern

    Waarom: Het begon met één bewoonster van De Meern, die bedacht om een ‘Dorpstuin’ te maken als tijdelijke inrichting van een braakliggend terrein in het hart van De Meern. Er volgden reacties van zeker 200 bewoners en ondernemers. Een vijftiental bewoners heeft samen een plan bedacht waar veel ondernemers en organisaties uit De Meern hun plek en rol in kregen. 

    Hoe: Actief bewoonster Anne-Mette van Lieshout richtte een bewonerswerkgroep, Stichting Dorpstuin De Meern, op. In een aantal bijeenkomsten en workshops werd gewerkt aan een ontwerp dat nu is gerealiseerd. Veel onderdelen in de tuin zijn gerealiseerd dankzij de sponsors (vele lokale bedrijven) van de Dorpstuin. Zij staan vermeld op het sponsorbord in de tuin. In een tweede fase worden jongeren uitgenodigd om mee te werken aan plannen om aan het water een aantrekkelijke plek te creëren. De opening van de tuin betekent ook de start van een serie activiteiten voor en door bewoners die ook nog een actieve rol gaan spelen bij het beheer van de tuin.

    Resultaat: Het is een geliefde ontmoetingsplek geworden voor alle leeftijden en bovendien een goed voorbeeld van zelfbeheer van de groene openbare ruimte. De dorpstuin is te vinden op Facebook.

    Gezond de velden op in Groningen

    Waarom: In 2010 werd de derde fase van nieuwbouwproject ‘De Velden’ in Groningen opgeleverd. Nadat de volgende fases daarna niet voldoende van de grond kwamen, grond braak bleef liggen en duidelijk werd dat de grond ook de komende jaren nog niet zijn definitieve bestemming zou krijgen, begon bij bewoners aan de oneven kant van de Henk Cornelisstraat het idee te leven voor een gezamenlijke moestuin met de buurt.

    Men is in dezelfde periode in de huizen getrokken. En met opgroeiende kinderen in dezelfde leeftijdsgroep, is er veel contact met elkaar in deze straat. Men vindt het belangrijk om de mensen om hen heen, ook de andere mensen uit de buurt waar nu nauwelijks contact mee is, beter te leren kennen. Na een advertentie van de gemeente Groningen en het lezen van de flyer eetbare stad werden ze enthousiast!

    Hoe: In overleg met de gemeente Groningen is een plan gemaakt. De gemeente Groningen heeft een startsubsidie gegeven. Er wordt samengewerkt met woningstichting NIJestee. De woningstichting is eigenaar van de grond.

    Resultaat: het resultaat kan het beste bekeken worden op het volgende filmpje.

    https://www.youtube.com/watch?v=whsaA_OZqcw&list=UUjtNZpwwAaH72_cC6vNgv2Q

    Groene Helling in Heelsum

    Waarom: Het project Groene Helling’ in Heelsum is de herinrichting van grasland dat ligt tussen de Doornenkampseweg, buurtcentrum De Hucht, fietspad Schaapsdrift en de bebouwing aan de Jan Tooropstraat en Anton Markusstraat. Op de Groene Helling is zijn de hoogteverschillen van de stuwwal goed zichtbaar. 

    De Groene Long is de aanduiding voor een stuk braakliggend land midden in het dorp Heelsum. Het is een onaantrekkelijk hondenuitlaatveld dat er desolaat bij ligt. Vanuit een aantal omwonenden is het plan uitgewerkt om tot een inrichting te komen die het gebied voor diverse doelgroepen weer mooi en aantrekkelijk moet maken.

    Op een stuk braakliggend grond van 5.000 m2 tussen de dorpen Heelsum en Renkum wordt een dorpstuin gecreëerd. Deze dorpstuin zal bestaan uit een klein moestuin-complex voor omwonenden en de scholieren van een basisschool, een hondenuitlaatveld en een bloemenweide. Ook is er een kleine hoogstamboomgaard gepland. Dit betreft zowel aanleg van een parkachtig landschap, boomgaard en moestuintjes voor omwonenden, waarbij ook een moestuintje voor de ernaast gelegen basisschool. De opbrengst aan groete en fruit is voor de meewerkende vrijwilligers die aan het onderhoud bijdragen. 

    Het masterplan 'Groene Helling' Bron: Vijfdorpen.nl

    Hoe: De Groene Helling is een buurtinitiatief van omwonenden in samenwerking met Welzijnsorganisatie Solidez. Het initiatief is  gestart in 2013. Inmiddels is het moestuin-complex aangelegd op Burendag, september 2014. De planning is om het project binnen een jaar te realiseren. Eigenaar van de grond is de gemeente Renkum. De buurtbewoners krijgen de grond voor minimaal 5 jaar in beheer.

    Resultaat: De voortgang van de 'Groene Helling' is te volgen via Facebook

    Tuin aan de Maas in Rotterdam

    Waarom: De 'Tuin aan de Maas' is een plek midden in Rotterdam aan het grote water de Maas, nabij de Euromast aan de Müllerpier. Voor de gemeente Rotterdam is het een bouwterrein waar vrijwel geen beheer vanuit de gemeente voor is, omdat er plannen liggen tot het bouwen van woningen. Maar voorlopig nog even niet! Zolang de gemeente er geen bestemming voor heeft, heeft de Stichting Tuin aan de Maas de rechten gekregen de grond te bewerken en te onderhouden. Buurtbewoners zijn met dit bericht vanaf 2010 enthousiast en fanatiek aan de slag gegaan, om deze plek om te toveren in een heuse plek voor stadslandbouw, pluktuin en ontdekkingstuin voor jong en oud. Het filmpje geeft uitleg over het ontstaan van de tuin.

    https://www.youtube.com/watch?v=23LYtzGGUos

    Hoe: Er is een stichting opgericht voor het beheer van de tuin. Het werk wordt gedaan door vrijwilligers. De stichting heeft een goed contact met de beheerder van de gemeente.

    Resultaat: Het resultaat is een fraaie tuin die sociale binding geeft. Aangezien het een tijdelijk project was (en is), dreigt de tuin nu te verdwijnen door bouwplannen. Het filmpje laat het resultaat zien en vraagt aandacht voor de tuin.

    https://www.youtube.com/watch?v=h9TohgDSxYQ

    De tuin heeft een website: tuinaandemaas.nl.

    Monettuin Zaandam

    Waarom: Het idee voor de tuin is bedacht door Bas Husslage. Een Monettuin is een tuin waar kruiden worden gekweekt voor recepten die door de kunstenaar Monet zijn bedacht. Met een kleine groep vrijwilligers wordt de tuin onderhouden. De tuin ligt op een braakliggend terrein. 

    In de beginfase heeft de gemeente het terrein leeggemaakt. Tevens heeft men een startbudget gekregen van de gemeente. Het filmpje geeft inzicht in hoe het werkt en het resultaat.

    https://www.youtube.com/watch?v=4X0yWrLjaTs

    Hoe: Een kleine groep vrijwilligers zorgt voor de tuin. Door slim om te gaan met inzet van mensen, beperkte middelen en enkele subsidies lukt het om de tuin te laten bestaan. Helaas zijn er in augustus 2014 vernielingen geweest. Daardoor moest de tuin een tijdje sluiten voor herstel. 

    Resultaat: Het resultaat is een tuin die goed 'draait' qua beheer. Tevens is bereikt dat de tuin een rustpunt in de buurt is. En soms een middelpunt voor feestelijke bijeenkomsten.

    https://www.youtube.com/watch?v=CHNBhsUk7CY

    De Monettuin is te vinden op Facebook.

    De For-tuin aan de Fortuinlaan in Krommenie

    Waarom: Op initiatief van wijkmanager Erik van Druenen is een ontmoetingstuin aagelegd op een braakliggend terrein aan de Fortuinlaan in Krommenie. Voor het terrein, waar vroeger de Engel van der Stadt school stond, zijn geen bouwplannen. Het is ook niet de verwachting dat er de komende jaren gebouwd zal worden.

    Naast omwonenden had Van Druenen ook vrijwilligers van De Groote Weiver uitgenodigd om hun verhaal te doen. Zij waren druk met het promoten van Transition Town Zaanstreek. Dat betreft initiatieven die gaan over  natuur en duurzaamheid. Dat past goed in het beeld dat de buurtbewoners voor ogen hebben.

    In de eerste schets is er naast een moestuin, aangelegd door de buurt, ruimte voor een kikkerpoel, een bijenkast c.q. insectenhotel en veel bloemen. Er is ook ruimte voor educatie en activiteiten voor bewoners, zoals een buurtbarbecue.

    Hoe: De For-tuin is nu gerealiseerd. Door buurtbewoners, gesteund door de wijkmanager, wordt de tuin onderhouden. Zowel ouderen als jongeren vinden hun weg naar de tuin.

    https://www.youtube.com/watch?v=U52QtG3-aLo

    Resultaat: Het resultaat is dat een braakliggend terrein weg is en nu een plek (in de zin van placemaking) is ontstaan in de wijk.

    De For-tuin. Bron: For-tuin op Facebook

    Ecologisch groenbeheer

    Bij ecologisch groenbeheer draait het om flora en fauna, de inheemse soorten. Het beheer heeft tot doel om de biodiversiteit zo groot mogelijk te maken.  Tevens wordt er naar gestreefd dat natuurlijke processen de ontwikkeling sturen. Spontane ontwikkeling hoort hier bij. 

    Ecologisch groenbeheer kan in landelijke gebieden, uiteraard. Maar ook in de stad. Dit laat het artikel 'Ecologisch groenbeheer De natuur de stad in trekken' (2014) van Geert Timmermans zien.

    Ecologisch groenbeheer is de laatste jaren in opkomst. De reden is dat ecologisch groenbeheer ook goedkoper kan zijn, dan traditioneel beheer. Bermen en groenstroken worden dan extensiever beheer. Dat scheelt in de kosten. Andere soorten komen dan tot ontwikkeling. Dat kan een ecologisch voordeel zijn.

    Het filmpje laat zien dat ecologisch groenbeheer kan bijdragen aan biodiversiteit. De beheerder kan daar voor zorgen, maar bewoners kunnen dit net zo goed. Bewoners zullen zeer betrokken zijn bij het beheer. 

    https://www.youtube.com/watch?v=Km_aeJB2x-0

    Voor een goed beheer zijn goede afspraken tussen de beheerder en de bewoners noodzakelijk. Onderdeel van de afspraken zijn in ieder geval:

    1. Over welk terrein gaat het
    2. Wat houdt het beheer in
    3. Wat mag er NIET worden gedaan
    4. Voor welke periode geldt de overeenkomst
    5. Wie is waarvoor aansprakelijk
    6. Hoe liggende verantwoordelijkheden bij calamiteiten
    7. Welke financiële afspraken gelden er
    8. Onder welke voorwaarden eindigt de overeenkomst

    Losse eindjes in zulke overeenkomsten, zijn een garantie voor gedoe op termijn.

    Ecologisch beheer is anders dan traditioneel beheer. Inmiddels is er al flink wat ervaring met ecologisch beheer. Die ervaringen staan in beheerplannen. Enkele voorbeelden van zulke plannen:

    Samenhang met ruimtelijke visie

    Ecologisch groenbeheer is mooi. Maar het is nog mooier als groene gebieden aan elkaar gekoppeld zijn. Groene linten in de stad. Dit vraagt om een lange termijn visie. Enkele voorbeelden van zo'n visie:

    Eetbare stad/stadslandbouw

    Stadslandbouw is uitgewerkt als apart onderwerp. Een 'eetbare stad' betekent in de stad groente en fruit kweken. Stadslandbouw dus. Voor eigen behoefte of voor je buurt of met elkaar. Landelijk is er de website EetbaarNederland.nl. Hier kan men onder andere voorbeelden vinden van een beheerovereenkomst en van een intentieverklaring. Op deze website is ook het 'Draaiboek Buurtmoestuinen' (2011) van Lise Alix te vinden. Over de sociale waarde en de bijdrage aan integratie van samen tuinieren schreef Lise Alix het rapport 'Zo tuinieren zíj dus' (2011).

    https://www.youtube.com/watch?v=0NyBGuSH5Is

    Op Europees niveau is het 'European Handbook on Community Supported Agriculture' (2011) verschenen. Een praktische handleiding voor iedereen die met een tuin wil beginnen staat in 'Hoe start ik een buurtmoestuin in Groningen?' (2013, Janneke Tops) en op de poster 'Stappenplan eetbare stad' (2013). De ondertitel van deze poster is overigens "dat smaakt naar meer!". De stappen zijn:

    1. Je hebt een leuk idee. In je eigen tuin, dak of balkon kun je zo aan de slag. Wil je een geveltuin aanleggen of een groter project opstarten, zoals fruitbomen in je straat of een buurtmoestuin, neem dan contact op met de coördinator groenparticipatie van de gemeente, Laurens Stiekema. Je kunt zo direct checken of je idee op de gewenste plek uitvoerbaar is. Alleen in de stedelijke ecologische structuur is groenparticipatie lastig. Zijn je woning en de openbare grond daaromheen eigendom van de woningbouwcorporatie, informeer dan daar naar mogelijkheden.
    2. Breng je idee onder de aandacht bij een aantal buren. Middels een A4-tje of in persoonlijke gesprekken kun je het projectidee uitleggen en vragen om een buurtbijeenkomst.
    3. Op de buurtbijeenkomst bespreek je het idee met de buren. Maak hen enthousiast, maar neem ook eventuele bezwaren serieus. Pas samen het idee aan, zodat zo veel mogelijk mensen erachter gaan staan.
    4. Benoem een contactpersoon, die zich voor het slagen van het project in wil zetten en de contacten tussen bewoners en gemeente coördineert.
    5. Leg het idee voor aan de coördinator groenparticipatie bij de gemeente. Hij kan helpen om een plan concreet te maken en adviseren over de beplanting of doorverwijzen. Voor grote initiatieven kan de ontwerpfase ook opgenomen worden in de subsidieaanvraag, zodat daarvoor een externe adviseur ingeschakeld kan worden.
    6. Dien het project in bij gemeente of woningbouwcorporatie, samen met de lijst van bewoners die erachter staan.
    7. Als je goedkeuring voor je plannen hebt, maak een planning voor de aanleg en ga aan de slag. Spreek momenten af waarop het gezamenlijke onderhoud plaatsvindt. Voor het lenen van specialistisch gereedschap is eventueel hulp van de wijkpost mogelijk. Regel dit, voordat je begint met de uitvoering.
    8. Laat in overleg met de gemeente iedereen die mee wil werken aan het project een intentieverklaring of het projectvoorstel ondertekenen. Voor de gemeente of woningbouwcorporatie is het belangrijk dat de buren zich verplichten het stuk groen over langere tijd samen te onderhouden. Zodat het stuk ook wordt onderhouden als iemand verhuisd of ziek wordt.
    9. Vier je succes na de aanleg en houd regelmatig een gezamenlijk oogst- of buurtfeest!

    De 'eetbare stad' heeft veel parallellen met braakliggende grond gebruiken voor een tuin. Ook hier staat participatie weer centraal, samen met duurzaamheid

    Ron Finley heeft ooit gezegd: "Growing your own food is like printing your own money".

    Eetbaar Lelystad

    Waarom: Eetbaar Lelystad is een initiatief van enkele Lelystedelingen. met dit initiatief wil men gezonder leven en eten combineren met goedkoper voedsel maken door het zelf te gaan kweken. Eetbaar Lelystad wil mensen activeren mee te denken, of nog beter, mee te werken aan een ‘eetbare stad’, toegankelijk voor iedereen.

    Eetbaar Lelystad werkt nauw samen met Stichting 't LaPP.

    Hoe: De kern van Eetbaar Lelystad is een aantal enthousiaste en betrokken Lelystedelingen. Zij stoppen veel tijd en energie in dit project. 

    Resultaat: het resultaat is een groep mensen die enthousiast bezig is. Er is een moestuin gerealiseerd, er wordt kennis gedeeld en men heeft een website gemaakt: Eetbaar Lelystad.

    Eat my house Amsterdam

    Waarom: 'Eat my house' was een ontwerp-wedstrijd in 2010 geïnitieerd door de gemeente Amsterdam. Het doel was om een woning te ontwikkelen die autark is, maar ook onderdeel van een gemeenschap kan zijn. De ontwerp-wedstrijd heeft 70 inzendingen opgeleverd. De wedstrijd heette 'Eat my house' omdat het huis geschikt moet zijn om de bewoners te helpen in hun levensvoorziening, alsmede volledig recyclebaar moet zijn conform cradle to cradle. 

    Hoe: De ontwerp-wedstrijd is uitgeschreven door de gemeente Amsterdam. Hierop kon worden ingeschreven. Van die mogelijkheid hebben 70 zeer diverse teams gebruik gemaakt.

    Resultaat: De ontwerpen zijn beschreven in het eindrapport 'Ontwerpwedstrijd duurzaam drijvend wonen' (2010). De inzendingen geven een verrassende kijk op duurzaam en op hergebruik en autarkie. Voor de zelfvoorzienendheid kunnen de ideeën soms gebruikt worden voor de eetbare stad.

    Impressie van één van de inzendingen van Eat my house (Uit het Eindrapport)

    Stichting Eetbaar park Den Haag

    (drie tuinen: Eetbaar Park I Zuiderpark (op het terrein van stadsboerderij Zuiderpark), Eetbaar Park II Nut & Genoegen en Proeftuin Madestein)

    Waarom: De Stichting Eetbaar Park creëert plekken waar mensen concrete en praktische voorbeelden krijgen van een duurzame samenleving waarin de mens wordt gezien als onderdeel van de natuur. Hierbij is kringloop- en systeemdenken een belangrijk middel en is het creëren van een plezierige en veerkrachtige lokale gemeenschap waarin je dit alles samen doet een belangrijk doel. Ook is Eetbaar Park een proeftuin om kennis over methoden en technieken binnen de kernthema’s te verbreden en verdiepen. Deelnemers aan de activiteiten leren van elkaar en van experts. De nieuwe kennis vindt haar weg naar workshops, advies en informatie voor het brede publiek. 

    Hoe: De stichting heeft drie tuinen gecreëerd. Ze liggen alledrie in Den Haag. Tevens heeft men de beschikking over een paviljoen. Bij de parken staan de overkoepelende principes van voedselkwaliteit, voedselzekerheid en voedselautonomie centraal. Op deze manier wil Eetbaar Park mensen inspireren met kleine stappen de grootse transitie naar een duurzame samenleving in gang te zetten.

    • Eetbaar Park I Zuiderpark [Plattegrond Ontwerp EP1 II]: In het kader van het Foodprint-programma van Stroom Den Haag is in 2010 in het Zuiderpark op het terrein van NME Den Haag een permacultuurtuin aangelegd en is er een natuurlijk paviljoen geplaatst. De kunstenaar achter dit project is de Brit Nils Norman die in opdracht van Stroom de relatie tussen de stedeling en zijn voedsel onderzoekt.
    • Eetbaar Park II Nut & Genoegen [Plattegrond ontwerp EP1 I]: Eetbaar Park II ligt op het terrein van volkstuindersvereniging Nut & Genoegen.Deze permacultuurtuin is ook in 2010 aangelegd en bestrijkt zo’n 1100 m2.
    • Proeftuin Madestein: Dit is de oudste permacultuur-tuin in Den Haag. Hij is aangelegd door studenten van de jaaropleiding permacultuur van Gezonde Gronden & Permacultuurschool Nederland in 2009. De bedoeling van deze tuin was om aan de hand van praktische voorbeelden te laten zien hoe permacultuur kan worden toegepast. Bij Proeftuin Madestein wordt momenteel Pluk! Den Haag gerealiseerd met o.a. een permacultuurproductietuin.

    Resultaat: Het resultaat, dat zijn drie parken en een stichting. De stichting zorgt voor de continuïteit. Via de website van de Stichting Eetbaar Park wordt informatie gedeeld.

    Wollefoppen Groen & Co

    Waarom: Begin 2005 werden de bewoners van Zevenkamp opgeschrikt door een krantenartikel wat melding maakte van het feit dat de deelgemeente plannen tot bebouwing van delen van het Wollefoppenpark in Rotterdam Zevenkamp onderzocht om, mede op deze manier, geld te genereren voor groot onderhoud van het park.Binnen vier dagen spraken 766 gealarmeerde bewoners zich middels een handtekening uit tegen bebouwing. 
    In 2005 heeft ds+V Rotterdam de mogelijkheden om het Wollefoppenpark op de knappen d.m.v. : beperkte- , gedeeltelijke- of intensieve bebouwing onderzocht. Hieruit is gebleken dat bebouwing niet wenselijk is voor het park en tevens dat dit gezien de hiervoor noodzakelijke, ingrijpende wijzigingen in de infrastructuur niet rendabel is. De deelgemeenteraad heeft aan de hand van dit onderzoek op 3 januari 2006 een unaniem raadsbesluit genomen om niet te bouwen in het Wollefoppenpark en te zoeken naar externe gelden om het park op te knappen.

    Wollefoppengroen & co is een initiatief van betrokken buurtbewoners van de wijk Zevenkamp in Rotterdam. Samen met bewoners hebben we een Eetbaar Park gemaakt op een voormalig manifestatie terrein. Onze doelstelling is om mensen uit de wijk elkaar te laten ontmoeten in de buitenruimte.
    Ook zetten wij ons in voor het opknappen van het Wollefoppenpark en omgeving, met behoud van de bestaande groene waarden.
    Het Wollefoppenpark is belangrijk, want het verbindt de wijk Zevenkamp en haar bewoners met de Zevenhuizerplas en (via het Nessebos) met het Rottermerengebied.
    Openbaar groen is het cement van de wijk en ons doel is om alle bewoners van de wijk Zevenkamp verschillende mogelijkheden te bieden elkaar te ontmoeten in de buitenruimte.

    Overzicht van het park. Bron: Wollefoppengroen.nl

    Hoe: Wollefoppengroen & co is een initiatief van betrokken bewoners rond het wollefoppenpark. Wij zetten ons in voor het opknappen van het Wollefoppenpark en omgeving met behoud van de bestaande groene waarden. De doelstellingen van initiatiefgroep Wollefoppengroen & co zijn:

    1. Wollefoppenpark e.o. behouden als stilte-/ donkergebied
    2. Behouden verbondenheid ecologische gebieden
    3. Behoud scheiding extensieve en intensieve recreatie
    4. Behoud van natuurlijke oevers (incl. deel Oeverpark) t.b.v. extensieve recreatie
    5. Opknappen en inlopen van achterstallig onderhoud van het Wollefoppenpark

    In de initiatiefgroep Wollefoppengroep & co participeren betrokken bewoners en de Stichting Orion. De stichting Orion verzorgt dagopvang voor verstandelijk gehandicapten. De tuingroep van Orion voert in samenspraak met gemeentewerken al onderhoudswerkzaamheden uit in het Wollefoppenpark.

    Resultaat: Het resultaat is een tuin annex park. De bewoners zorgen voor het grootste deel van het beheer. Dat draagt bij aan een goede sociale structuur in de wijk. Er is een website: Wollefoppengroen.nl.

    Geveltuinen

    Geveltuinen zijn tuintjes die aan de gevel van een huis grenzen. Uiteraard worden ook in België geveltuinen aangelegd.

    https://www.youtube.com/watch?v=3QUPI3xpACM

    Geveltuinen zijn serious business geworden. Er zijn zelfs wedstrijden voor. 

    https://www.youtube.com/watch?v=qWCDT_CNRpE

    De voorwaarden voor geveltuinen kunnen in de LIOR (ook wel HIOR genoemd) worden vastgelegd. Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam heeft het volgende opgenomen in het 'Handboek inrichting openbare ruimte deel 2 : voorwaarden' (2012):

    • De strook grond is maximaal 60 cm diep ten opzichte van de gevel, afhankelijk van de overblijvende loopruimte, en heeft een lengte van maximaal de perceelsbreedte bij woningen
    • Na aanleg van de geveltuin of het plaatsen van bloempotten of meubilair moet een vrije doorgang van minimaal 1,50 meter overblijven op het trottoir. In winkelgebieden en -straten zijn geveltuinen niet toegestaan
    • Het stadsdeel verzorgt de aanleg met materialen passend bij de omgeving en de aarde. De aanvrager zorgt zelf voor beplanting
    • De in bruikleen gegeven strook grond blijft eigendom van het stadsdeel
    • Als de geveltuin weer wordt verwijderd, dan moet de bewoner dit aanvragen bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte
    • Wanneer nutsbedrijven in of naast de geveltuin werkzaamheden uitvoeren, is eventuele schade niet verhaalbaar bij het nutsbedrijf en/of Stadsdeel Oost
    • Voor eventuele schade aan kabels en leidingen van huisaansluitingen na op levering van de geveltuin is de aanvrager verantwoordelijk
    • De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het onderhoud binnen de grenzen van de geveltuin en het overleg met de verhuurder als sprake is van een huurwoning. 
    • Aanleg vindt plaats nadat de eigen bijdrage aan het Stadsdeel is overgemaakt.
    • De geveltuin moet daadwerkelijk als geveltuin worden gebruikt, met beplanting en met een voldoende mate van onderhoud
    • De gebuikte planten in een geveltuin mogen geen hinder voor gebruikers van het trottoir opleveren, ze dienen dan ook binnen de maten van de geveltuin te blijven. 

    Stichting TielCentrumXL: geveltuintjes in Tiel centrum

    Waarom: In de gemeente Tiel worden geveltuintjes aangelegd door bewoners en ondernemers. De informatie is te vinden op Tielcentrumxl.nl. Het doel is om het centrum van Tiel te verfraaien. 

    Hoe: Het initiatief ‘TIELCENTRUMXL’ nodigt daarvoor bewoners uit de Ambtmanstraat, Damstraat, Sint Walburgstraat, Westluidense straat, Vleesstraat en van het Hoogeinde van harte uit om mee te denken over de aanleg van geveltuintjes in hun woonomgeving. De afgelopen twee jaar zijn er al tientallen tuintjes aangelegd in de Gasthuisstraat. Het effect van deze ‘vergroening’ wordt met ieder jaar dat de bomen, planten en struiken groter worden, zichtbaarder. 
    Dankzij een prijs van de Stichting GroenDichterbij betaalt de Stichting Tielcentrumxl.nl de helft van de kosten van ieder nieuw tuintje. Een klein tuintje kost een bewoner zo’n 15 tot 20 euro.

    Resultaat: Het resultaat is een groener Tiel, betere samenwerking tussen bewoners en bedrijven en sociale contacten tijdens het samen aanleggen en onderhouden van de tuintjes.

    Voorstad Deventer-Oost

    Waarom: Gewoon particulier initiatief om de buurt mooier te maken. Het initiatief is door de gemeente omarmd en wordt financieel ondersteund. Het filmpje vertelt de historie.

    https://www.youtube.com/watch?v=UPJorwc0Bok

    En dit initiatief leidde tot een leuke instructiefilm.

    https://www.youtube.com/watch?v=t4UD9yihi1w

    Hoe: De gemeente Deventer ondersteunt mensen die een geveltuin willen aanleggen met geld. Voor de aanleg van geveltuinen heeft de gemeente een aanvraagformulier gemaakt. Dat aanvraagformulier bevat ook de voorwaarden waaraan men moet voldoen. 

    Resultaat: Het resultaat is dat er nu al meer dan 160 geveltuinen zijn gerealiseerd.

    Guerilla gardening

    Guerilla gardening is tuinieren op plekken die naar niet voor bedoeld zijn, maar mogelijk wel geschikt. Het filmpje laat de essentie zien.

    https://www.youtube.com/watch?v=a4JiS7eWylA

    De VPRO heeft een korte uitzending over guerilla gardening gemaakt in Tegenlicht

    Het fenomeen Guerrilla Gardening is in de jaren '80 ontstaan. Buurtbewoners gebruiken rommelige plekken om beplanting zonder toestemming van de eigenaar neer te zetten. Zo zijn er in de VS vuilnishopen begroeid met tomatenplantjes. Sommigen laten zelfs uit ongebruikte brievenbussen nieuwe natuur ontstaan. In Engeland is de bekendste guerrilla gardener Richard Reynolds. Zijn website www.guerrillagardening.org geeft achtergrondinformatie en voorbeelden van guerilla gardening wereldwijd. Een mooi voorbeeld in het volgende filmpje:

    https://www.youtube.com/watch?v=d3F1nOI79tQ&list=UU5wRUNu6LqGrIqi4VfRTKkg

    Guerilla gardening heeft veel parallellen met braakliggend terrein gebruiken voor groen en groente. Het verschil is dat guerilla gardening geen toestemming vraagt aan de eigenaar. Veelal ligt het terrein al lang braak en zijn er geen plannen of perspectieven voor het betreffende terrein. 

    Bermbommen/zaadbommen

    Dit zijn gelukkig geen echte bommen. Het zijn bollen met de grootte van een bitterbal of gehaktbal van grond, met zaadjes van bloemen. De bommen worden in een berm 'gestrooid', vandaar de wat twijfelachtige naam. Vervolgens moeten de zaadjes uitkomen en de berm opvrolijken. Zo maak je een zaadbom:

    https://www.youtube.com/watch?v=97eQ1MVR3bc

    (Agrarisch) Landschapsbeheer

    (Agrarisch) Landschapsbeheer ofwel natuurbeheer is misschien wel de meest bekende 'groene verbinding'. Wilgen knotten is een activiteit die iedereen wel eens heeft gezien of gedaan. De eigenaar van het betreffende terrein, kent vaak precies de juiste werkmethode. Vrijwilligers voeren de werkzaamheden uit. Daarbij moet men letten op:

    • Goede instructie zodat veilig gewerkt kan worden
    • Goede werktuigen
    • Verzekering voor het geval er toch iets mis gaat
    • Sterke koffie en de bijbehorende koeken.

    https://www.youtube.com/watch?v=awcqxLyx2s8

    Voor de afvoer van materialen moeten de gebruikelijke wegen worden verzorgd. Kleine hoeveelheden kunnen naar de gemeentelijke milieustraat. Voor grote hoeveelheden afval zullen met erkende afvalverwerkers afspraken gemaakt worden. Het afval zal normaal gesproken bestaat uit takken en composteerbare materialen. Ook kan er grond vrijkomen bij eventueel grondverzet. Bij het opruimen van zwerfafval, moet het verzamelde zwerfafval ook afgevoerd worden. Als er asbest wordt gevonden vraagt dit om speciale aandacht. Zie daartoe ook asbest.

    In elke provincie zijn er stichtingen die zich met het beheer van het landschap bezighouden. Deze stichtingen werken samen met gemeenten, waterschappen, provincies en agrariërs. Een overzicht van deze stichtingen is te vinden op landschapsbeheernederland.nl.

    Participatief beheer bewoners

     

    Buurcoöperatie Mathenesserdijk

    Waarom: In Rotterdam hebben bewoners de stichting 'Buurcoöperatie Mathenesserdijk'  opgericht. Nu de gevolgen van een terugtredende overheid steeds zichtbaarder worden, nemen de bewoners op de dijk steeds meer zelf het initiatief voor nieuwe projecten: onderhoud van het groen op de dijk, herinrichting van de straat, adviezen aan klussers, kunstprojecten, zorg voor de buren, enz. De projecten lopen uiteen van een activiteit van één dag, waarbij slechts enkele bewoners betrokken zijn, tot meerjarige projecten waarin burgers en instanties met elkaar samenwerken. De bekostiging van dergelijke initiatieven is steeds meer een mix van subsidies, sponsoring, eigen bijdragen en inkomsten. 

    Hoe: Er is gekozen voor het oprichten van een stichting om de projecten gemakkelijker mogelijk te maken. Het doel van de stichting is: “Het in figuurlijke zin onderdak bieden aan activiteiten en initiatieven van burgers op en in de omgeving van de Mathenesserdijk die bijdragen aan het versterken van de buurcooperatie in de ruimste zin.” 

    De coöperatie werkt aan de hand van een beleidsplan/jaarverslag. Een voorbeeld is het 'Beleidsplan 2014/Jaarverslag 2013' (2014) van de stichting. Dit plan geeft inzicht in de uitgevoerde activiteiten, jaarrekening over 2013 en de begroting voor 2014. 

    Resultaat: het resultaat is een stichting die activiteiten organiseert en coördineert. Doordat er een rechtspersoon is, de stichting, is dit voor de gemeente en ook andere partners, makkelijker om mee te werken. De stichting geeft nieuwsbrieven uit en heeft een website. Ook denkt de stichting mee bij gebiedsontwikkeling.

    De kas van Mathenesserdijk. Bron: www.mathenesserdijk.info

    Eén van de gerealiseerde projecten is 'Groen + Kleur'. In 2013 is op het binnenterrein van de Schans een kleine kas gerealiseerd staat voor het kweken van bloemen en planten. Het hele jaar waren er activiteiten die te maken hebben met tuinieren: zaaien, bollen planten, bloemschikken, zaden verzamelen, plantjes uitdelen aan omwonenden, een bloemetje voor de buurvrouw, enzovoort. 

    Meer informatie is te vinden op de website: www.mathenesserdijk.info.

    Voedselbos Sualmana

    Waarom: In Swalmen ligt het misschien wel oudste voedselbos van Nederland. Al in 1995 startte eigenaresse Margit Wedig, op basis van de foodforest principes ontwikkeld door de Brit Robert Hart, met de aanleg van voedselbos Sualmana. Met hulp van vrijwilligers uit de hele wereld slaagde zij erin een voormalig aspergeveld van bijna een halve hectare om te vormen tot een speciale rustige natuur- en belevingsplek, georiënteerd op het verbouwen van natuurlijk voedsel.

    Hoe: Zij deed dat met veel mulchen om het de beplanting naar de zin te maken (voeding en vochthuishouding). In een voedselbos, meestal ontworpen volgens de permacultuur principes (zie: permacultuurnederland.org), ondersteunen planten en andere elementen elkaar voor een zo optimaal mogelijke groei en leefklimaat. Hierbij geven de permacultuur principes handvaten bij het ontwerp op het gebied van klimaat, microklimaat, water, bodem, energie, biodiversiteit en kringlopen. 

    Nadat door omstandigheden er een aantal jaren geen onderhoud was uitgevoerd in Sualmana, is Margit in 2013 begonnen met het opschonen van woekerende acacia’s. Hierbij kreeg ze hulp van onder meer mensen van stichting UIT voor AUT uit Roermond. Ook de komende jaren zal er nog het nodige onderhoud plaats moeten vinden voordat Sualmana in volle glorie vrucht kan dragen.

    Resultaat: Sualmana heeft bereikt dat er een plek is omgetoverd van een aspergeveld in een plek om te ontspannen en te ontmoeten. 

    Door Sualmana worden diverse activiteiten georganiseerd zoals bostuin cursus, doet mee aan NLdoet, verzorgt een cursus maaien met de zeis, workshop met speciale aandacht voor nutriënten in de bodem en de humuslaag. Iedere 3e zaterdag van de maand wordt met een aantal vrijwilligers in het voedselbos gewerkt. Iedereen kan daarbij zijn en is welkom. Aanmelden kan via de mail (sualmana@gmail.com). Nadere informatie over Sualmana is te vinden op facebook.

    De resultaten van 2014 zijn te vinden via vimeo.com/116012203.

    De wijk Lanxmeer in Culemborg

    Waarom: Het filmpje laat het waarom van Lanxmeer goed zien.

    https://www.youtube.com/watch?v=7kDE8VGZbr8

    EVA-Lanxmeer heeft een groep bewoners aangetrokken die het waarderen om de geboden ruimte te benutten om zelf te ontwikkelen en te beheren. Duurzame stedenbouw is het uitgangspunt.

    EVA-Lanxmeer telt inmiddels 300 huishoudens die bijvoorbeeld samenwerken in de gezamenlijke tuin van hun hof, in het beheer van het openbaar groen, in het delen van auto’s,  in de opwekking van duurzame energie en in de ontwikkeling van stadsboerderij Caetshage. EVA-Lanxmeer trekt ook elk jaar enkele duizenden bezoekers, die EVA-Lanxmeer inspirerend vinden als voorbeeld voor plannen die ze in hun eigen gemeente willen realiseren. 

    Hoe: Vanaf de start van de wijk, was duidelijk dat duurzame stedebouw het uitgangspunt is. Voor het beheer van de openbare ruimte werken de bewoners en de gemeente nauw samen. Stedelijke, natuurlijke en agrarische functies zijn zoveel mogelijk gecombineerd. Grenzen zoals schuttingen ontbreken waardoor er een natuurlijke band is met het hele gebied. 

    De stadsboerderij zorgt voor (een deel van) het voedsel. Er is een stichting opgericht, stichting Terra Bella, van bewoners die zorgt voor het onderhoud van de wijk. Jaarlijks wordt contractueel vastgelegd hoe het onderhoud plaats zal vinden. ​Herbij staat niet afrekenen centraal, maar stimuleren met duidelijke voorwaarden. 

    Resultaat: Het resultaat is een wijk waar beheer, leven en duurzaamheid hand in hand gaan. De organisatie is geïnstitutionaliseerd door de oprichting van een stichting voor het beheer en onderhoud. Daarmee is er voor bewoners een aanspreekpunt, net als voor de gemeente.

    Meer informatie is te vinden op eva-lanxmeer.nl

    Ruimtelijke inrichting

     

    Groene hart Veeningen

    Waarom: Veeningen is een dorpje met 600 inwoners in Drenthe. In Veeningen is er de unieke situatie dat de school, het dorpshuis, de speeltuin en de sportvelden dicht bij elkaar liggen in het centrum. In het oosten en het zuiden wordt het begrensd door het 'Veeninger bos'. Een onderdeel van het versterken van het centrum is het meer betrekken van het Veeninger bos bij het centrum en het centrum groener te maken. Hierdoor komt het groen letterlijk dichterbij. Dit onderdeel wordt toegevoegd aan het plan om de sociale infrastructuur en de sportinfrastructuur te vergroten.

    Hoe: Voor Veeningen is een plan gemaakt door de bewoners. In dit plan worden de verbindingen gelegd tussen de kern en de groene omgeving. Door de gekozen onderdelen van het project, wordt de sociale structuur verder versterkt. 

    Resultaat: De resultaten van het project zijn goed te zien in het volgende filmpje:

    https://www.youtube.com/watch?v=N_U4HnquuAk

    Actuele informatie over Veeningen is te vinden op facebook

    Badpark Schiedam

    Waarom: Het Sportfondsenbad van Schiedam West is gesloopt. De vrijgekomen ruimte kan dan prima voor een park worden gebruikt: het Badpark. Een binnentuin op het terrein dat wordt omsloten door de Juliana- Bosboom- en Burgemeester Knappertlaan. Een stadstuin voor een multiculturele wijk! 

    Het zwembad was hier stond, was in onbruik en verval geraakt. De parel was een rotte plek geworden. Door bewoners is de bouwval zo goed mogelijk schoon gemaakt en heeft weer een functie gekregen. Onder andere voor theatervoorstellingen. Na een brand, ontstaan er nieuwe ideeën omdat het 'bad' niet kan blijven bestaan. Dat is het plan voor het Badpark.

    Hoe: Door de bewoners zijn werkgroepen opgericht. De werkgroepen hadden tot doel om te komen tot ideeën en de mogelijkheden voor realisatie te onderzoeken. Er is een rapport opgesteld door de bewoners: 'Plannen voor badpark' (2013)

    De werkgroepen hebben contact met de gemeente. Tevens proberen ze met crowdfunding geld bij elkaar te krijgen. Dat lukt, zodat er plannen gemaakt kunnen worden. De eerste schetsen zijn klaar.

    Eerste schetsen van het Badpark. Bron: Studio Joost van Dijk

    Resultaat: het resultaat is dat er een concreet plan ligt om een verloederde plek te veranderen in een plek om te ontmoeten en contacten te leggen in de zin van placemaking. Meer informatie is te vinden op badpark.nl (nog niet on-line). 

    Emma's Hof in Den Haag

    Waarom: De Emma's Hof in Den Haag is een goed voorbeeld hoe met en voor bewoners een stadstuin is gerealiseerd. Hier is een stadstuin gerealiseerd op de plek waar eerst een gebouw stond. De stadstuin ligt als een patio-tuin tussen de woningen. 

    In de driehoek Weimarstraat / Beeklaan / Galileïstraat, stond in de vorige eeuw een patronaatsgebouw. De Stichting Stadstuin Emma’s Hof kocht met de hulp van veel subsidiegevers het terrein en het gebouw. In februari 2010 werd het gebouw gesloopt. Daarna is een prachtige, openbaar toegankelijke stadstuin aanlegd. Het patronaatsgebouw had in het begin van de vorige eeuw een wijkfunctie. Men heeft het terrein teruggegeven aan de buurt. Het is een ontmoetingsplaats voor jong en oud in een multiculturele wijk. De tuin werd in 2011 geopend.

    http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=nwSCsBVlY9M

    Hoe: De stadstuin is openbaar toegankelijk en wordt beheerd door een stichting van de bewoners. De duurzaam ingerichte tuin biedt een rustplek voor volwassenen en een natuurlijke speelplek voor jonge kinderen. Door het jaar heen worden er enkele kleinschalige optredens verzorgd. De buurtbewoners zelf onderhouden Emma’s Hof. De website van Emma's Hof bevat informatie over de achtergrond, financiën en het beheer. 

    http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=YcYnm_87p6U

    De stichting heeft bij binnenkomst van de tuin de huisregels aangegeven. Ze staan hieronder:

     Doordat de bewoners eigenaar zijn van de tuin, zijn zulke huisregels mogelijk. De huisregels apelleren aan gezond verstand en normaal gedrag.

    Bank in Emma's Hof. Foto Han Kilsdonk

    Resultaat: het resultaat is dat de plaats waar een oud pand stond, nu een stadstuin is geworden. Daar ontmoeten mensen elkaar, zijn ze bezig met groen en leggen ze contaten. Er is een website met meer informatie: Emma's Hof.

    Stichting Natuurspeeltuin Leiderdorp

    Waarom: Het initiatief voor een natuurspeeltuin is genomen door de raadsleden Riny Vons, Joyce van Reijn en Jarno Volmer. Zij zorgden dat de gemeenteraad erin toestemde dat het speelterrein in de Bloemerd omgevormd werd tot Natuurspeeltuin. Een natuurspeeltuin is erop gericht kinderen echt iets te laten beleven in een natuurlijke omgeving die ook veilig is.

    Hoe: Na een oproep in de pers hebben enkele enthousiaste burgers van Leiderdorp in 2009 gereageerd. Een van hen was Marijtje Mulder die belangeloos het ontwerp heeft gemaakt. In een werkgroep is er verder gewerkt aan het idee wat steeds meer en meer vorm kreeg. Daarbij is er samenwerking gezocht met de kinderopvang van de Stichting Kinderopvang Leiderdorp en Catalpa. De kinderen van deze instellingen hebben ontwerpen gemaakt en deze zijn verwerkt in het schetsplan. In 2009 is de stichting opgericht. In 2011 is met sponsoring van onder andere de gemeente, de aanleg begonnen. In 2013 is de tuin aangepast om de toegankelijkheid voor kinderen met een beperking te vergroten. 

    Op ontdekking in de natuurspeeltuin. Bron: natuurspeeltuin.nl

    Resultaat: Het resultaat is een fraaie speeltuin. Een plek om elkaar te ontmoeten waar kinderen veilig kunnen spelen. 

    De Kersentuin in Utrecht/Leidsche Rijn

    Waarom: De gemeente Utrecht wilde wat bijzonders in het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn. Onder het motto 'Initiatief zoekt nemer' ging de gemeente op zoek naar bewonersgroepen die bij konden dragen aan een divers, duurzaam en sociaal stadsdeel.
    Vijftien mensen kwamen onder regie van de gemeente in december 1996 bij elkaar. Met verschillende ideeën; sommigen wilden duurzaam bouwen, twee stellen wilden een woongroep starten, weer anderen 'ontwerpen met de natuur'. De gemeente besloot dat deze mensen één groep vormden, één initiatief. 

    De Kersentuin is een wijk in Utrecht, de Leidsche Rijn. Het is ontstaan vanuit een visie op hoe mensen met elkaar kunnen samenwonen en samenleven; met extra aandacht voor elkaar én voor de natuur. Dit project heeft de volgende kenmerken:

    Enkele belangrijke elementen van dit unieke project:

    • de Kersentuin is een buurt die ontstaan is uit particulier ondernemerschap: de Kersentuin is 100% bewonersinitiatief
    • integrale benadering van sociale en technische duurzaamheid;
    • eigen ontwerp én eigen beheer openbaar en semi-openbaar gebied;
    • rijk sociaal leven, sterke sociale cohesie;
    • democratisch proces: gezamenlijk wordt verder gewerkt aan de buurt;
    • grote mate van zelfwerkzaamheid (bewoners bedenken, bewoners realiseren);
    • veel bijzondere elementen: autodeelsysteem, internetforum, amfitheater, projecthuis, parkeergarage, wasmachineruimte, glasvezelinitiatief, etc...

    https://www.youtube.com/watch?v=jOtWLhFTcz8

    Hoe: De groenomgeving is belangrijk. Dit is direct bij het ontwerp van de wijk onderkend en meegenomen in het ontwerp. Veel auto's staan ondergronds. Daardoor is er veel ruimte voor groen. Het beheer wordt door de bewoners in eigen beheer uitgevoerd. Dit in goed overleg met de gemeente Utrecht. Samen met enkele ecologische hoveniers vindt het onderhoud plaats. 

    Resultaat: Het Kersentuingroen is glooiend ingericht met thematische delen zoals bijvoorbeeld een 'Kersenbongerd' of een 'Kersenbos', er is een kindermoestuin, een wilgentunnel, een inheemse tuin, een daktuin (op de parkeergarage) en een kruidenspiraal.
    Door verschillende soorten bomen, struiken en planten te gebruiken trekt een grote verscheidenheid aan vogels, vlinders, insecten, maar ook andere dieren naar de Kersentuin.
    Binnen dat groen zijn voor de kinderen tal van 'speelaanleidingen' geplaatst en zij kunnen zich vrijelijk tegoed doen aan het vele 'snoepfruit' (aardbeien, frambozen, bramen, kersen). Er is een zelfgebouwd prieel op de daktuin en er is een prachtig amfitheater aangelegd, waar zo'n 130 mensen kunnen plaatsnemen; mét een tunneltje voor de kinderen. 

    Er is een website: kersentuin.nl

    Social return en voedselbank

     

    Stichting Voedseltuin Rotterdam

    Waarom: De voedseltuin biedt duurzaam geteelde seizoensgroenten aan Voedselbank Rotterdam. Daarnaast is het vooral een plek om elkaar te ontmoeten en iets te doen; van het produceren van voedsel, tot actief zijn in het groen tot het ontwikkelen van skills. 

    Met behulp van vrijwilligers kweken zij biologische groente en fruit om de pakketten voor de cliënten van de Voedselbank in Rotterdam aan te vullen. 
    Daarnaast zijn wij ook een werkgelegenheidproject voor mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt.

    Samen aan het werk in de voedseltuin. Bron: voedseltuin.com 

    Hoe: Vanaf 1 september 2011 is op een braakliggend terrein op de gedempte Keilehaven de 1e Voedseltuin aangelegd. Hiertoe is de stichting Voedseltuin opgericht. Het is de bedoeling om het project uit te breiden en te laten groeien naar meer voedseltuinen voor meer voedselbanken. Daarnaast wil de Stichting onderdeel zijn van duurzame ontwikkelingen in de regio Rotterdam. De tuin wordt een groene plek met een parkachtig karakter in een stadsdeel dat volop in ontwikkeling is, waardoor het legio mogelijkheden biedt als een verbindende factor tussen bedrijfsleven, ideële organisaties, buurtbewoners en natuurliefhebbers!

    Resultaat: De stichting heeft een braakliggend terrein veranderd in een tuin waar groente en fruit gekweekt worden. Dat levert gezond voedsel op, een plek voor opleiding en sociale cohesie. Er is een website: voedseltuin.com

    Land in Zicht, stadsboerderij Amersfoort​

    Waarom: De stadsboerderij 'Land in Zicht' biedt zorg en begeleiding aan een brede doelgroep. Men helpt (jong)volwassenen die door verstandelijke en/of psychosociale problematiek (tijdelijk) niet kunnen deelnemen aan het reguliere schoolwezen of de arbeidsmarkt. Denk bijvoorbeeld aan jongeren die uitvallen op school, mensen met een beperking en mensen die moeten re-integreren na een burn-out. Doel is het vergroten van de zelfredzaamheid. Voor sommigen betekent dit uitstroom naar (gedeeltelijk) betaald werk en voor anderen het vergroten van zelfstandigheid. Onderdeel van de begeleiding is ontwikkeling door scholing. 

    Daarnaast is er op woensdagmiddag plek voor maximaal 4 kinderen met bijvoorbeeld ADHD, autisme of een lichte verstandelijke beperking om onder begeleiding te leren en spelen op onze locatie.

    Hoe: Deelnemers van Land in Zicht gaan onder deskundige begeleiding aan de slag in de wijk. De werkzaamheden bestaan uit het onderhoud van groen, houtbewerking en/of groente- en fruitteelt.

    • Groenonderhoud: Land in Zicht onderhoudt parken en tuinen bij bedrijven en particulieren. De werkzaamheden lopen uiteen van opruimen van zwerfafval tot grasmaaien. Samen zorgen ze voor een mooie omgeving om in te leven.
    • Houtbewerking: Deelnemers met een passie voor hout kunnen bij Land in Zicht aan de slag met het bewerken van hout tot haardhout, meubelen en kleine accessoires, zoals stoelen, picknicktafels, kaarsenstandaards en wijnrekken.
    • Groente- en fruitteelt: Van zaaien tot oogsten betrekt men deelnemers bij het telen van groente en fruit. Dit verwerkt men zelf tot sappen en jams, die ze vervolgens verkopen aan buurtbewoners.

    Financiering vindt plaats vanuit Persoonsgebonden Budget (PGB) of door onderaannemerschap. Als er sprake is van zorg in natura kan er in overleg met een erkende instelling een onderaannemerschap tot stand komen. Om Land in Zicht te kunnen laten draaien, heeft men de inzet van vrijwillgers nodig. 

    Resultaat: het resultaat is een leer/werkplaats voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook is het een plek waar vrijwilligers zich kunnen inzetten. Er is een website: landinzicht.net.

    Volkstuin

     

    Zorgtuin Gorssel

    Waarom: Op een plek waar voorheen een gemeentewerf stond, is een tuin gerealiseerd. De bewoners hebben in 2010 het initiatief genomen tot deze tuin. Vanaf het begin zijn schoolklassen betrokken bij het project. Ook ondernemers zijn direct bij het project betrokken. Zoals ze zelf zeggen: "Van een plek waar niets was, naar een levende plek". 

    https://www.youtube.com/watch?v=nU_gsSAo3Iw

    Hoe: er is een stichting opgericht: stichting Munira. De stichting vervult de rol van de beheerder van de zorgtuin. Het gaat hier om ontmoetingen, begrip voor elkaar, strijd tegen eenzaamheid, contact met de buurt én kennis over groen of natuur. Hoogwaardig groen dat draagvlak heeft onder de bewoners en effect heeft op o.a. de sociale cohesie, gezondheid, leefbaarheid en wijkeconomie. Zo brengt groen mensen bij elkaar. 

    Resultaat: Het resultaat is zoals ze zelf zeggen: "Van een plek waar niets was, naar een levende plek". Er is een website van de stichting: stichting Munira

    Voedseltuin IJplein

    Waarom: In 2012 is begonnen met de voedseltuin. De tuin is 'gemaakt' door de bewoners, samen met Stichting Doen. De voedseltuin heeft behalve een sociale functie, ook tot doel om de voedselbank te voorzien, alsmede naar Resto 'Van Harte'. Het project is een initiatief van Stichting DOEN, de Voedselbank Noord, Resto 'Van Harte' en Buitenruimte voor Contact. Er wordt samengewerkt met het Stadsdeel en met diverse lokale partijen

    Hoe:  De bewoners verzetten het werk. Ze kunnen terugvallen op een deskundige. De Vereniging Voedseltuin IJplein zal in 2015 zelfstansdig door de vereniging worden voortgezet.

    Resultaat:  Het resultaat is een mooie voedseltuin.

    Er is een website: voedseltuin.ijplein.nl.

    De Weeftuinen in Zaandijk

    Waarom: Een verwilderde groenstrook is door de buurtbewoners veranderd in een levendige tuin. 'De aanwezige groenstrook was compleet verwilderd', vertelt Gerda Swart. Samen met haar buurtgenoten is zij gestart om dit stuk groen op te knappen. Daarmee zou dit project ook als 'braakliggende grond' beschouwd kunnen worden.

    Hoe: Het terrein is eigendom van de gemeente. De gemeente en de bewoners werken samen om het gebied te veranderen in moestuinen. 

    In 2013 is er twee weekenden hard gewerkt om struiken, planten en rotzooi weg te halen. De gemeente heeft half mei de bovenlaag omgespit en zodoende kon er geplant en gezaaid worden. De grond is nu opgedeeld in tien percelen en die zijn inmiddels allemaal bezet. 

    Mensen met een perceeltje kunnen hier hun eigen moestuin creëren. Ze zijn hier zelf verantwoordelijk voor. De grond er omheen zal voor een deel met elkaar en overige buurtbewoners onderhouden worden. 'Hier komen onder andere fruitbomen te staan waar de hele buurt van kan gaan meegenieten', zegt Gerda. 'Voor bepaalde zaken zullen we de gemeente nog zeker nodig hebben. Zo is er onlangs een buitenkraan geplaatst.'

    De voorbereiding van de Weeftuinen. Bron: weeftuinen.wordpress.com

    Resultaat: het resultaat is dat de bewoners buiten actief zijn. Er worden uiteenlopende activiteiten georganiseerd. Die activiteiten staan ook op de website: weeftuinen.wordpress.com.

    Volkstuin Diphoorn

    Waarom: Gewoon samen aan het werk in de tuin. Ofschoon er in Drenthe ruimte genoeg is, is samen tuinieren erg leuk. Vanuit die gedachte is de volkstuin in Diphoorn ontstaan.

    Hoe: het project is simpelweg gestart. De initiatiefneemster heeft in 2012 bij de omwonenden gewoon een briefje in de bus gedaan. Toen is het balletje gaan rollen. De volkstuin kan zichzelf bedruipen. Wat wordt verdiend, wordt weer geïnvesteerd in de tuin. In deze tuin worden met veel aandacht en liefde voor de natuur op kleine schaal groenten, (klein) fruit en kruiden gekweekt zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen en niet-organische meststoffen. Het motto van de Dorpstuin is dan ook: Gezond van eigen grond! De seizoenen bepalen wat er in de Dorpstuin geoogst kan worden en daarom kunt u het hele jaar door genieten van (h)eerlijke producten uit de streek. 

    Op vaste tijden wordt er in de tuin gewerkt. dat is daarmee ook het moment om contacten te leggen, bij te praten en gezellig koffie te drinken. Er is voor de dorpstuin een stichting opgericht. 

    Resultaat: Het filmpje laat het resultaat zien. Tevens wordt in het filmpje uitgelegd hoe de tuin tot stand is gekomen. 

    https://www.youtube.com/watch?v=LOrka0ePhh0

    De dorpstuin heeft een eigen website: dorpstuindiphoorn.nl

    Duurzaamheid

    Groene verbindingen hebben eigenlijk met name voordelen voor de duurzaamheid. Het zijn over het algmeen lokale initiatieven met een relatief beperkte omvang. De voordelen blijven daarmee dus ook beperkt. Echter, door ze te beschouwen als het begin van een olievlek, hebben de groene verbindingen belangrijke waarde. 

    Doordat de uitgangpunsten veelal gestoeld zijn op duurzaamheid in combinatie met sociale doelen, wordt er gewerkt op een manier die als biologisch danwel biologisch dynamisch kan worden aangeduid. Milieuschadelijke stoffen worden dan niet toegepast. 

    TEEB-studie

    TEEB (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) is een internationale studie naar de economische betekenis van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Groene verbindingen zou men kunnen zien als ecosysteemdiensten.

    In de TEEB-benadering worden drie stappen onderscheiden: redeneren (‘recognizing value’), rekenen (‘demonstrating value’) en verdienen (‘capturing value’). TEEB is in het kort uitgelegd in 'Verzilveren van natuurbaten krijgt handen en voeten' (2012).

    Inmiddels zijn voor Nederland vier TEEB-studies afgerond, waaronder TEEB-STAD. Hierin is de bijdrage van groen aan de stedelijke economie inzichtelijk gemaakt. De maatschappelijke baten bleken 1,5 tot 2 keer groter te zijn dan de kosten. Momenteel is een vervolgstudie gaande om het instrument te promoten en beter hanteerbaar te maken voor de praktijk. Tevens wordt gezocht naar de mogelijkheden van verdienen. 

    De volgende TEEB-studies zijn beschikbaar:

    Klimaatadaptatie

    Groen (groenstroken, geveltuinen, verticale tuinen, stadslandbouw) heeft een gunstig effect wat betreft klimaatadaptatie. Neerslag wordt vastgehouden en langzaam(er) afgegeven aan de omgeving, temperaturen worden gematigd en stof wordt vastgehouden. Daarmee dragen groene verbindingen door hun aanwezigheid alleen al, bij aan klimaatadaptatie.

    Veelal vervangt groen een versteende omgeving. Daardoor kan regenwater beter in de bodem infiltreren. De beworteling zorgt voor een betere bodemstructuur en daardoor ontstaat een gezonder leven in de bodem. Voorbeelden van projecten waarbij klimaatadaptie en bewoners samen op trekken staan in 'Bewoners aan de bak' (Leven met water, 2007).

    Kosten

    Voor de kosten geldt dat de meeste projecten een grote inbreng van vrijwilligers hebben. Dat is natuurlijk ook de opzet en de kracht van verbindende groenprojecten. Daardoor zijn kosten altijd relatief laag. De kostenposten kunnen als volgt worden geordend:

    • Opstartkosten:
      • Drukwerk voor informatiemateriaal (uitnodigingen et cetera)
      • Vergunningen
      • Notariële kosten en Kamer van koophandel
      • Openen bankrekening
      • Beheerafspraken op papier zetten, eventuele juridische check
    • Inrichten locatie:
      • Slopen van eventuele opstallen
      • Verbouwen van eventuele opstallen
      • Afvoer van afval en andere materialen
      • Aanvoer van materialen voor de nieuwe inrichting: bestrating, speeltoestellen, opslagruimte, vergaderruimte, geschikte grond, verlichting, .....
    • Beheer van de locatie:
      • Eventuele huurkosten
      • Energiekosten, kosten voor water, afvoer van afval, internet/website
      • Materialen zoals beplanting, bemesting, 
      • Hulpmiddelen voor onderhoud van beplanting en de locatie
      • Kosten voor koffie et cetera
      • Verzekering: voor de opstallen en roerende zaken maar ook voor de vrijwilligers
      • Opbrengsten: verkoop van producten, cursussen en verhuur van locatie en natuurlijk subsidies (van gemeente maar ook van NL Doet of Oranjefonds, Postcodeloterij, BankGiro Loterij, Koninklijke Heidemij, et cetera)
      • Reiskosten, onkostenvergoedingen
      • Drukwerk: briefpapier maar ook jaarverslag voor verantwoording financiën
    • Overige kosten:
      • Reservering voor 'schoon opleveren' na beëindigen van het gebruik

    De rechtspersonen (stichting, vereniging) die zijn opgericht bestaan veelal uit vrijwilligers. Daarvoor worden dus geen kosten gemaakt. Zulke organisaties kunnen van de Belastingdienst ook vrijstelling krijgen van veel verplichtingen. Als de verkoop van producten serieuze vormen aanneemt, het hobby-niveau overstijgt, dan kan dit anders worden. Overleg met de Belastingdienst is dan noodzakelijk. 

    Subsidiebeleid

    Als een gemeente, of een andere organisatie, subsidie verleent, dan moet de subsidie voldoen aan het subsidiebeleid. Het subsidiebeleid zal op de website van de organisatie te vinden zijn. Veelal vereist zo'n beleid dat jaarlijks verantwoording wordt afgelegd over de ontvangen middelen.

    ANBI

    Algemeen nut beogende instellingen (ANBI's) kunnen gebruikmaken van bepaalde belastingvoordelen bij erven, schenken, giften en de energiebelasting. Instellingen die de Belastingdienst als ANBI aanwijst, hebben deze belastingvoordelen. Als een instelling(en) wil dat ze als ANBI door de Belastingdienst worden aangewezen, dan moet men dat bij de Belastingdienst aanvragen. 

    Voor donateurs van culturele ANBI's geldt vanaf 1 januari 2012 een extra giftenaftrek. Hierdoor worden giften aan culturele ANBI's gestimuleerd. 

    De waarde van groen

    Over de waarde van groen (financieel, sociaal, duurzaamheid) is al veel geschreven. Er bestaat niet één maat om de waarde vast te stellen. Een methode die regelmatig wordt gebruikt is TEEB: www.teebstad.nl. Zie ook in dit onderwerp onder duurzaamheid en ook onder klimaatadaptatie

    Het probleem bij het waarderen van de waarde van groene verbindingen is dat de waarde in nogal onderscheidelijke factoren zit:

    • Financieel: besparen op kosten van beheer voor de beheerder
    • Sociaal: sterkere sociale cohesie, meer betrokkenheid, minder uitval en vandalisme
    • Duurzaamheid: duurzame producten, locaties die op duurzame wijze worden onderhouden

    Deze drie aspecten (en er zijn nog veel meer aspecten te bedenken) zijn niet met elkaar te vergelijken. Daarbij blijft het lastig om de integrale waarde van groene verbindingen op objectieve wijze vast te stellen. De volgende documenten geven een aanzet, al dan niet op deelaspecten:

    In deze handleiding is een stappenplan opgenomen om ecosysteemdiensten te waarderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de waarderingspiramide. Zie de figuur.

    Wageningen UR heeft een MKBA gemaakt voor stadslandbouw. Het filmpje licht dit verder toe:

    https://www.youtube.com/watch?v=fWTzTzrDjWo

    Voor het benchmarken van het beheer van groen door professionele beheerders (gemeenten) heeft Wageningen UR de 'Databank Gemeentelijk Groenbeheer' ontwikkeld. 

    Agrarisch landschapsbeheer

    Subsidies voor agrarisch landschapsbeheer kunnen worden verkregen via de Subsidie Natuur en Landschap. De provincies beheren deze subsidie. Tevens kunnen provincies subsidies geven voor het in stand houden van provinciale landschappen.

    Waarschijnlijk vragen boeren vanaf 1 januari 2016 niet meer individueel subsidie aan voor agrarisch natuurbeheer. In plaats daarvan kan een collectief een subsidieaanvraag indienen bij de overheid. Zo’n collectief kan bestaan uit bijvoorbeeld boeren en agrarische natuurverenigingen. Daarmee wordt versnippering verminderd.

    Hieronder nog enkele aandachtspunten voor specifieke types 'groene verbindingen'.

    Eetbare stad/stadslandbouw

    Stadslandbouw kan zorgen voor oneerlijke concurrentie. Dat laat het volgende fiilmpje zien:

    https://www.youtube.com/watch?v=yHs-9ZtXjpM

    Volkstuin

    Voor de kosten die een gemeente heeft of kan hebben aan volkstuinen is veelal beleid opgesteld door een gemeente. Het beleidsplan van de gemeente Heerhugowaard 'Beleidsplan Volkstuinen' (2011) geeft enig inzicht in de kostenposten. Zie ook beleid

    Participatie

    Groene verbindingen hebben per definitie tot doel om bij te dragen aan participatie. Soms ligt het accent meer op groen, soms op duurzaamheid en soms op participatie. Maar participatie hoort er altijd bij. 

    Het mooiste voorbeeld van groen verbinden dat we zijn tegengekomen is de publicatie 'Vergeten groenten' (GIDZ, 2014). In dit project worden oudere mensen met (beginnende) alzheimer betrokken bij een volkstuin. Door structuur te bieden gaat de achteruitgang minder snel. Voor de mensen 'op' de volkstuin was het leuk om de oudere mensen te kunnen ontmoeten en te helpen. Groen verbindt. 

    Gezonde school

    De school kan ook bijdragen aan kennis over groen. Groen vraagt automatisch om zelf actief te zijn. Dus met de klas gaan kijken (en meehelpen) met groene projecten. Kinderen vinden het meestal leuk om actief iets te doen. Door groene projecten te bezoeken krijgen ze inzicht en is de drempel om later met hun ouders of op eigen houtje een groen project te bezoeken, verlaagd. Lesmaterialen zijn op diverse plekken op internet te vinden. Onder andere op: onsgroeneschoolplein.nl.

    Voor het inrichten van groene speelplekken is de website springzaad.nl nuttig. 

    Wijkmanager

    De groene verbindingen hebben een directe relatie met het werk van een (eventuele) wijkmanager/wijkregisseur. De wijkmanager zal hierin actief de samenwerking zoeken met de initiatieven. Andersom is het voor de betrokkenen bij de projecten belangrijk om met de wijkmanager samen te werken. De wijkmanager is een professional. Tevens is de wijkmanager de schakel met de gemeente en eventuele andere organisaties (denk aan professionele hulpverlening). Een groene verbinding zonder structurele samenwerking/overleg met de wijkmanager is eigenlijk ondenkbaar.

    Stichtingen met een sociaal doel

    Projecten met groene verbindingen kunnen 'groen' als doel hebben maar ook het sociale domein als doel. Hieronder staat een aantal voorbeelden van organisaties waarbij de nadruk met name ligt op sociaal en in tweede instantie op groen:

    • Kook met mij mee: Oogst en Kook Met Mij Mee! zijn twee met elkaar gebonden burger initiatieven. Het doel is het creëren van duurzame relaties in een kwetsbare wijk door middel van duurzaam voedsel. Men kweekt en oogst groente in een buurttuin, bramen en druiven in geveltuinen en appels en peren in wijntonnen door het gehele wijk
    • De Groeierij: De Groeierij biedt een agrarische, arbeidsmatige dagbesteding voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt
    • Eetbaar Lelystad: Eetbaar Lelystad wil mensen activeren mee te denken, of nog beter, mee te werken aan een ‘eetbare stad’, toegankelijk voor iedereen. Dit kan overal: op het dak in de stad, in een moestuinbak op je balkon, in een daarvoor gereserveerd stukje tuin of door een stukje grond van de gemeente te adopteren in jouw eigen wijk of straat.. Daarnaast willen wij kinderen weer in contact te brengen met natuurlijke landbouw d.m.v. van kleine actieve workshops
    • Broeder Natuur: Tuinkringloop BroederNatuur biedt voor mensen met een licht verstandelijke en/of mensen met een psychische of sociale beperking en vrijwilligers een volwaardige dagbesteding. BroederNatuur is een kringloop voor tuinproducten. Zij verzamelen tuinmaterialen, lappen ze op en verkopen het via de Tuinkringloop. Ook maken zij zeer creatieve tuinen met de gekregen materialen. BroederNatuur heeft een groenafdeling voor aanleg en onderhoud van tuinen
    • BoereGoed: BoereGoed is een initiatief rondom eigen BoereGoed kassen, waarbij beoogd wordt mensen uit verschillende lagen van de lokale bevolking met elkaar in contact te brengen met als doel tijdsbesteding tot en met re-integratie in het arbeidsproces. De producten van BoereGoed vindt men in lokale BoereGoed Boerderijtjes (shop in shops) en in de BoereGoed Buurtboxen verkocht
    • M.E.E.R.Groen: Stichting M.E.E.R.Groen staat voor het creëren van Maatschappelijke, Ecologische, Educatieve, Economische en recreatieve meerwaarden door middel van actieve burgerparticipatie
    • Wat ben je gegroeid: Stichting WBJG organiseert activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie en de natuur
    • OntKIEM West: OntKIEM West combineert tuinieren, koken en kunst en kweekt samen met bewoners ontmoetingen, talent, verbeelding en creativiteit voor jong en oud. OntKIEM West wil de kunstmest zijn voor de wijk en culturele, creatieve en sociale ideeën tot bloei laten komen
    • Zorgboerderij Hoeve Klein Mariëndaal: Dit is een zorgboerderij in het landgoed Mariendaal aan de rand van de Arnhemse wijk Heijenoord. Zij hebben een biologische tuinderij, theeschenkerij en kinderboerderij. In alle werkgebieden werken deelnemers mee die begeleiding nodig hebben en vrijwilligers.

    Het bovenstaande overzicht is verre van volledig. Dat streven we ook niet na. Het is bedoeld om een beeld te geven van de mogelijkheden. Veel meer voorbeelden, en in veel bredere zin dan alleen van groene verbindingen, zijn te vinden op de website www.maexchange.nl.